Het begin van de
Burgerlijke Stand in Limburg
Tegenwoordig gaat het via een modern computersysteem, maar ooit begon het met een ganzenveer.
De invoering van de Burgerlijke Stand bracht verandering met zich mee. Bij geboorte, huwelijk,
echtscheiding en overlijden kon voortaan een akte worden opgemaakt. Tot baat van de heden
daagse genealogen.
Overgangsregeling
Overigens was de Burgerlijke Stand in
Maastricht reeds bekend sinds 1794, op
grond van een overgangsregeling. Na de
inname van de stad in 1794 werd door
Op 20 september 1792, de dag dat de
Wet op de Burgerlijke Stand werd
goedgekeurd, werd door de Franse
De eerste echtscheiding in Nederland
was die van het echtpaar Wilhelmus
Meers en Agatha Lenaerts, uitgesproken
in 1796. De Maastrichtse ambtenaar van
de Burgerlijke Stand schreef op 29
Fructidor van het jaar 4 15 september
1796) de akte van echtscheiding in, een
twijfelachtige primeur.
De Burgerlijke Stand (Frans: État Civil,
Duits: Personenstand) is in de huidige
Nederlandse provincie Limburg ingevoerd
vanaf 1796 (in het departement
Nedermaas) en in de periode 1798-1802
(in het departement Roer), op grond van
de Franse wet op de Burgerlijke Stand
van 20 september 1792.
Bij besluit van 29 Prairial van het jaar 4
17 juni 1796) gaf het Directoire
Exécutif opdracht in de nieuw gean
nexeerde Belgische departementen de
wetgeving op de Burgerlijke Stand af te
kondigen. Hoewel de wet in Maastricht
pas werd geregistreerd op 24 Messidor
van het jaar 4 12 juli 1796), waren
enige overijverige ambtenaren reeds
vóór die datum aan het werk gegaan.
Al op 4 juli 1796 maakte Jean-Guillaume
Nyssen als agent municipal van
Margraten zijn eerste akte op, de oudste
akte van de Burgerlijke Stand van
geheel Nederland. Hiermee was
Zuid-Limburg het eveneens door
Frankrijk geannexeerde Zeeuws-
Vlaanderen nét twee weken voor: de
eerste akte van de Burgerlijke Stand in
Zeeuws-Vlaanderen werd opgemaakt te
Groede op 10 Thermidor van het jaar 4
28 juli 1796).
de Franse bezetters de mogelijkheid
geboden aktes van geboorte, huwelijk,
echtscheiding en overlijden op te maken
"a l'instar de ce qui se pratique en
France" - "zoals in Frankrijk gebrui
kelijk", namelijk sinds de Wet op de
Burgerlijke Stand van 20 september
1792. De Burgerlijke Stand was toen
echter nog niet verplicht. Zij stond open
voor Franse staatsburgers die aktes
wensten te passeren, maar ook voor
lokale mensen. De bij dit arrêté
geschapen mogelijkheid werd vooral
benut door Franse soldaten van het
leger van Sambre Meuse dat in
Maastricht gelegerd was. Omdat zij geen
binding hadden met de plaatselijke
clerus gaven zij de voorkeur aan aktes
die werden opgemaakt door een
ambtenaar die door de Franse burger
lijke overheid was erkend. Daarnaast
maakten ook heel wat Maastrichtenaren
gebruik van de nieuwe regeling.
Met het invoeren en het bijhouden van
de Burgerlijke Stand werd in de grote
gemeenten een speciaal daartoe
benoemde ambtenaar van de
Burgerlijke Stand belast, en in
gemeenten van minder dan 5.000
inwoners de agent municipal of zijn
adjoint.
Assemblée Nationale ook de Wet op de
echtscheiding vastgesteld. Conform het
enthousiasme van de eerste Franse
revolutiejaren was de regeling uiterst
liberaal. Echtscheiding zou voortaan
mogelijk zijn door wederzijdse instem
ming, of simpelweg op grond van de
bewering van onverenigbaarheid van
karakter door één der echtgenoten.
Echtscheiding werd uitgesproken door
de ambtenaar van de Burgerlijke Stand.
Ook deze wet werd in Maastricht op
12 juli 1796 afgekondigd.
De ruime mogelijkheid tot echtscheiding
was overigens slechts van korte duur.
De Code Civil van 1803 bracht een
aanzienlijke vermindering van de
mogelijkheden tot echtscheiding. In
Frankrijk werd bij wet van 8 mei 1816
de mogelijkheid zelfs geheel afgeschaft,
om pas in 1884 weer toegestaan te
worden. Nederland kende sinds het
Burgerlijk Wetboek van 1838 (in Limburg
in 1842 ingevoerd) slechts vier gronden
voor echtscheiding: overspel, kwaad
willige verlating, veroordeling tot
onterende straffen en zware
verwondingen. De huidige regeling
10
2011 nummer 8