4 mi mm /m urn/ mat Zweedse onderzoek Aanleiding voor ons steekproefje zijn de artikelen van twee Zweedse onder zoekers, Björn Lundell en Brian Lings van de universiteit Skövde. Het duo test al enige jaren in hoeverre de Zweedse overheid kan voldoen aan haar eigen beleid met betrekking tot open en gedocumenteerde standaarden. Zij maken daarbij handig gebruik van de Zweedse wet die alle overheden verplicht antwoord te geven op alle vragen van burgers. Het leverde de academici een respons op van 99 procent bij hun onderzoek uit 2009, wanneer ze bij alle 290 gemeenten de notulen opvragen van de gemeenteraadsvergaderingen. Het verzoek: 1. de digitale notulen van de laatste raadsvergadering uit 2008; 2. de digitale notulen van de eerste raadsvergadering uit 1999; 3. de oudste digitaal beschikbare notulen. Van alle gemeenten kon 40 procent niet langer bij de notulen uit 1999. Een gemeente stelde geen digitale documenten te bewaren. Andere bekenden de digitale documenten gewist te hebben, wisten niet meer waar ze waren opgeslagen of lieten weten dat ze door technische problemen niet langer toegankelijk waren. Documenten van een meer recente datum waren er meer, maar in veel gevallen niet langer leesbaar in de meest recente versie van de software waarmee de documenten waren vervaardigd. Zeker Lundell maakt zich ongerust over de enorme verwevenheid van de dominante IT-leverancier met overheden. "Overheden vergeten de langetermijn- belangen wanneer ze software aan schaffen", concludeert hij eerder dit jaar, na een volgende test bij de Zweedse gemeenten. Nederlandse steekproef Voor onze Nederlandse steekproef vroegen wij dezelfde documenten op: de digitale notulen van de laatste raadsvergadering uit 2008; de notulen van de eerste raadsvergadering uit 1999; de oudste digitaal beschikbare notulen. We prikten willekeurig 12 Nederlandse gemeenten uit een lijst van Nederlandse gemeenten: Landsmeer, Eemnes, Haarlemmerliede, Katwijk, De Bilt, Barneveld, Utrecht, Maassluis, Tilburg, Geldrop, Aalten en Coevorden. De resultaten waren schokkend: 1. we ontvingen slechts 20 van de 36 gevraagde documenten digitaal; 2. slechts 10 van de 20 digitale documenten waren in een open en gedocumenteerd format; 3. al 2 van de 20 documenten waren niet meer leesbaar; 4. de presentatie van digitale bestanden op de websites van gemeenten was vaak onduidelijk en onvolledig; 5. van veel van de digitale documenten was de status niet duidelijk. Geen open formaten Onduidelijke presentatie Niet meer leesbaar Al twee van de twintig documenten zijn niet meer goed leesbaar, zoals de onleesbare notulen van een raads vergadering in Tilburg hieronder (november 2005). Dit is het resultaat bij opening van het document in onze werkomgeving. Vermoedelijk is dit document opgemaakt in een verouderde versie van Microsoft Word. Dit document is overigens wel perfect leesbaar als je het opent met Open Office en Libre Office, twee publiekelijk beschikbare suites van kantoortoepassingen. lMÈttïïÊMM8( Mil II HIM Onduidelijke status nauwelijks in de gaten en zal dit pas over tien a twintig jaar gaan merken, als de overheid de digitale archiefstukken moet gaan overdragen. In onze steekproef laten we zien wat de burger nu al merkt als de overheid digitale documenten beschikbaar stelt. De meerderheid van documenten die we ontvingen, waren aangeleverd in het formaat van Microsoft Word. Dit is geen open documentformaat. De Archiefwet schrijft voor dat archiefbescheiden uiterlijk bij overbrenging moeten worden opgeslagen in een valideerbaar en volledig gedocumenteerd bestandsformaat. Formeel gezien kunnen de gemeenten nu nog Word-documenten leveren aan de burger. Ze maken het zichzelf daarmee wel erg moeilijk, want ze zullen vroeg of laat die documenten moeten migreren naar een open format zoals PDF/A en zullen bovendien die migratie uitgebreid moeten documenteren en verantwoorden in de metadata van de digitale archief bescheiden. Het is bovendien niet erg vriendelijk voor de burger. Hij wordt gedwongen met een commercieel pakket te werken om de documenten te kunnen bekijken. De meest recente gemeenteraadsnotulen worden vaak door gemeenten beschik baar gesteld op hun website. Dat is natuurlijk een mooie dienstverlening maar we merkten ook dat er vaak nogal wat aan schort. We ondervonden dat er meestal niet duidelijk wordt gemaakt wat er nu wel en niet digitaal is en wat er wel of niet op de website beschikbaar wordt gesteld. Vaak bleek er meer digitaal te zijn dan op de website staat. Bij de digitale notulen die wel beschikbaar werden gesteld, is niet of nauwelijks metadata te vinden. Bij het nagaan of een digitaal document authentiek is, is metadata onontbeerlijk. Je zou de presentatie van digitale documenten op de websites van gemeenten kunnen vergelijken met het toeschuiven van een aantal dozen met nog niet-geïnventariseerd archief. Bij veel documenten die de gemeenten leverden, was de status onduidelijk. We ontvingen onder andere gemeenteraads- notulen van gemeente De Bilt, met bovenin het document de aanduiding 'concept'. Bij navraag bleek men niet in staat het 'definitieve' document te leveren. nummer 7 201 1 13

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 13