V V De juridische werkelijkheid van de archivaris gaat op een aantal terreinen drastisch veranderen. bescherming van intellectueel eigendom, de persoonlijke levenssfeer en openbaarheid van bestuur. Dit kruispunt levert explosieve mengsels op waarvan de portee nog niet is door gedrongen tot de archivarissen, zo waarschuwde Noordam. De juridische werkelijkheid van de archivaris gaat op een aantal terreinen drastisch veranderen en Noordam lichtte dat om te beginnen uitvoerig toe voor de omgang met auteursrecht en de auteursrechtelijke beschermde werken die zich onder de archiefbescheiden bevinden. Ook bij overheidsarchieven gaat het in veel gevallen om informatie die de overheid van derden heeft verkregen en waarvan het auteursrecht bij die derden berust. En wat niet mocht, gebeurde toch. Begin 2005 verscheen het volgende bericht op het Archiefforum: "Als eerste gemeente in Nederland heeft Nijmegen het volledige bouwarchief op internet gezet."11 Het ging om 54.000 dossiers. Het eerste protest dat klonk na het bekend worden van het online bouw- archief, betrof de persoonsgegevens (naam, adres, telefoonnummer, handtekening) die hiermee openbaar waren gemaakt en niet de auteurs rechten waar Noordam in 2000 op had gewezen. bouwvergunning heeft verleend deze inzien in verband met de mogelijkheid van het aantekenen van bezwaar. Bij het kopen van een huis is het van belang te kunnen nagaan of een verbouwing wel of niet op basis van een vergunning is uitgevoerd. Het openbaar belang weegt hier zwaarder dan het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" (1 maart 2005). Dat was de mening van deze archivaris. Het College Bescherming Persoons gegevens (CBP) deelde die mening echter niet en kwam in december 2005 met een reactie het Digitaal Bouwarchief van de Gemeente Nijmegen inmiddels zo is aangepast dat het voldoet aan de eisen bescherming persoonsgegevens".12 Prompt daarop - naar aanleiding van deze CBP-reactie in december 2005 - schreef een andere forumbezoeker- archivaris: "Ik weet niet wat het is, maar ik kan maar niet de vreugde voelen die deze uitspraak teweeg zou moeten brengen. Wat is hier nu uiteindelijk mee bereikt? Dat elke archiefinstelling honderdduizend keer moet nadenken voordat ze recente of semirecente informatie, die op papier schijnbaar volledig openbaar is, digitaal beschikbaar stellen, omdat hier en daar de privacy [van banken in dit geval, zo lijkt het] in het geding kan zijn?" De discussie richtte zich dus op openbaarheid versus bescherming van de persoonlijke levenssfeer, iets wat Noordam in zijn artikel bij dit voorbeeld over bouwdossiers niet had genoemd. Archivarissen bepleitten in hun reacties openbaarheid met een nogal onschuldige blik. De risico's bleven buiten beeld: de mogelijkheid van misbruik van persoonsgegevens en identiteitsfraude. Een meer uitgebreide reactie van het CBP, verschenen in 2008, bracht dit laatste uitdrukkelijk naar voren. CBP oordeelde dat een en ander onrechtmatig was: "De Gemeente Nijmegen plaatste aanvragen voor bouwvergunningen integraal op internet. Deze werkwijze kan leiden tot misbruik van persoonsgegevens en identiteitsfraude."13 En Nijmegen ging prompt daarna werken met een nieuw formulier om zo te voorkomen dat een deel van de gegevens ooit openbaar zou worden gemaakt. In het bijzonder gevoelige gegevens zoals het Burger Service Nummer (BSN) en de Geheime registers Sommige bij wet ingestelde registers - die van belang zijn om een goed functioneren van de overheid mogelijk te maken - zijn geheim. Bijvoorbeeld: het bevolkingsregister, het politieregister. handtekening van de aanvrager. Zonder ondubbelzinnige toestemming van de aanvrager komen er helemaal geen gegevens op internet. Alsof er niets was voorgevallen en er geen CBP-richtlijnen bestaan, ging vijf jaar later de Gemeente Groningen in de fout met online bouwdossiers uit de periode 1987-2005. Archiefforum meldde in april 2010 - onder de kop dat de gemeente Groningen "lak heeft aan privacy van haar bewoners" - dat ambtenaren van de gemeente Groningen je zo helpen met het zoeken én vinden van telefoonnummers, e-mailadressen et cetera van de bewoners.14 Opnieuw ontstond er commotie - op het forum en in tal van bladen en blogs - en een paar dagen later zette Groningen de dossiers offline. "Moet kunnen"15 Met name de beperkingen die door archivarissen worden gevoeld om online te werken, om materiaal te presenteren, duiken telkens op in de discussies op internet. "De digitale werkelijkheid biedt mogelijkheden die voorheen ondenkbaar waren. Niet alles is een zegen, ook deze ongebreidelde mogelijkheden niet. Het geval van de bouwvergunning in Nijmegen is natuurlijk absurd. Rechter of geen rechter, het is belachelijk dat je wel in een studiezaal of gemeentehuis alles mag inzien en online niet. Voor mijn gevoel zijn het achterhoedegevechten van een systeem dat ten dode is opgeschreven. Iedereen heeft het recht om de eigen privacy te beschermen. Daar bestaat geen misverstand over." Een zekere argeloosheid ten aanzien van privacy, dat is wat ik regelmatig beluister in de discussie over deze materie. In een apart kader - met middenin, vet gedrukt, de woorden "het mag niet" - belichtte hij het fictieve voorbeeld van de digitalisering van de complete serie bouwvergunningen (inclusief bouw tekeningen) door een gemeente. Niet alleen overtreedt de gemeente hier de auteursrechten van de maker van de bouwtekening (geldend tot 70 jaar na de dood van de maker), zo schrijft Noordam, de digitale opslag is een niet geoorloofde vorm van nieuwe verveelvoudiging (niet te vergelijken met een kopie op de studiezaal). Het mag niet. Een reactie van een andere forum bezoeker-archivaris ging daar tegenin: "Bouwvergunningen zijn openbaar. Iedereen kan bij de gemeente die een 16 2011 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 16