Burgerlijke stand
"In 1987 werd ik door het waterschap
Walcheren in Middelburg benaderd of ik
belangstelling had om archivaris te
worden. Het was een baantje van 8 uur
in de week. Ik accepteerde en vermin
derde mijn uren die ik werkte bij het
Zeeuws-Vlaamse waterschap met 8 uur.
Toen ik in het voorjaar van 1989 klaar
was bij dit waterschap kwam ik voor
20 uur in dienst bij het waterschap
Walcheren. Daar heb ik een leuke tijd
gehad. Ik inventariseerde archieven en
maakte een tentoonstelling over de
geschiedenis van de Westkappelse
Geboren:
Leo Hollestelle
7 oktober 1964
Zeedijk, die in 1988 op Deltahoogte was
gebracht. Op basis van deze tentoon
stelling heb ik in 1990 een fotoboek
gemaakt. Ik vond het werk als archivaris
bij zo'n kleine organisatie teveel een
solistische bezigheid en toen ik in
oktober 1991 fulltime hoofd studiezaal
kon worden bij het rijksarchief in
Zeeland, was de keuze niet moeilijk."
"In de jaren negentig heb ik veel gedaan
bij het rijksarchief. Ik organiseerde
cursussen, schreef artikelen en werd actief
in de Heemkundige Kring Walcheren.
Eerst in de veldnamencommissie en
later ook eindredacteur van het
tijdschrift De Wete. Na het vertrek van
Lieuwe Zoodsma als hoofd externe
dienstverlening volgde ik hem op, maar
ik bleef ook in functie als hoofd studie
zaal. Daarnaast werd ik projectleider
voor het invoeren van de akten van
de burgerlijke stand van Zeeland door
vrijwilligers. Mei vorig jaar hebben we
dit project feestelijk afgesloten. In totaal
hadden we meer dan anderhalf miljoen
akten ingevoerd. Samen met Anneke,
inmiddels Anneke van Waarden-Koets
en werkzaam bij het gemeentearchief
Middelburg, organiseerde ik in 1997 de
Eerste Zeeuwse Paleografiewedstrijd.
Een dergelijke wedstrijd was de eerste
in Nederland."
"Als ik op de jaren negentig terugkijk,
snap ik niet dat ik dat allemaal heb
gedaan. Het was natuurlijk ook een
andere tijd, minder hectisch dan
tegenwoordig."
"Vanaf 1997 waren we bij het
rijksarchief in de ban van de
nieuwbouw. Behalve met een nieuw
gebouw gingen we ook aan de slag met
een nieuwe organisatie. De
gemeentearchieven van Middelburg en
Veere sloten zich bij ons aan. Samen
met een groep collega's heb ik de
dienstverlening in de nieuwe organisatie
vorm gegeven. Onder begeleiding van
Fred Schot hebben we ons onder andere
beziggehouden met het handvest
dienstverlening en met het ontwikkelen
van de kwaliteitsmonitor dienstverlening.
Toen we vanaf 4 januari 2000 als
nieuwe organisatie de deur van ons
nieuwe gebouw voor het publiek
openden, waren we er klaar voor. Als
coördinator informatiecentrum gaf ik
leiding aan een grote groep mede
werkers die meedraaiden in studiezaal-
en receptiedienst. In die jaren heb ik
ook meegedaan met de landelijke
werkgroep, onder auspiciën van DIVA,
voor invoering van het kwaliteits
handvest dienstverlening."
Archivaris van het Waterschap Walcheren, 1991 (foto Jaap Wolterbeek).
aanstelling voor 20 uur. Ik wist niet hoe
snel ik naar Middelburg wilde verhuizen;
weg uit Goes waar iedereen weet van
wie je er een bent. Terugkijkend vind ik
dit nog steeds een van de beste
beslissingen in mijn leven. De
mentaliteit in de provinciehoofdstad
spreekt mij toch meer aan. Ik kreeg
nieuwe vrienden en leerde mijn vrouw
kennen."
Burgerlijke staat:
gehuwd met Hanneke
van Leerdam in 1988,
twee kinderen: Martijn (1991)
en Marieke (1994)
Studies:
1971-1977: lagere school, Goes
1977-1983: VWO, Christelijk
Lyceum voor Zeeland, Goes
1983-1984: SOD I
1984-1985: middelbare
archiefopleiding, Den Haag
(stage gemeentearchief Goes)
1986-1988: SOD II
Werk:
1985-1989: Waterschap De Drie
Ambachten, Terneuzen
1985-1999: Rijkarchief in Zeeland
1987-1991: Waterschap Walcheren,
Middelburg
2000-heden: Zeeuws Archief
Waaruit bestonden je werkzaamheden?
Je bent actief bij het project 'Zeeuwen
Gezocht'. Hoe is dat ontstaan?
"Na anderhalf jaar intensief in de
frontlinie van de dienstverlening van
het Zeeuws Archief te hebben gewerkt,
wilde ik wat anders. Een collega nam
mijn taak over en ik ging mij concen
treren op het beschikbaar stellen via
internet van de vele persoonsdata die
wij inmiddels digitaal gemaakt hadden.
De jaren daarvoor was ik al betrokken
bij GenLias, maar voor het toevoegen
van de Zeeuwse data waren extra
inspanningen nodig. Dat heb je als bij
de start van een project geen duidelijke
afspraken worden gemaakt over het
datamodel. Bovendien konden we via
GenLias geen andere digitale persoons
bestanden publiceren, zoals indexen op
de gedetineerden in de Zeeuwse
36 2012 nummer 3