begonnen Wiesbadense archivarissen al
in het midden van de 20e eeuw met
een bewerking. Daarbij hoorde ook de
re-integratie van het omstreeks 1900
kunstmatig gevormde Oranje Huisarchief
onder de signatuurgroep Z. Helaas
kwam geen van hen heel ver en hebben
hun beschrijvingspogingen slechts een
betere indeling en een nauwkeuriger
tijdsaanduiding opgeleverd. Maar ook
dit bleef rudimentair. Sinds maart 2009
werd de bestaande archivering van
afdeling 171 volgens moderne
beschrijvingsnormen vervolgd. Omdat
het repertorium van Von Erath niet goed
bruikbaar was, werden zoveel mogelijk
fundamenteel nieuwe beschrijvingen
gemaakt, met gedeeltelijke overname
van die van de letters B tot D en Z. Een
herordening van bundels die inhoudelijk
vermoedelijk onterecht bijeengevoegd
waren, werd niet uitgevoerd om de
overgeleverde signaturen te handhaven
en geen concordansen noodzakelijk te
maken. De database HADIS maakte het
zoeken over het traditionele model van
de classificatie toch al mogelijk. Wel
werden, naast een moderne en
begrijpelijk geformuleerde titel, ook
uitvoerige "bevat"-aantekeningen en
jaartallen toegevoegd. Vooral de talloze
losse stukken die door Von Erath meestal
van nietszeggende titels waren voorzien
en zo in feite niet bruikbaar waren,
werden hierdoor adequaat toegankelijk
gemaakt. Verder werden de datum-
vermeldingen nader omschreven.
Drukwerken en kaarten werden
afzonderlijk vermeld. Bovendien moest
de tot dusver zeer basale classificatie
sterk uitgebreid worden zodat nu ook
op deze manier doelgericht zoeken
mogelijk is. Tot nu toe werden op deze
wijze 20.548 beschrijvingen in HADIS
ingevoerd, die online doorzoekbaar zijn
(www.hadis.hessen.de). Het lijkt bijna
alsof Von Erath en zijn opvolgers erop
hebben gewacht, tot een moderne
database werd gecreëerd om deze
rijkdom aan materiaal te kunnen
ontsluiten, want nu speelt de verdeling
van de verschillende inhoudelijke zaken
over verschillende letters geen rol meer.
Ook het voorkomen van bepaalde
onderwerpen in verschillende verbanden
is door de mogelijkheid om op alle
woorden in de tekst te zoeken (full text
retrieval) opgelost.
Afdeling 170 III digitaal
ontsloten
12 2011 nummer 9
Karikatuurtekening van prins Johann Ludwig van Nassau-Hadamar
te maken aan deze misstanden
Datzelfde geldt ook voor afdeling 170 III
(correspondenties) die tot einde 2010
nooit aan archivering onderhevig waren.
Want het 44 meter omvattende bestand
correspondenties vormt een groot
mysterie in het Dillenburgse archief. Een
deel bestaat uit losse stukken die per
jaar vanaf ongeveer 1520 tot 1757 (met
enige voorlopers) zijn opgeborgen,
volledig uit hun verband gerukt. Waar
deze geschriften vandaan kwamen
vertelt de overlevering (althans tot op
heden) niet. Vermoedelijk gaat het om
delen van de privé- of kabinets
registratuur van de graven en vorsten.
Voor de oude correspondentie uit de
zeventiende eeuw van de graven en
vorsten met hoge ambtenaars, kunnen
de inliggende oude omslagen een
oplossing bieden. Het uiteenhalen van
die oude correspondentie was geen
hoogtepunt in de archiefgeschiedenis.
Losse stukken werden hierdoor uit hun
verband gehaald en in de massa van
de overige schriftelijke overlevering
ondergebracht. Nog ernstiger is het dat
ook stukken die in de repertoria van Von
Erath als zodanig al waren opgetekend,
nog in de achttiende eeuw - op datum
gesorteerd - in de grote wirwar van de
al bestaande correspondenties werden
geïntegreerd. Een nuttelozer handeling
kan men zich nauwelijks voorstellen,
want deze akten waren voortaan alleen
maar te vinden als men een precieze
datum voor de gebeurtenis had. Zelfs
bij een grove rangschikking van de
gebeurtenis in tijd werd het zoeken
tergend, want sinds de vroege
zeventiende eeuw leverde ieder jaar
tenminste een met losse stukken
gevulde archiefdoos op, sinds ongeveer
1615 moet men zelfs op twee of meer
dozen per jaar rekenen. Bovendien zijn
er onder de archivalia nogal vele
concepten en fragmenten waarvan
de inhoudelijke betekenis alleen maar
moeilijk kan worden afgeleid. En niet
te vergeten, archivaris Johannes von
Arnoldi (1751-1827) heeft afzonderlijke
documenten - vermoedelijk om
hulpwetenschappelijke redenen -
gekopieerd of laten kopiëren. Ook deze
stukken liggen, gedeeltelijk samen met
het origineel, in afdeling 170 III.
Kenmerkend voor dit bestand blijft dat
het meestal uit geschriften aan en van
hoge persoonlijkheden bestaat zodat het
nog veel sterker dan afdeling 171 de
bovenregionale betekenis van het huis
Nassau beklemtoont. Terwijl afdeling 171
de Nederlandse onafhankelijkheidsstrijd
slechts zijdelings aanstipt, namelijk
vooral wanneer het om de financiering
gaat, is in afdeling 170 niet alleen de
correspondentie hierover zeer uitgebreid,
maar ook de regelmatige rapportage.
Doordat dit in de vroege negentiende
eeuw niet is onderkend, zijn deze
onderdelen in Wiesbaden gebleven.
Datzelfde geldt voor cultuur- en kunst
historische vraagstukken, die in de