De archiefervaring van Ivo Zandhuis ?z Natuurlijk heb ik tientallen ervaringen opgedaan bij archiefdiensten. Maar de eerste ervaringen maakten toch de meeste indruk. Die eerste ervaringen deed ik op als onderzoeker naar onze familiegeschiedenis. En als echte genealoog ga ik u daarom 'lastigvallen' met een stukje van mijn familiehistorie. 4..„L.r Detail van minuutplan gemeente Olst, Sectie F, tweede blad (1832). De eerste stappen in het onderzoek naar de geschiedenis van onze familie werden al gezet door mijn grootvader, ik vermoed geïnspireerd door wat in de oorlog 'sibbekunde' werd genoemd. Hij schreef zijn collega-ambtenaren in de regio aan met het verzoek om afschriften van aktes uit de Burgerlijke Stand die betrekking hadden op zijn voorouders. Hij nam deze informatie daarna over op voorgedrukte kwartierstaten, die destijds verkrijgbaar waren bij de rechts- voorganger van het Centraal Bureau voor Genealogie. Mijn vader heeft in de jaren zeventig dit onderzoek verder aangevuld met informatie over de familie van zijn moeder en zijn vrouw. Jong geleerd is oud gedaan: ik denk dat ik een jaar of acht was toen mijn vader mij de genealogische overzichten voor het eerst ging uitleggen. Hij was op zoek gegaan naar de oplossing van het grootste raadsel in onze familie geschiedenis: waar was de familienaam Zandhuis van afkomstig? Daarbij was hij in contact gekomen met andere dragers van dezelfde naam, maar geen van deze families was bij genealogisch onderzoek op een gemeenschappelijke voorouder uitgekomen waarmee de herkomst van de familienaam kon worden verklaard. Onze verst bekende voorouder op dat moment was Jan Jans, woonachtig in Heerde. Hij nam daar in 1826 officieel de familienaam Zandhuis aan. De keuze hiervoor leek uit het niets te komen: er was geen enkele veldnaam in Heerde die dit kon verklaren. Zijn herkomst bleek uit zijn overlijdensakte echter elders te liggen. Hij was volgens deze akte afkomstig uit Welsum, een Overijsselse 'enclave' aan de verkeerde kant van de IJssel, onderdeel van de toenmalige gemeente Olst. Hij was daar al door mijn vader gezocht in de doop boeken, maar niet gevonden. Het spoor liep dood. En ja, deze archiefervaring ontvouwt zich geleidelijk aan tot het standaardverhaal van de genealoog die een dood spoor vlot trekt. Maar... dat is dan ook een sensationele ervaring. Toen ik vijftien was, stelde ik mezelf tot taak dit intussen bijna 50 jaar oude raadsel voor eens en voor altijd uit de wereld te helpen. Het toeval heeft me hierbij (natuurlijk) enorm geholpen. Ik geloof dat ik elk boek dat ook maar iets over de geschiedenis van Overijssel leek te bevatten heb opengeslagen, totdat ik een verwijzing vond naar het proefschrift van Bernard Slicher van Bath uit 1944. Hij had daarin een lijst met boerderijnamen opgenomen waarin melding werd gemaakt van een boerderij in hetzelfde Olst, maar dan aan de 'goede' kant van de IJssel. Een boerderij met de naam 't Zandhuis. Er moest een link zijn. Bij mijn eerstvolgende bezoek aan het rijksarchief in Overijssel wilde ik daarom het volledige doopboek van Olst door pluizen op zoek naar die link. Bij de kast in de studiezaal trof ik echter het bewuste deel niet aan. In mijn herinnering heb ik bij de kast staan wachten tot iemand het kwam terugbrengen. Het bleek in gebruik door een wat morsige man, wiens achternaam was afgeleid van een boerderij in precies hetzelfde gehucht! Hij toonde mij kadasterkaarten waarop de boerderijen stonden en legde mij uit welke bronnen ik nog meer kon raad plegen. Diezelfde middag was de link gelegd: de gezochte Jan Jans bleek inderdaad te zijn geboren op 't Zandhuis. Ik was achttien en in één dag zeker tien centimeter gegroeid: mijn naam had meer betekenis gekregen. Zodra dit mogelijk was, heb ik via Wat Was Waar een reproductie besteld van de bewuste minuutplan. Deze hangt nu ingelijst boven mijn bureau. Ivo Zandhuis redacteur Archievenblad en zelfstandig adviseur/projectleider (www.zandhuis.nl). nummer 10 201 1 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 5