r VauiMM.KUp Be vol kingen arbeid in transform it ie Of de beginnende gebruiker de principes van de archiefinventaris en met name ook deze valkuil kent, en daarmee uit de voeten kan, waag ik - denkende aan mijn eigen ervaring - zeer te betwijfelen. Mijn studenten zeggen al gauw dat iets er niet is. Ze bedoelen dat hun zoektocht Het sterke punt van een goede archiefinventaris is dat deze volgens een voorspelbare, grondig uitgewerkte systematiek is opgezet. Broncommentaren Informatieprocessen nwfc IS Bnhüll RUO-BOll Proefschrift Paul MM. Klep (1981) lastig gegeven dat, als een thema of een historische actor niet beschreven staat in de klassieke inventaris, dit beslist niet betekent dat het archief daarover geen informatie bevat. in databases van archieven geen hits van dossiers of losse stukken heeft opgeleverd waarin het gezochte woord voorkomt. Ze kijken alleen maar naar de hits en niet naar de algemene series. Dergelijke databases vormen een geweldige vooruitgang, maar zijn dus ook gevaarlijk. Niet zelden ontbreekt de klassieke inventaris op de website en is er alleen een database van trefwoorden beschikbaar die 'iemand' ooit heeft toegekend aan inventarisnummers. Dit gezegd hebbende, zijn er twee problemen die gesignaleerd moeten worden: gebrek aan kennis van de aard van de klassieke inventaris en de betrekkelijkheid van aangetroffen hits. Verreweg de meeste gebruikers kennen de systematiek van de klassieke inventaris niet. Een remedie kan wellicht bestaan uit twee elementen. Allereerst zouden links geplaatst kunnen worden naar een centrale tekst die uiteenzet wat de principes en valkuilen van de klassieke archiefinventaris zijn. Ten tweede zou het goed zijn om bij elke hit het voor de bezoeker mogelijk te maken de structuur, de opzet en de tekst van de gehele inventaris te bekijken. Misschien kan ook de notie 'verwante archieven' worden uitgebreid. Ik denk aan verwij zingen naar de algemene series in dezelfde inventaris, waarbij opgemerkt kan worden dat die mogelijk ook hits zouden kunnen opleveren. Ten slotte lijkt het me geen kwaad kunnen om - óók in het geval van geen enkele hit - een waarschuwing op te nemen over de mogelijke inhoud van algemene series. Naast de inventaris zijn er aanvullende instrumenten die de interactie tussen archief en gebruiker kunnen versterken. In 1981 beklemtoonde ik het belang van nadere ontsluiting van krachtens alge mene wetgeving of usance algemeen voorkomende archiefstukken.2 In 1982 werd op initiatief van toenmalige rijksarchivaris van Gelderland drs. G. Mentink, drs. C.O.A. baron Schimmel- penninck van der Ooye en mij door de Vereniging van Archivarissen in Nederland de Commissie Broncommentaren ingesteld. In samenwerking met de Stichting Archiefpublicaties verscheen een serie Broncommentaren. Als enige historicus in deze commissie zette ik mij in om kenners van archiefbronnen te stimuleren om broncommentaren te schrijven. Paul Klep (foto part. coll.). Het doel van de Broncommentaren was kwaliteitsverhoging van het gebruik van archieven door versterking van de bronnen- encyclopedie en de bronnenkritiek. Dit gebeurde door kennis over algemeen voorkomende bronnen in een syste matische vorm te verspreiden. Hiertoe werden archiefbronnen geselecteerd die er hetzelfde uitzien en veel in regionale en lokale archieven voorkomen, zoals militieregisters, kiezerslijsten, kadastrale leggers, kohieren van de gemeentelijke hoofdelijke omslag, registers van patent- plichtigen3, registers van onroerend- goedbelasting, vreemdelingenregistratie, werkloosheidsstatistieken en de persoonsdossiers van de gemeentelijke armenzorg.4 De commentaren bestonden uit vijf vaste elementen: (1) Een histo rische situering van de bron; (2) De administratieve ontstaansgeschiedenis; (3) Een visuele kennismaking; (4) Een bronkritisch commentaar (betrouw baarheid, toetsingsbronnen); (5) Voor beelden van gebruikswijzen in historisch onderzoek, met een literatuurlijst. Intussen is dit type commentaar verder ontwikkeld en heeft het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) het initiatief in 1992 overgenomen. Twee series van respectievelijk 12 en 8 delen zijn op internet beschikbaar.5 Een verdere optimalisering van de aanwending van deze broncommentaren lijkt mogelijk door een link te leggen tussen de op het web beschikbare nummers in archief inventarissen enerzijds en de bron commentaren anderzijds. Tijdens het archiefonderzoek voor mijn doctoraalscriptie bleek mij hoe belang rijk de Bataafse Tijd is geweest voor het verzamelen van gelijksoortige informatie over alle gemeenten in Nederland. De provincies en gemeenten waren immers samengevoegd in een nieuwe, centralistische staat. Tijdens de Bataafse Republiek groeide de behoefte aan informatie in Den Haag. Dit moest drie doelen dienen: controle op de lagere staatsorganen, voorbereiding voor reorganisaties van de staats instellingen en voorbereiding van het implementeren van nieuwe wetten. Vanuit Den Haag werden honderden vragenlijsten en tabellen over de gekste onderwerpen rondgestuurd naar provincies en gemeenten. Er ging een wereld voor me open: 34 2010 nummer 10

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 34