Burgerlijke stand Marcel Duijghuisen stad. Maar verhuizen zou het probleem bij mij thuis alleen maar verplaatsen. Mijn vrouw heeft in Den Bosch een leuke baan als docente Frans en haar ouders wonen bij wijze van spreken om de hoek; toch wel handig gelet op hun leeftijd. De kinderen - naast eerdergenoemde dochter is er ook nog een zoon - zijn in Den Bosch opge groeid en voelen er zich thuis. Wie weet heeft ook wel het verhuizen van mijn ouders een lichte weerzin veroor-zaakt om dat mijn eigen kinderen aan te doen. Bovendien was ik het pendelen toch al gewend - ik doe nu al 25 jaar niet anders - en de treinverbinding is ideaal (circa 30 minuten van deur tot deur). Als ik nu maar net doe of 's-Hertogenbosch een soort Brabantstad-Noord is en ik werk in Brabant- stad-Centrum, klopt alles conceptueel. Bovendien heb ik daar in de loop der jaren ook mijn sociale netwerk opgebouwd, al is dat als forens wel lastiger." "Ik ben op vakantie nog nooit een archief binnengelopen en zie me dat ook niet snel doen. Dat reserveer ik voor werk bezoeken. Vrije tijd staat echt los van mijn werk. Als ik al iets van een beroeps deformatie heb, is dat meer als historicus dan als archiefmens. Daarmee is maar weer eens bewezen dat ik geen echte archivaris ben. Maar dat slaat wellicht meer op de archivaris in klassieke zin dan in moderne zin." "Los van de plicht naar het erfgoed heb je naar mijn mening ook een verplichting naar de maatschappij. En dat gaat niet alleen om het opslaan van materiaal. Het gaat erom de historische informatie die je beheert, bewust en actief terug de maatschappij in te brengen. Het is niet je eigendom en mag dat ook nooit zijn. Digitalisering is wat dat betreft een zegen, ook al worden de mogelijkheden - zeker gelet op de financiële consequenties - nogal eens overschat. Maar digitalisering biedt wel een unieke kans om het archief weer aan huis te brengen en het hele proces van raadpleging om te keren. Het gaat er niet om dat 'bezoekers' naar ons komen maar dat wij het hen brengen. Dat laat onverlet dat er wel behoefte bestaat aan een ontmoetings- en ontdekkingsplek, een ruimte voor collectieve activiteiten als lezingen, workshops en cursussen. Daarvoor gaan wij uit van het principe van de sociëteit, een 'verenigingsgebouw voor mensen met historische interesse'. Die groep is een bont gezelschap en daar moet en kun je een veelvoud aan initiatieven voor ontwikkelen, tot historische VVV- wandelingen toe. Schenk ze een goede kop koffie, verstrek ze bij gelegenheid een goed glas wijn en laat ze met elkaar praten. Daarvoor hanteren we dan een vorm van horecaconcept waarbij de koffiehoek prominent midden in de ruimte staat. Laten we niet vergeten: de klassieke studiezaalbezoeker is ernstig op zijn retour, die komt op het internet meer dan ooit aan zijn trekken. Het zijn andere groepen die onze aandacht vragen." Naam: 2 december 1953 te Gennep (L) Burgerlijke staat: Partnerschap met Nannette Goldsteen (docente Frans), twee uitwonende kinderen Opleiding: 1973: gymnasium-O 1983: doctoraal geschiedenis (economisch en sociaal) 1997: Archiefschool (geen diploma) Diverse cursussen (inhoudelijk en management) Werk: 1983-1986: wetenschappelijk assistent huidige Radboud Universiteit Nijmegen, freelance publicist en docent geschiedenis 1987-1989: auteur en projectleider Geschiedenis van Breda III (1795-1960) 1990-1993: stadshistoricus Breda 1994-1996: waarnemend gemeentearchivaris Breda 1997-1999: vakdirecteur Informatiemanagement en archief gemeente Breda 2000-heden: directeur Regionaal Historisch Centrum Eindhoven Eerder zei je een goede jeugd te hebben gehad; je ouders deden het nog niet zo slecht. Hoe ervaar je het opvoeden van kinderen? "Vaderschap, hoe klassiek dat ook klinkt, vind ik een belangrijk aspect in mijn leven. Ik treed daarmee wel in de voetsporen van mijn eigen vader, de waardes uit mijn jeugd. En alhoewel er natuurlijk wel door de tijd bepaalde verschillen zijn in mijn aanpak en die van mijn vader, zijn de grondtrekken gelijk: een zekere mate van vrijgevochtenheid en zelfstandigheid gecombineerd met het nemen van sociale verantwoordelijkheid." Graag wonen in 's-Hertogenbosch wijst op een Bourgondische inslag? Klopt dat? "Wat beide steden gemeenschappelijk hebben is dat ze in het zuiden liggen, het welbekende beneden de rivieren. Ik kan niet zeggen dat ik een echte Brabander ben en ook niet een echte Limburger, maar ik hou wel van het leven hier. De klank van de taal, het lichte layed back gevoel, het grotere gemak van genieten, de zachtere kant tussen mensen: het past bij mij, het is mij meer dan aangenaam." Wat doe je in je vrije tijd? "Sportief gezien ondernemen we de laatste jaren weer, eerder deed ik dat ook al, een fietsvakantie van twee a drie weken. Andere vakanties worden voor namelijk besteed aan het bezoeken van steden, dit voorjaar nog naar Sjanghai. Verder heb ik een aantal jaren geroeid en me dit jaar bekeerd tot het kanoën, dat laatste geeft me meer vrijheid. Op het culturele vlak hou ik van zingen - de koorknaap van toen laat zich dan gelden - en ik doe dat zowel in een vast koor als in projecten." Bezoek je in je vakantie ook archieven? 'Lijd'je nog aan andere vormen van beroepsdeformatie? Kun je voor de collega's in het veld de visie en werkwijze van het RHCe toelichten? Als gevolg van de bezuinigingen wordt het de komende tijd zwaar weer voor veel archieven. Hoe is of wordt de situatie voor het RHCe? "Bovengenoemd sociëteitsconcept werkt, maar tegelijkertijd betwijfel ik of dergelijke publieksfaciliteiten haalbaar zijn enkel en alleen voor de archieffunctie, of dat je die erfgoedbreed moet wegzetten. De politiek stelt momenteel duidelijk vragen bij kosten en haalbaarheid. Het antwoord zullen we dit najaar klaar moeten hebben. Dat het archief in zijn veelzijdigheid blijft bestaan, daar twijfel ik niet aan, maar binnen welke constellatie? On verra, we zullen zien." Fransien Smeets redacteur Archievenblad. nummer 7 201 1 53

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 53