en werd het gebruikelijk om bij benoemingen partijgebondenheid boven vakbekwaamheid te stellen. Ook het gemeentearchief kreeg, tot grote ergernis van Renting, hiermee te maken. Aangetast in zijn eergevoel keerde hij zich af van bepaalde personen die hem in zijn ogen hadden laten vallen. Hij zag zich in 1984 gedwongen voortijdig ontslag te nemen. Helaas is ook naderhand van gemeentewege nooit een poging ondernomen om deze begaafde, integere, af en toe wat weinig plooibare overheidsdienaar, die binnen zijn vak gebied de Maasstad op de kaart had gezet, alsnog op hoffelijke wijze uit te luiden. Man van de (K)VAN Zijn verkiezing op 26 maart 1969 tot voorzitter van de Vereniging van Archivarissen - in de plaats van A. Ribberink die zich door zijn benoeming tot algemene rijksarchivaris verplicht voelde zijn zetel ter beschikking te stellen - was als een logisch gevolg van de roep die toen van hem uitging. Dat het een gemeentearchivaris was nadat van 1953 tot 1969 vier rijks archivarissen dit voorzitterschap hadden bekleed, leidde tot een sterkere profilering van de gemeentelijke archiefdiensten. Maar al te goed herinner ik mij als ondervoorzitter dat het bestuur van de VAN, onder inspiratie van voorzitter Renting, er in die jaren voor ijverde de plaatselijke archieven als een wellicht bescheiden, niettemin autonome dienst binnen het gemeentelijke bestel een plaats te geven met rechtstreekse banden met B&W. Dus geen koppeling aan de secretarie, geen gedeelde directie met een museum of bibliotheek. Nu zien we dat het beheer van archieven weer wordt ingebed in grotere verbanden binnen het cultureel erfgoed. Het kan verkeren! Ten behoeve van de toekomst van het Nederlandse archiefwezen werd op 23 december 1968 de Archiefraad geïnstalleerd. Het kon haast niet anders of Renting maakte deel uit van deze Raad en dat over een lange periode (1974-1986). Zijn zonen herinneren zich de dikke bruine enveloppen op de deurmat en de stapels aan stukken, waaraan hun vader vaak tot midder nacht zat te werken. vele vrienden en was trouw in deze vriendschappen. Hij vergat verjaardagen niet en liet van zich horen bij bijzondere gelegenheden zoals het drama rond het Keulse Stadsarchief. Mijn vriendschap met hem dateert uit de jaren zestig. Onze echtgenoten deelden hierin. Ook na hun overlijden (mijn echtgenote in 1991, Bé Renting twee jaar later) bleef het hartelijke contact tussen ons beiden overeind. N.B.: Voor de familiegegevens ben ik grote dank verschuldigd aan Anne-Dirk Renting, bibliothecaris van Nationaal Museum Paleis Het Loo en middelste van de drie zonen van het echtpaar Renting-Veltman. Hij vertelde mij dat zijn voorkeur voor een studie kunstgeschiedenis al op heel jonge leeftijd is gewekt, toen hij in 1967 op twaalfjarige leeftijd met zijn vader en een zekere heer Pirenne de Jheronimus Bosch-tentoonstelling bezocht in de Brabantse hoofdstad. Belangrijke aanvullingen kreeg ik van Bernard Woelderink, in mijn periode als voorzitter (1972-1976) ondervoorzitter en daarna ook mijn opvolger. Hij begon zijn loopbaan als archivaris stafmedewerker bij Renting in Rotterdam. Louis Pirenne van 1948-1953 assistent, van 1954-1963 stadsarchivaris van 's-Hertogenbosch, van 1964-1988 rijksarchivaris in Noord-Brabant. Binnen de VAN werd hij als vakman en collega hoog gewaardeerd. Als gemeente archivaris heeft hij waardevolle zaken in het Nederlands Archievenblad aan de orde gesteld, met name in de jaren zestig. Hieruit sprak een taakopvatting die hij in Rotterdam in toepassing bracht en die voor collega's uit de gemeentelijke sector en wellicht daarbuiten van betekenis zijn geweest. Ontvangst op 18 september 1984 van de deelnemers aan het Xe Internationale Archiefcongres van Bonn (17-21 september 1984) op Schlosz Augustusburg te Brühl bij Keulen, door de regering van de deelstaat Nordrhein-Westfalen. Van links naar rechts: mevrouw A. Pirenne-Pollen, de heer Ruud Renting en de heer Louis Pirenne. Op 21 augustus 1974 volgde de op richting van de VAN-commissie Archieven Lagere Overheden, met als doel te voorkomen dat bij belangrijke ontwikkelingen de vereniging buitenspel zou komen staan. Over de plaats van gemeentearchieven binnen de VAN heeft Renting zelf uitvoerig gerappor teerd in P. Brood (red.), Respect voor de oude orde. Honderd jaar Vereniging van archivarissen in Nederland (Hilversum 1991) 27-60; en in P. Brood (red.), Voor burger en bestuur. Twintig jaar Nederlands archiefwezen 1968-1988' (Hilversum 1988) 48-76 in feite een Liber amicorum van een grote groep archivarissen en enkele hoogleraren voor Ribberink. Alsof Renting aan al deze besognes niet genoeg had verrichtte hij een twintigtal jaren veel arbeid als voorzitter van de gedeputeerden van de gereformeerde kerken in Nederland voor archiefzaken, en had hij ook lang zitting in het curatorium van de Archiefschool. Over roeping gesproken Er werd ook over de grens gekeken tijdens internationale archiefcongressen, waarvan hij in het Archievenblad menigmaal verslag deed. Hij maakte er Ruud te herdenken in het Archievenblad is mij een uitdaging en een eer. nummer 7 201 1 37

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 37