Uitgelezen Jeff Ubois en Hans Westerhof, werkzaam bij respectievelijk Presto Centre en het NIBG, gaan in hun artikel uitvoerig in op de ervaringen die opgedaan zijn bij het project Beelden voor de Toekomst. Niet iedere collectiebeheerder zal op zulke schaal digitaliseringactiviteiten (kunnen) ondernemen. Men kan echter wel lering trekken uit de ervaringen die zijn opgedaan bij Beelden voor de Toekomst. De schrijvers benoemen de volgende onderdelen voor succesvolle massa digitalisering: 1) mensen, 2) leren, Gaby Weijers is coördinator collectie, conservering en gerelateerd onderzoek bij het Nederlands Instituut voor Media kunst (NIMk). In haar artikel zet zij aan de hand van een tweetal projecten - Behoud Mediakunst Collectie Nederland en Obsolete Equipment - uiteen hoe het NIMk omgaat met authenticiteit en met ethische conserveringsvraagstukken. In het geval van mediakunst gaat het vaak niet alleen om een brondocument (film, video etc.) maar ook om de apparatuur die onderdeel uitmaakte van het werk en om de fysieke opstelling van het werk. Authenticiteit wordt bemoeilijkt door het schaarser worden of volledig verdwijnen van de benodigde apparatuur. Voor hernieuwde vertoning van een werk moest dan gezocht worden naar andere presentatieapparatuur waarmee feitelijk de authenticiteit van het werk formaten een complicerende rol. De risicofactoren variëren van menselijke fouten tot natuurrampen en van foutjes in de bestanden zelf (bit rot) tot hardware die niet meer functioneert. Voorwaarden voor verantwoord behoud zijn het bewaren van identieke kopieën op verschillende (geografisch verspreide) storage faciliteiten, de terugvindbaarheid van digitale bestanden en garantie van onderhoud - inclusief financiering daarvan - van eenmaal gedigitaliseerde bestanden. Van Malssen pleit voor het toepasbaar maken van bestaande standaarden als OAIS, TRAC en PREMIS op audiovisuele materialen. Mark-Paul Meyer, senior curator bij EYE Film Instituut Nederland, richt zich in zijn artikel volledig op authenticiteit. Door altijd de aard en staat van het origineel in het achterhoofd te houden, kunnen bijvoorbeeld in omloop zijnde kopieën beter op hun waarde worden geschat. Door allerlei technieken is bij foto grafisch en audiovisueel materiaal de mogelijkheid ontstaan om kopieën te maken en dit bemoeilijkt meteen de speurtocht naar het origineel. Echter, soms is er maar één exemplaar meer van een bepaald werk en dat verkrijgt dan de status van next best thing. Lering trekken 3) specificaties, 4) workflows en 5) financiën. Het samenstellen van het juiste team aan mensen is een proces van vallen en opstaan. Bij aanvang van een digitaliseringproject is het vaak lastig om de juiste vragen te stellen. Pas gaandeweg een project ontstaat de kennis die eigenlijk aan het begin nodig was geweest. Het vaststellen van correcte specificaties voor digitalisering is essentieel om de verwachtingen van zowel opdrachtgever als -nemer op elkaar te laten aansluiten. De diverse workflows binnen een dergelijk project moeten goed worden gedefinieerd, het liefst opgesplitst in kleine deeltaken. Tot slot is binnen Beelden voor de Toekomst gebleken dat een grotere hoeveelheid te digitaliseren materiaal in verhouding een lagere prijs per minuut of uur film opleverde. Hierdoor bleef er meer geld beschikbaar voor andere onderdelen van het project. Authenticiteit en ethiek al aangetast werd. Tom de Smet en Harm Jan Triemstra, respectievelijk werkzaam bij het NIBG en als zelfstandig consulent, bieden tot slot een handleiding voor het scannen van analoog filmmateriaal (8, 9.5, 16 en 35 mm.). Deze handleiding is voortgekomen uit het project Beelden voor de Toekomst vanuit het principe best practice. De schrijvers geven een uitvoerig beeld van de aard van de collectie van het NIBG, de keuzes die gemaakt zijn binnen het project en hoe men tot die keuzes is gekomen. De uiteenzetting is hoofdzakelijk technisch van aard maar zeker leesbaar gehouden. Roland de Jong senior informatiespecialist audiovisueel materiaal Historisch Centrum Overijssel. nummer 3 2012 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 31