De familie Duijghuisen in 1964 (Marcel links achteraan). Gedurende zijn hele middelbare school reed Marcel
op zelf geconstrueerde omafietsen (1967).
Marcel in gezelschap van eveneens actievoerende huisgenoten
(midden bovenaan, 1976).
Is er een politiek wapenfeit dat je
interesse heeft gewekt? Ben je politiek
geëngageerd?
"Ik heb me met politiek bemoeid zonder
me echt tot een bepaalde partij te kunnen
bekennen; daar heb ik nog steeds moeite
mee. Libertijns (vrijgeest) in de klassieke
zin van het woord en sociaal-libertaristisch
zijn omschrijvingen die in de buurt van
mijn denken komen. Een zekere vrij
gevochtenheid van mijn ouders, zeker ook
van mijn moeder, doet zich hier gelden.
De balans tussen de zorgende overheid
en de eigen verantwoordelijkheid is
daarbij een centraal thema, als variant op
het vraagstuk van regel en vrijheid.
De kranten staan er momenteel vol van.
De kiem van dat denken lag al thuis, ook
in de verhouding tot de (katholieke) kerk:
voorschrift en praktijk. Zoals gezegd, mijn
ouders waren gelovig maar trokken hun
eigen plan. En dat denken werd verder
gevoed op de middelbare school, zeker in
Weert op het Bisschoppelijk College. Het
waren de jaren zestig en het zelfstandig
en onderzoekend denken werd in hoge
mate gevoed en gestimuleerd. Van die
attitude ben ik nooit meer los geraakt. De
laatste twee jaar van mijn middelbare
school, die ik in Deventer op het Geert
Groote College heb door-gebracht, waren
wat dat betreft weer een afknapper. Daar
stond de regel hoog in het vaandel, met
nota bene een uitvinding als 'strafpater'
die de orde bewaakte. Ik kon me daar niet
naar voegen maar ik heb mijn diploma
wel gehaald."
"Die verhuizing was het gevolg van het
hertrouwen van mijn moeder nadat mijn
vader op mijn 14e was komen te over
lijden. Het is opvallend hoe die gebeur
tenis eveneens mijn denken en doen
heeft beïnvloed. Aan de ene kant gaf dat
veel verantwoordelijkheid, ik was opeens
'de man' in huis. Mijn oudere zus en broer
waren intussen gaan werken en studeren
in Amsterdam en Leiden. Maar aan
de andere kant gaf dat ook enorm veel
vrijheid. Mijn vrijgevochtenheid nam
alleen maar toe. Al met al had ik een
52 2011 nummer 7
goede jeugd, ondanks dat dat overlijden
wel een permanent gemis ten gevolge
had."
Hoe is je carrière verlopen?
"Na mijn middelbare school ben ik in
Nijmegen gaan studeren, back to
the roots. Eerst politicologie en later
geschiedenis met als specialisme
economische en sociale geschiedenis.
Naast studeren was politiek activisme
de rode draad in die periode; niet
verwonderlijk in een universiteitsstad
als Nijmegen toen was. Meerdere
bezettingen, vele demonstraties, heftige
debatten en mooie feesten. Maar aan
alles komt een einde."
"Met het afstuderen diende ook de ware
wereld zich aan. Ik was inmiddels
getrouwd, had een reis naar Zuid-Amerika
achter de rug en was vader van een
dochter. Er moest brood op de plank
komen maar het was ook begin jaren
tachtig, de periode van de voorlaatste
crisis. Geen baan te vinden voor een
historicus. Via een sprokkelpad van inval-
banen als docent, zelfstandige onder
zoeksopdrachten en kortstondige aan
stellingen aan de universiteit belandde
ik in het schrijftraject van de Geschiedenis
van Breda, het derde deel over de periode
1795-1960. Ik had daarvoor een project
plan opgesteld dat tot ieders verbazing,
zeker ook de mijne, financieel werd
gehonoreerd. Het geld was alleen minder
dan begroot en de periode van onderzoek
en schrijven was ingekort van vier naar
drie jaar. De dood of de gladiolen...
Bloemen werden mijn deel."
Je werkt in Eindhoven maar woont
in 's-Hertogenbosch. Kun je dat
toelichten?
"Het was een tijdelijke aanstelling in
Breda, reden dat ik toen naar
's-Hertogenbosch ben verhuisd. Ik kende
daar heg noch steg maar het lag lekker
centraal om daarna ander werk te kunnen
vinden. Dat werk kwam er ook, maar
eveneens in Breda: ik kreeg een aan
stelling als onderzoeker bij het gemeente
archief. Bij het schrijven aan de
Geschiedenis van Breda had ik al het
gevoel gekregen van 'eens maar nooit
meer'. Ik merkte dat ik niet echt een
onderzoeksacademicus was maar zo'n
gemeente bood een groot palet aan
mogelijkheden om me verder te ont
plooien. Intern werd ik opgeleid en zo ben
ik doorgegroeid als leidinggevende. Even
na mijn veertigste stond ik aan het hoofd
van datzelfde gemeentearchief. Daarbij en
daarnaast was ik betrokken bij diverse
interne en externe projecten. Het samen
gaan van het gemeentearchief met de
afdeling DIV en de toenmalige verhuizing
van het archief naar de Chassékazerne
vormden het slotakkoord van mijn carrière
daar."
"Er lag een vacature in Eindhoven en de
uitdaging om historie te gaan ontwikkelen
in een stad die als niet-historisch bekend
staat, vond en vind ik nog steeds
geweldig. Hoe vind je moderne vormen
van geschiedbeoefening die ook bij een
moderne stad passen? Hoe creëer je
gevoel en trots op erfgoed? Maar ook:
hoe benut je de technologische kennis en
mogelijkheden die in en om Eindhoven
zijn, ten behoeve van moderne
archiefvorming en -opslag? Het is hier
bovendien een ondernemersstad en dat
spreekt me aan. Wat dat betreft is de
verhouding tussen mijn woon- en
werkplaats opvallend. Den Bosch is een
regentenstad, een bestuurdersstad, en
heeft wat dat betreft veel meer gelijkenis
met Breda. Mijn vrouw en ik hebben een
verhuizing naar Eindhoven overwogen.
Hoewel mensen dat soms bestrijden is
Eindhoven wel degelijk een aantrekkelijke
Op vakantie met veel muziek, drank en...
(rechtsonder, 1970).