Parate kennis Veel mensen slaan zich op de borst vanwege hun feitenkennis. De hersenpan bevat een schier eindeloze reeks weetjes die op zich weinig om het lijf hebben. Doet me altijd denken aan een conference van Theo Maassen waarin hij zich mateloos opwindt omdat hij moeiteloos de meest nutteloze feitjes onthoudt, terwijl dingen die echt belangrijk zijn blijkbaar steeds weer uit zijn geheugen wegglippen. Herinnert de lezer zich nog de overhoring van Job Cohen door Twan Huijs waarbij Cohen definitief en ongevraagd de prijs van 'hakkelaar' kreeg. Parate kennis als debatmijn. Waarom is parate kennis eigenlijk zo relevant? De voorstanders klagen regelmatig in de media. Het onderwijs is een mooi voorbeeld. De kinderen van tegenwoordig, en ik kan het weten want ik heb er zelf ook een paar, weten niks meer! Geen rijtjes met plaatsnamen per provincie, geen jaartallenreeksen van historische gebeurtenissen, nauwelijks nog de tafel van zeven. 'Waar moet het heen met de jeugd van tegenwoordig?', verzucht een generatie feitenkenners. Zelf heb ik zelden profijt van de rijtjes die ik moeiteloos kon opdreunen bij de fraters. Reproductie als intellectuele meetlat. Vooral niet teveel zelf nadenken! In het digitale tijdperk is parate kennis steeds minder relevant. Als je iets even niet weet dan zoek je het simpelweg op op je mobiele vraagbaak. Vraagje uitzetten in Google of Wikipedia en het antwoord komt snel terug. Wat een gemak! gebaseerd, is het overbekende Twee voor Twaalf. Die quiz vraagt om meer competenties dan uit het blote hoofd reciteren, daar komen opzoek- kwaliteiten ook van pas. Eigenlijk was het een quiz die zijn tijd ver vooruit was en is. Een echte archivarissenquiz zou je zeggen! Moet de informatieprofessional die de archivaris graag wil zijn, putten uit zijn of haar parate kennis? In ons vak kan het relevant zijn als je kennis hebt over de vindplaats van bepaalde archieven (weten waar het staat) of de inhoud van archieven en collecties (weten waar je het zoeken moet). Maar we zouden moeten vermijden om de vragensteller aan de balie een pasklaar antwoord te geven. Dat ontneemt de onderzoeker het gelukzalige gevoel dat je krijgt als je zelf het antwoord ontdekt. Bovendien sluit je mogelijkheden uit. De gebaande paden bewandelen kan leiden tot een goed antwoord, maar een omweg maken leidt soms tot een kortere route of nieuwe ontdekkingen. De vondst van nieuwe feitjes, de sensatie van de ontdekking van een snippertje weten. Dat is nou juist de charme van onderzoeken. Nieuwe feiten leren kennen en niet het eindeloos herhalen en oplepelen van wat al bekend is. I/// Luud de Brouwer Column Wie herinnert zich nog de meters planken vol met onhandige naslagwerken. Ze nemen veel ruimte in beslag en wat veel erger is, je kunt er niet efficiënt in zoeken. Al weer jaren geleden kocht ik het Woorden boek der Nederlandsche Taal (WNT, drie strekkende meter in de kast) op cd-rom. Wat een verademing! Geweldig handig! Alle zoekresultaten in een handig doorklikbaar overzicht. Nu staat het WNT online en dat is nog veel handiger. Nu is niemand meer afhankelijk van een onhandelbare en onpraktische papieren versie, noch van een kwetsbaar, nooit up-to-date, schijfje. Zolang er een pc met internet in de buurt is, kan iemand zijn zoekvraag beantwoorden. Overigens heeft de digitale mijn aan informatie die online te vinden is ook een keerzijde: het kan een onont warbare kluwen als resultaat opleveren. Feitenkennis die snel opgelepeld kan worden, is nog wel relevant als je wilt winnen in een televisiequiz. Daar komt het vaak aan op parate kennis. Hoogstens een hulplijn kan soelaas bieden, als daar tenminste iemand achter zit die de feiten wél op een rijtje heeft. De meest moderne quiz die al jarenlang meegaat en niet uitsluitend op parate kennis is a Daarnaast hebben we als vakmensen ook onze beperkingen: je kunt niet alles onthouden maar wel opzoeken. Parate kennis is steeds minder noodzakelijk. Tenzij je een quiz wilt Tekening: Peter Vlot. nummer 3 2012 27

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 27