«jjfcj IR Hulpmiddelen Verplichting? Ï9 Jan Hein Furnée (foto Eduard Lampe). volgens Joop Koopmans het zogenaamde Honours College waarin getalenteerde studenten naast de reguliere bachelorcolleges in het derde jaar een onderzoeksstage doen. Hierbij volgen en ondersteunen zij een docent bij de voorbereiding van een artikel. Archieven zijn één van de vele primaire bronnen die een student kan raadplegen. Alle mogelijke bronnen, van papier tot beeld en geluid, komen aan bod. Over het algemeen krijgen studenten weinig hulpmiddelen aangereikt voor onderzoek in primaire bronnen. Extra hulp is veelal vrijwillig van aard of onderdeel van het 'normale' onderwijs. Joost Rosendaal: "Voor hulpwetenschappen is er in het huidige geschiedenisonderwijs aan de universiteit nauwelijks ruimte. Paleografie kan pas als een keuzevak in de master worden gevolgd in de vorm van een individuele atelieropdracht en is daarbij gebaseerd op zelfeducatie (in totaal 2,5 week). Dat geldt ook voor de Universiteit van Amsterdam." Anders is dit aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar Bert Altena - samen met eerdergenoemde Van Lente - les geeft aan beginnende bachelorstudenten: "In het eerste blok van het eerste jaar worden de studenten intensief begeleid en doen ze kleine stappen naar een op een steeds hoger niveau omgaan met primair materiaal (van toeschrijven aan een bepaalde stroming, via verifiëren van krantenverslagen naar een standpunt innemen in een historisch (schijn)debat." Daarnaast kunnen studenten een cursus paleografie volgen in bachelor 2 of 3, waar ze worden ingeleid in de analyse van bronnen en ze een overzicht krijgen van het vinden en gebruiken van internetbronnen. In Utrecht zal een student volgens Edwin van der Veldt in de meeste gevallen zelf zijn hulpmiddelen moeten samenstellen in samenspraak met de docent (als het gaat om extra paleografie, statistiek en dergelijke). Voor het zoeken naar digitale primaire bronnen en de toegang tot archieven biedt de Universiteits bibliotheek instructies aan, ook weer in samenwerking met de docenten. In Amsterdam worden studenten in het leeronderzoek (tweede studiejaar) in acht parallelle themacolleges stap voor stap vertrouwd gemaakt met het zelfstandig verrichten van bronnen onderzoek. Zijn eigen werkgroep gaat over vrijetijdscultuur en sociale verhoudingen in negentiende-eeuws Amsterdam. Hier voeren ze in de eerste weken opdrachten uit op basis van stadsbeschrijvingen, kranten, brieven aan de overheid, kiezerslijsten en ledenlijsten. De koppeling van kwalitatieve en kwantitatieve bronnen staat daarbij centraal. Na een paar Vrije Universiteit Amsterdam (foto Profilering Mediarelaties, VU). weken gaan ze aan de slag met een eigen archiefonderzoek. Jeurgens geeft aan dat archiefonderzoek voor veel studenten extra problematisch is omdat zij onvoldoende in staat zijn om een duidelijke vraagstelling te maken voor hun onderzoek: dit is echter onont beerlijk voor productief archief onderzoek. Verder speelt bij het type bron 'archief' de archivaris volgens hem een kwade rol vanwege zijn of haar voorkeur voor zeer specialistische terminologie, waarmee studenten vaak moeite hebben. Een praktische oplossing bestaat aan de Vrije Universiteit, waar studenten een archiefstage kunnen doen. Er is een goede relatie met het Protestants Documentatiecentrum (dat aan de VU verbonden is). Daar kunnen studenten niet alleen kennismaken met archieven, maar ook daadwerkelijk een archief ontsluiten. De stagiair krijgt een archief toegewezen en de opdracht een toegang op dat archief te maken. In Utrecht zijn er geen 'standaardcursussen' voor specifieke vaardigheden als paleografie, statistiek, visuele cultuur en dergelijke. Zeker niet elke afgestudeerde historicus in Utrecht heeft dus een basispakket vaardigheden. Edwin van der Veldt: "De variëteit is dus enorm, maar in de praktijk zie je dat met name goede studenten (zelfstandig, taalvaardig, gedisciplineerd en getalenteerd) archiefonderzoek gaan doen, en meestal met schitterend resultaat." Bij vrijwel geen universiteit is primair bronnenonderzoek, of specifiek archiefonderzoek verplicht voor bachelor- of masterscripties. Dat is ook niet per se nodig, omdat onderzoek op basis van secundaire literatuur net zo waardevol kan zijn. Alleen de Erasmus Universiteit stelt wel eisen hieromtrent. Verder zie je dat men het onderzoek in primaire bronnen en dus ook archieven Entree Vrije Universiteit Amsterdam (foto Profilering Mediarelaties, VU). 12 2011 nummer 10

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 12