Historic op digitale V Open! V De overall waardering voor de dienst verlening van de archieven is relatief hoog. In 2007 was het rapportcijfer een 7,8, in 2009 een 7,6 en in 2011 een 7,7. Hierbij geldt wel de volgende kant tekening: lang voor de introductie van de bezoekersmonitor, waarvan de vragen zijn gebaseerd op punten die onze bezoekers van belang achten, werden er al klanttevredenheids- onderzoeken gehouden. Gevraagd werd De behoefte aan kwalitatief hoge fysieke dienstverlening neemt daardoor toe. naar een rapportcijfer voor de archiefdienst en daar kwam een 8 als gemiddeld uit. Met de introductie van de bezoekersmonitor is toen afgesproken dat een 8 een basiscijfer is, een vol doende. Onder de 8 scoor je onvoldoende en boven de 8 doe je het goed. Onze bezoekers delen op onderdelen van de dienstverlening geen tienen uit en ook geen enen. De scores begeven zich doorgaans tussen de zes en de negen. Verbetering van de dienstverlening betekent verdieping op twee fronten: fysieke dienstverlening kan niet zonder de beschikbaarheid van deskundigen die de klant kunnen helpen bij zijn of haar verdiepingsslag. Wetenschappers zouden bijvoorbeeld meer en beter bediend moeten worden met maatwerk. Daarbij kan gedacht worden aan het in overleg met bijvoorbeeld universiteiten toegankelijk maken/digitaliseren van bepaalde bronnen. De digitale dienst verlening moet daarnaast verder worden ontwikkeld en aangepast aan de behoefte van de klant. Webstatistieken laten een piek zien in het internetgebruik tussen ongeveer 19.00-23.00 uur. Is er op dat moment een 'digitale archivaris' (chat et cetera) beschikbaar? Conclusies Als archiefdiensten zich door verdere beperking van de openingstijden en uitbreiding van de digitale dienstverlening exclusief richten op de grootste gemene deler (90% van de mensen gebruikt 5% van de bronnen), dan hebben wetenschappers inderdaad reden om zich zorgen te maken. Het is wel de historicus die na uitgebreid onderzoek de (lokale) geschiedschrijving met een fraaie publicatie verrijkt en nieuwe vergezichten toont. Veel bezoekers zouden overigens, zo blijkt uit 'opmerkingen' bij de bezoekersmonitor, wel degelijk een verruiming van de openingstijden willen, bijvoorbeeld een avond in de week en/of een weekendopenstelling. Er is sinds 2004 een neerwaartse waardering voor de openingstijden (een 7,9 in 2004 tegen een 7,4 in 2011). Samengevat is het beeld als volgt. Gemeten over 40 archiefinstellingen zijn de tijden dat materiaal beschikbaar is voor het publiek de afgelopen 15 jaar gemiddeld niet verminderd maar toegenomen (als gevolg van fusies), met de aantekening dat bij grote archiefdiensten wel degelijk sprake is van vermindering van openingstijden. Leek internet eerst de studiezaalbezoeken te verdringen, in 2009 daalde het aantal klanten dat uitsluitend internet bezocht. Inmiddels wint de internetbezoeker weer wat terrein, maar de fysieke bezoeker blijft komen. Belangrijk is de constatering dat de fysieke bezoeker vaak een bredere/diepere onderzoeks vraag heeft dan de genealoog die op internet heel aardig aan zijn of haar trekken komt. De behoefte aan kwalitatief hoge fysieke dienstverlening neemt daardoor toe. Bron iiuoufl OjWÜnpWht WIK Wfi rudpjfyn *in imwiin4aön Uit: 'Brabants Dagblad', 16 maart 2012. (voor tweederde van de bezoekers), maar de behoefte aan andersoortige informatie (met name over woning/ straat en foto's/prenten) is opnieuw groter geworden. Blijkbaar bereiken archiefdiensten nu meer publiek met 'interessantere' vragen dan voorheen. Deze interessantere vragen worden meestal gesteld in de studiezaal. Belangrijkste conclusie: het internetaanbod kan niet als argument worden gebruikt om de openingstijden radicaal te beperken. De kwaliteit van de fysieke dienstverlening is bovendien van groot belang. Is er volledige dienstverlening op alle uren of zijn instellingen bijvoorbeeld voor het doen van aanvragen gesloten in de middagpauze? Is er altijd deskundige hulp aanwezig? Worden reproducties vlot geleverd enzovoorts. Kortom: worden de in het archiefwezen vast gestelde servicenormen nog steeds gehanteerd? Zijn onze klanten tevreden of niet? Kwaliteitsmonitor 2009 en 2011, Willem Boudestein (Boud) en Evidens onderzoekdiensten in opdracht van BRAIN. René Spork redacteur Archievenblad en projectleider bij het Gemeentearchief Rotterdam. Ivo Zandhuis redacteur Archievenblad en zelfstandig adviseur/projectleider (www.zandhuis.nl). nummer 5 2012 15

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 15