Bescherming van persoons gegevens bij de Protestantse Kerk in Nederland w Kerken hebben zich, vooral in het verleden, vaak intensief bemoeid met het wel en wee van hun leden. Als gevolg daarvan bevindt zich in de kerkelijke archieven veel privacygevoelige informatie. Ook in die van de Protestantse Kerk in Nederland1, zowel landelijk, regionaal als plaatselijk. Beslissingen over het al dan niet toelaten van onderzoekers tot deze archieven worden daarom met zorgvuldigheid genomen. Onderzoek Openbaarheid Fennie Duursema I Bij de archivaris van de Protestantse Kerk komen geregeld verzoeken binnen van onderzoekers die landelijke archieven willen raadplegen. Hoewel veel van deze archieven bij Het Utrechts Archief in bewaring zijn gegeven, beslist de archivaris van de Protestantse Kerk over de inzage van de jongste gedeelten van die archieven; dit ter bescherming van de privacy van de mensen die in de archieven vermeld worden. Doel van de onderzoekers is meestal het vastleggen van gegevens in bijvoorbeeld een scriptie, een proefschrift of een artikel in een tijdschrift. Soms is het doel van de inzage heel persoonlijk. Zo vroeg de zoon van een oud-zendeling inzage in het dossier van zijn vader. Na intern overleg verleenden wij deze man toestemming het dossier in te zien. De vader bleek zich in een ver land misdragen te hebben. Voor de zoon vielen veel puzzelstukjes op hun plek. Een andere onderzoeker schreef de biografie van een hem bekende predikant. Wij wisten dat bij een benoeming in de loopbaan van deze dominee verschillende personen een negatieve rol hadden gespeeld. De vraag is dan of een onderzoeker volledig inzage Overlijdensdoek (coll. Protestants Landelijk Dienstencentrum). in het archief gegeven kan worden. Een derde voorbeeld betreft de aanvraag van iemand die een artikel moest schrijven voor een historisch tijdschrift. Hij wilde het archief inzien van het gereformeerd huwelijkscontactbureau uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Het archief bevat gegevens van personen die op zoek waren naar een partner en thans nog in leven kunnen zijn. De algemene regel voor de openbaarheid van kerkelijke archieven is dat ze na vijftig jaar zonder beperkingen toegankelijk zijn voor onderzoekers. De eigenaar (in ons geval de Protestantse Kerk) kan hier uitzonderingen op maken door bepaalde delen van die archieven hiervan uit te zonderen tot een maximale termijn van honderd jaar (of niet over te dragen). Omdat soms sprake is van zeer TT .VZW- vertrouwelijke informatie is een extra beveiliging ingebouwd. In twijfelgevallen kan de archivaris een commissie inschakelen, die daarvoor door het moderamen (dagelijks bestuur) van de generale synode in het leven is geroepen. Deze commissie, waarvan ook de archivaris lid is, is gemandateerd om te beoordelen of toestemming kan worden verleend tot raadplegen van c.q. publiceren uit het archief. In alle gevallen moet de onderzoeker een verklaring ondertekenen waarin hij belooft niets te zullen publiceren zonder schriftelijke toestemming van de archivaris van de Protestantse Kerk. Dit om te voorkomen dat de privacy van in de archieven genoemde personen wordt geschaad. Bij het nemen van een beslissing over inzage in een archief staan twee maatschappelijke belangen tegenover 24 2011 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 24