International Council on Archives Handbooks Series, Volume 7, Dictionary of Archival Terminology, 2nd Edition (Munich: K.G. Saur 1988). Van Wpr naar Wbp In 2002 schreef archivaris Charles Noordam in een artikel in het Archieven blad: "Ons veilige archiefwereldje is lange tijd verschoond gebleven van allerlei nieuwigheden als privacy bescherming. Pas bij de wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur in 1992 werd in de Archiefwet de bescherming van de persoonlijke levenssfeer als beperkende bepaling bij de open baarheid opgenomen. Maar tot vorig jaar [AEMJ: de Wbp is in september 2001 in werking getreden] mochten we ons op dat gebied toch meester in eigen huis wanen, want in de Wet persoons registraties stond heel duidelijk dat deze niet van toepassing was op archief bescheiden in archiefbewaarplaatsen. Met de komst van de Wet bescherming persoonsgegevens is dat veranderd."3 Een verandering was het zeker. De verandering die de Wbp teweeg zou brengen, was in 2000 al aangekondigd in een uitgebreid artikel van Eric Ketelaar dat in twee delen is verschenen in het Archievenblad en in herziene versie op zijn website te vinden is.4 In mei en juni 2000 verscheen zijn uiteenzetting over de nieuwe Wbp onder een titel die beklijft: 'Elke handeling telt.' De titel raakt namelijk de kern van de nieuwe wet die is gericht op de verwerking van persoonsgegevens en niet alleen op de registratie van persoonsgegevens, zoals onder de oude wet het geval was. De reikwijdte van de nieuwe wet was ruimer dan de Wpr en bovendien zou de wet gaan gelden voor zowel overheid als particulieren. "Elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens" is verwerking in de zin der wet. Achtergrond Wbp De Wet bescherming persoonsgegevens is géén overkoepelende privacywet. De Wbp gaat slechts over informationele privacy en bijvoorbeeld niet over de ruimtelijke en lichamelijke privacy van mensen. Evenals zijn voorganger de Wpr, voorziet de Wbp in de door artikel 10, tweede en derde lid, vanuit de Grondwet verlangde regels. De Wbp vormt verder de uitvoering van de Europese richtlijn van 24 oktober 1995.5 Deze heeft betrekking op de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en op het vrije verkeer van die gegevens. De richtlijn gaat over grensover schrijdend gegevensverkeer en het harmoniseren van nationale wetgeving, om de belemmeringen van de totstand brenging en werking van de interne markt binnen de EU weg te nemen. Het zijn economische en technologische vereisten die ten grondslag liggen aan de Europese richtlijn. Naarmate het verzamelen en opslaan van persoons gegevens in technische zin eenvoudiger werd en de mogelijkheid ontstond om allerlei persoonsgebonden informatie aan elkaar te koppelen, ongeacht de landsgrenzen, groeide het ongemak over het mogelijke gebruik - of misbruik - dat ervan kan worden gemaakt. In de samenleving ligt inbreuk op de persoonlijke levenssfeer - in Nederland een gevoelig onderwerp sinds het verzet tegen de volkstelling begin jaren '70 - voortdurend op de loer. De verfijning en het niveau van informatietechnologie maken het immers mogelijk om in een fractie van seconden gegevens over personen te Economische en techno logische ontwikkelingen hebben de druk opgevoerd om - in de aangesloten landen - nationale wetgeving op het terrein van privacy na te streven. V "Privacy. The right to be secure from unauthorized disclosure of information contained in records/ archives relating to personal and private matters." het blauw'), dat volgens hem laat zien dat het menselijk geluk in de kern gaat over alleen zijn of alleen te worden gelaten. Het essay van Keen maakt nog eens duidelijk hoe verwarrend de opvattingen over privacy en over wat gevoelige informatie is en wat niet, tegenwoordig zijn. Vooral ook maakt het duidelijk hoe ingrijpend de omgangsvormen zijn veranderd. Wat Keen daarbij echter over het hoofd ziet, is dat het intieme schilderij van Vermeer kan worden gezien als een voorbeeld van inbreuk op privacy. Tijdgenoten van Vermeer dachten mogelijk heel anders over dit privé inkijkje dan de hedendaagse toeschouwer. Na de reformatie heeft de Nederlandse schilderkunst de Nederlandse samenleving veranderd. Kunstenaars schilderden nadien voor een markt waar niet (kerkelijke) patronage, maar populaire smaak bepaalde wat zou worden geproduceerd. De onderwerpkeuze veranderde radicaal: landschappen, stillevens, portretten en alledaagse situaties in en bij de woning. Door het weergeven van huiselijke, alledaagse taferelen gaf het moderne schilderij het privéleven een publieke betekenis. Dat was nieuw: privé betrad het publieke domein. Het schilderij opende een inkijkje in het persoonlijke leven van anderen. Brieflezende vrouw: minachting van de persoonlijke levenssfeer? Na het verschijnen van deze twee bijdragen van Ketelaar leek 'verwerking' voor archivarissen in eerste instantie een strikt persoonlijke betekenis te krijgen. De nieuwe wet leek een dreun uit te delen aan archiefdiensten en archivarissen die zich plots vrijwel verlamd voelden in de uitvoering van normale werkzaamheden ter ontsluiting en beschikbaar stellen van archieven. "Zelfs de vermelding van personen of functionarissen in bij voorbeeld notulen is een persoons gegeven", kopte het AB in de zijlijn en de archivaris hield bij wijze van spreken meteen zijn zwarte viltstift gereed of deed het depot op slot. "Nog levende personen", dat is om te beginnen belangrijk om te onthouden als het gaat om de Wbp. De woorden van Ketelaar dat de meeste persoons gegevens in een archiefbewaarplaats overleden personen betreffen, en dus buiten toepassing van de Wbp vallen, stelden niet echt gerust. De verkorting van de overbrengingstermijn die vlak daarvoor in werking was getreden, beloofde immers een vloed aan overheidsarchieven uit het recente verleden met gegevens over nog levende personen. 14 2011 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 14