Back to an oral tradition in
the written form
Waardering en selectie in Canada: oud of nieuw(s)?
Op woensdag 6 juli lichtte de Canadese algemeen rijksarchivaris
dr. Daniel J. Caron1 de nieuwe benadering van waardering en selectie
in Canada toe in het kader van een masterclass appraisal and
selection, georganiseerd door het Nationaal Archief.
Creatie centraal
Rol van de archivaris
Noten
1 Voor een beknopte biografie van
Caron zie: http://nlc-bnc.ca/whats-
new/013-395-e.html.
(2009) nr. 1 en nr. 3 en jaargang 114
(2010) nr. 1 en nr. 10.
Joost Salverda I
DanielJ. Caron, algemeen rijksarchivaris van
Canada (foto www.collectionscanada.gc.ca).
Caron maakt zich sterk voor radicale
vernieuwing van de waarderings- en
selectiesystematiek, inclusief weten
schappelijke onderbouwing. Zijn
vernieuwingsdrang ontleent Caron met
name aan de uitdagingen die de
netwerksamenleving en de digitaal
gevormde archieven ons stellen.
Vasthouden aan concepten uit de tijd
van papieren archieven houden juist de
noodzakelijke vernieuwingen tegen. Het
concept van total archives - kort gezegd de
maatschappelijke benadering van
archieven, juist voor Canada tot op heden
het typerende uitgangspunt voor waar
dering en selectie - noemt hij een droom
die nooit realiseerbaar zal zijn. Niet het
document, maar de inhoud en de context
ervan zouden centraal moeten staan. Dit
idee objectiveren betekent ook dat de
gebruiker niet meer persé centraal komt te
staan. Ook twijfelt Caron fundamenteel aan
de houdbaarheid van het herkomstbeginsel
in een digitale omgeving: "We were back
to an oral tradition in a written form."
Een meer wetenschappelijke benadering is
volgens Caron van essentieel belang om de
causa materialis (de essentie die nodig is
voor toekomstig onderzoek) te behouden.
Hoe om te gaan met waardering en
selectie is zeker ook een maatschappelijke
discussie.
Creatie, opslag en vernietiging van
informatie gebeurt niet langer meer
alleen maar in lijn met het belang van
de archiefvormer. Sleutelfiguren in het
digitale tijdperk zijn degenen die de
informatie creëren. Centraal staat daarbij
de waarde die aan deze informatie wordt
toegekend. Zo wordt de waarde van een
beleidsdocument vergroot als dit
bekrachtigd wordt door een minister. De
bedrijfswaarde van informatie is daarbij hèt
uitgangspunt voor archivering: "Focus on
the creation of value instead of waste
disposal." Doel van de waardering van
archieven is een representatie van beleid
en de onderliggende besluitvorming te
bewaren. Een top-downbenadering is
daarbij te beperkt, getuige onder andere
de enorme opkomst en impact van sociale
media. Macroselectie als instrument is
echter te veel ontworpen door en voor
archivarissen en sluit niet aan bij de
beleving van de archiefvormers.
Canada lijkt hier nauwelijks af te wijken
van de Nederlandse benadering van
waardering en selectie.2 Nederland en
Canada vinden elkaar vooral in het
standpunt dat de archivaris zijn meer
waarde voor de archiefvormer zal moeten
bewijzen. Ook de functie van archief als
bedrijfsmiddel staat in beide gevallen
centraal.
Voor de beide benaderingen valt, aldus de
voornaamste kritische noot uit het publiek,
te betwijfelen of deze objectief te noemen
zijn. Vraag daarbij is direct of het wel
problematisch is om dat te erkennen. In
alle gevallen is hoe dan ook de archivaris
onderdeel van het proces.
In Canada zijn op basis van de nieuwe
benaderingswijze inmiddels standaarden
voor creatie vastgesteld, evenals welke
informatie moet worden vastgelegd en
bewaard uit oogpunt van bedrijfsvoering
(om beleid en besluiten goed te kunnen
verantwoorden) en vanuit archiefbelang.
Een dergelijk kader is voor alle Canadese
overheidsagentschappen per 2013 verplicht
gesteld. Hoewel Caron streeft naar
objectivering, lijkt het er daardoor wel op
dat het om een gestuurd proces gaat.
Het voornaamste verschil van inzicht tussen
de beide benaderingen ligt er met name
daar waar het de rol van de archivaris in
het creatieproces aangaat. De archivaris kan
zich in het proces begeven hetzij door
beleid te maken (Canada), hetzij door als
coach op te treden voor de archiefvormer
(Nederland). In dat laatste geval is die rol
niet stellend, maar juist bevragend.
2 Onder de Nederlandse benadering
wordt hier verstaan de benadering zoals
deze is uitgewerkt door de commissie
onder leiding van professor Charles
Jeurgens. Zie hiervoor ook de artikelen van
zijn hand in het Archievenblad, jaargang
112 (2008) nr. 1, evenals jaargang 113
22
2011 nummer 7