Geschiedenis, archieven,
onderzoek en de onderzoeker
Een nieuwe blik op de NSB
Benutting van archieven. Voor mij zitten twee gelauwerde historici: Robin te Slaa en Edwin
Klijn. De twee auteurs van het 900 pagina's tellende boek De NSB. Ontstaan en opkomst van
de Nationaal Socialistische Beweging, 1931-1935. Het boek is niet alleen goed ontvangen door
historici, maar heeft ook publieke waardering gekregen in de vorm van een nominatie voor de Libris
Geschiedenis Prijs 2010. Daar is het niet bij gebleven: Klijn en Te Slaa zijn inmiddels begonnen met
een vervolgonderzoek naar de NSB in periode 1936-1940. Het is de bedoeling dat dit onderzoek
resulteert in een dubbelpromotie. Zij mogen hierbij rekenen op financiële steun van het Prins
Bernhard Cultuurfonds.
De keuze voor Te Slaa en Klijn is niet
toevallig. Het is niet zomaar een
onderzoek. Als we het hebben over
benutting van archieven dan zijn dit twee
onderzoekers die we moeten spreken.
Klijn en Te Slaa hebben zich letterlijk
ingegraven in het omvangrijke NSB-
archief. Het boek toont de relevantie van
archieven aan als historische bronnen en
de maatschappelijk relevantie van die
archieven voor het heden. Het boek
kreeg niet alleen aandacht vanwege de
goede recensies en de nominatie voor de
Libris Geschiedenis Prijs, maar ook omdat
de auteurs dankzij een uitlating van
Vogelaar ook (zijdelings) werden
betrokken bij de discussie over het
karakter van de PVV. Ex-minister Ella
Vogelaar kan hier zelfs geciteerd worden:
"Het lijkt wel alsof we de belofte die we
met elkaar hebben gedaan na de Tweede
Wereldoorlog - 'dat nooit weer' -
vergeten zijn. En ik kan u verzekeren dat
nummer 10 2011 21
wie de moeite neemt om het recent
verschenen boek over de opkomst van
de NSB te lezen, schokkende parallellen
tegenkomt." Samen vertellen ze over
hun ervaringen.
Wat betekent archiefonderzoek voor
jullie?
"Archiefonderzoek is in de eerste plaats
bewerkelijk. Archieven zijn complex en
lastig te doorgronden en eerlijk gezegd
speelt toeval op bepaalde momenten ook
een grote rol. Je moet als onderzoeker de
beschikking hebben over grote porties
geduld en doorzettingsvermogen. Soms
vind je niet wat je zoekt en andersom
vind je ook wel wat je niet had verwacht.
Archiefonderzoek is voor ons 'terug naar
de bron'. Het bestaande onderzoek over
de NSB was naar onze mening voor
namelijk een herhaling van Loe de Jong,
A.A. de Jonge en Ronald Havenaar; het
archief was in die zin nog grotendeels
onontgonnen. In het juryrapport van de
Libris Geschiedenis Prijs werd speciaal
melding van gemaakt van ons archief
onderzoek. Daarnaast is het een onder
werp van belang en bleek het zeer
actueel."
Met welke vraag zijn jullie het archief
en het onderzoek ingegaan?
"Het begon eigenlijk met het huidige
onderzoek naar het 'karakter' van de
NSB als beweging. Er is natuurlijk veel
geschreven over de NSB, maar dat was
zelden op basis van archiefonderzoek.
Bovendien werd de ideologie van de NSB
niet serieus genomen en dus nauwelijks
onderzocht. Wij wilden de houdbaarheid
van het gangbare beeld van de NSB
onderzoeken: de NSB als zwakke partij,
gevuld met opportunisten en rancuneuze
losers zonder ideologie of geloof.