Grensstenen van het verleden De revolutionaire ontwikkelingen in de informatietechnologie zorgen voor een gestage stroom aan publicaties binnen de archief- en informatiewetenschappen, maar het gaat daarbij zelden over de gevolgen voor de geschiedbeoefening en de omgang met het verleden. Twee boeken vormen daarop een uitzondering. Reservaten van het verleden Het leek erop of de Kamerleden Mariko Peters en Harry van Bommel met hun opiniestuk in NRC-Next de erfgoed instellingen een stuk terug in de tijd wierpen. Met Prinsjesdag in zicht richtten zij hun pijlen op de Gouden Koets - het symbool van de Nederlandse monarchie - met daarop een afbeelding waar zwarte mannen en vrouwen hulde betonen aan het Nederlandse koningshuis. Die afbeelding roept volgens beide Kamerleden zoveel pijnlijke herinneringen op aan het slavernijverleden, dat het ongepast is om daarmee op Prinsjesdag leden van het Koninklijke Huis te vervoeren. Zij roepen koningin Beatrix op het "het paneel 'Hulde der Koloniën' van de 3C - /Ir 71 CONSUMING HISTORY Gouden Koets te verwijderen en de plaats te geven waar het thuishoort: het Rijksmuseum".1 Het is een prachtig voorbeeld van een hedendaagse poging tot 'musealisering' van het verleden die doet denken aan de inspanningen van revolutiemakers uit de Bataafs-Franse tijd om de geschiedenis te corrigeren. Dat deden ze door zichtbare verwijzingen naar het kwalijke stadhouderlijke regime te verwijderen, maar tegelijkertijd ervoor te zorgen dat stukken van nationale betekenis in speciale instituten werden ondergebracht. Het fundament voor de latere erfgoedinstituten als archief instellingen en musea werd daarmee gelegd.2 Door het verleden onder te brengen in degelijke en veilige instituten, werd dat verleden als het ware ongevaarlijk gemaakt voor de samenleving en buiten het actieve maatschappelijke verkeer geplaatst. Het gewraakte paneel van de Gouden Koets hoort volgens de auteurs van het opiniestuk blijkbaar ook in zo'n reservaat thuis, om te voorkomen dat zijn verderfelijke herinnering 'in het wild' zichtbaar blijft. Grensstenen 2011 nummer 9 Charles Jeurgens I In 2009 verscheen Consuming history. Historians and heritage in contemporary popular culture, geschreven door Jerome de Groot (University of Manchester). Begin dit jaar publiceerden Francis X. Blouin jr. en William G. Rosenberg Processing the past. Contesting authority in history and the archives. Beide boeken besteden volop aandacht aan de grote veranderingen die zich voltrekken op het terrein van archiefvorming, archiefbeheer, archiefgebruik en geschiedbeoefening en bieden volop stof om te reflecteren op onze omgang met het verleden en de rol die archieven, archiefinstellingen, archivarissen en historici met elkaar spelen in een zich ontwikkelende biotoop. pj£_ J Het voert ons naar de vraag hoe de instituten waar de herinneringen aan vroeger worden bewaard, zich eigenlijk verhouden tot onze samenleving. Pierre Nora, de man van de lieux de mémoire, karakteriseerde de archieven en musea ooit als de grensstenen tussen onze eigen tijd en het verleden. Volgestouwd met artefacten en voorzien van een toegekende betekenis, proberen ze op een kunstmatige manier de leegte op te vullen die ontstaan is door wat de samenleving zelf verloren is: haar spontane culturele herinnerings vermogen. Het kunstmatige geheugen van de archieven en musea (historicized memory) probeert daarmee, aldus Nora, de illusie van de eeuwigheid in stand te houden.3 De sterke binding aan de materialiteit (documenten, objecten en dergelijke) heeft ervoor gezorgd dat deze 'memory-instituten' de status hebben kunnen krijgen die ze in de loop van de tijd hebben ontwikkeld: ze vormden lange tijd de exclusieve institutionele infrastructuur om de verbinding met het verleden te kunnen leggen. Is er in de veranderende 20

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 20