In memoriam
Jan Hendrik Kompagnie
(1947-2011)
Op 20 november 2011 overleed op 64-jarige leeftijd onze collega
Jan Kompagnie. Een licht herseninfarct waar hij een jaar eerder
door leek te zijn getroffen, bleek een paar maanden later een zeer
agressieve hersentumor te zijn.
Productief schrijverschap
In 1979 slaagde hij voor het examen
middelbaar archiefambtenaar met een
inventaris van de solliciteur-militair Paulus
Gebhardt. Bij de Tweede Afdeling
(Centrale Overheidsarchieven na 1795)
zette hij zijn werkzaamheden voort met
inventarissen van archieven van politici als
Frida Katz en Jaap Burger. Ook volgden er
vele gidsen en overzichten van zijn hand.
Hier begon tegelijkertijd een productief
Familieman
In zijn vrije tijd was hij een verwoed
hardloper en een groot liefhebber van
klassieke muziek. Hij had zichzelf het
spelen op een harmonium en het orgel
geleerd. Van Bach kon hij tot tranen toe
ontroerd raken. Maar bovenal was hij een
echte familieman.
Zijn veel te vroege overlijden veroorzaakte
bij zijn collega's bij het Nationaal Archief
grote verslagenheid. Zijn menselijke
betrokkenheid zullen zij zeer missen.
Ron Guleij en Sierk Plantinga
Jan Kompagnie (foto part. coll.).
Jan Kompagnie kwam als stagiair in 1978
bij de Derde Afdeling (Zuid-Holland) van
het Algemeen Rijksarchief. Hij kreeg de
kans om er te komen werken door het
toenmalige personeelsbeleid, waarbij
vaak de voorkeur werd gegeven aan
kandidaten die reeds enige levenservaring
hadden. Jan was opgegroeid in een
gereformeerd arbeidersgezin uit de streek
van de Overijsselse venen. Na de MULO
werkte hij op een kantoor en studeerde
hij in de avond voor het diploma
Handelscorrespondentie. Dat studeren in
de avonduren zou hij de rest van zijn leven
volhouden. Hij werd boekverkoper in
Utrecht. In die stad ontmoette hij zijn
toekomstige vrouw Janny Smid. Na hun
huwelijk en de geboorte van hun eerste
dochter werd Jan huisman, zodat hij les
kon volgen aan een avondatheneum. Na
het behalen van dat diploma volgde zijn
sollicitatie bij het Algemeen Rijksarchief,
want hij had op de radio gehoord over
de opleiding tot archivaris.
schrijverschap, want Jan publiceerde graag
over hetgeen hij had onderzocht. Zo
volgde op zijn inventaris van het archief
van Frida Katz een uitgebreid artikel over
haar in het weekblad Vrij Nederland in
1982.
Na een verhuizing naar Gouda in 1980
publiceerde hij veel in Tidinge van die
Goude, het blad van de historische
vereniging waarvan hij ook een tijdlang
hoofdredacteur was. Ook maakte hij deel
uit van de redactie van Duizend jaar
Gouda, dat in 2002 verscheen en waarin
hij zelf ook hoofdstukken had geschreven.
Ondertussen had hij ook nog in de avond
uren in Leiden geschiedenis gestudeerd en
in 1998 deel uitgemaakt van het team dat
de terugkeer en opvang van oorlogs
slachtoffers onderzocht.
Na diverse reorganisaties bij het
Algemeen Rijksarchief/Nationaal Archief
werd er een afdeling Onderzoek gecreëerd
waarvan Jan het hoofd werd. Jan sprak
graag over zijn "prachtafdeling". Vele
facetten van het archiefbedrijf kwamen
daar samen: onderzoek, begeleiding van
onderzoekers, openbaarheid en privacy
bescherming, maar ook de Tweede
Wereldoorlog met de naoorlogse
archieven van de Bijzondere Rechts
pleging. Een auditcommissie van het
departement oordeelde dat de open
discussies onder elkaar binnen Jans
afdeling het risico van bedrijfsongevallen
in privacyaangelegenheden aanzienlijk
verminderde. Die openheid was tekenend
voor zijn stijl van leidinggeven.
De dossiers van de Bijzondere Rechts
pleging leverden veel stof op voor nieuwe
publicaties. Hij schreef een boek over een
Goudse oorlogsmisdadiger en samen met
Ad van Liempt leidde hij het project voor
de vervaardiging van een database van
Joodse slachtoffers. Kort voor zijn
overlijden kwam een boek gereed over
zijn oom Henk, een Haagse politieman die
in een concentratiekamp was omgekomen.
Naast zijn dagelijkse werk was Jan
jarenlang docent aan de Archiefschool; hij
gaf onder meer les aan toekomstige
archiefassistenten.
Ron Guleij en Sierk Plantinga collega's
van het Nationaal Archief.
24 2012 nummer 1