De ouderen hebben het verleden Ik stoor me regelmatig aan de platitude: de jeugd heeft de toekomst! Dat gezegde misbruiken archieven al jaren om veel tijd en geld te besteden aan het 'binnenhalen' van deze doelgroep. Iedereen die wat ontwikkelingspsychologie heeft gehad, weet dat kinderen en jongeren over het algemeen niet zoveel op hebben met het verleden. Zij zijn gericht op het heden en een enkeling op de toekomst, op wat er komen gaat. Gretig naar voren kijkend en grijpend naar wat voor ze ligt. Er is nog zoveel voor hen te ontdekken. Logisch toch?! Bovendien wil iedereen met de jeugd aan de slag. De aankomende generatie wordt voortdurend doodgeknuffeld door commercieel en non-profit Nederland. De concurrentie is moordend, ze krijgen volop aandacht van iedereen. Van hun ouders, de school, de vervolgopleidingen, de commercie en dan komen wij ook nog eens meeschreeuwen in dat koor. Met de beperkte middelen die we voor promotie hebben valt onze stem daarin weg. En terecht eigenlijk. Jongeren zijn een doelgroep die langzaam maar zeker slinkt en voor archieven eigenlijk maar één interessante eigenschap heeft: ze worden ouder. En met die groeiende leeftijd komen ze binnen het bereik van archieven, want ons product is informatie uit het verleden. De tijd die achter je ligt. De oudere jongeren kijken geleidelijk aan steeds vaker over hun schouder. Ze gaan op zoek naar hun roots, hun oude buurt, hun vrienden van toen, ze bezoeken reünies, bladeren weer eens door wat oude foto's. Als je ouder wordt dan kijk je vaker terug op het Luud de Brouwer Column Ik snap die obsessie van archieven wel, het lokken van een jonger publiek. Daar krijg je namelijk geld voor. Subsidiepotten te over als je aandacht besteedt aan educatie. Voor de basisschool of het voortgezet onderwijs wordt van alles ontwikkeld, van een eenvoudige speurtocht onder de kopieermachine tot een mediaspektakel in een archiefgebouw. Het obligate uitstapje met school naar het archief is natuurlijk best leuk, maar maakt weinig blijvende indruk. Maak je de presentatie aantrekkelijk door er veel geld tegenaan te gooien waardoor het archiefonderzoek een game lijkt, dan heb je vast de aandacht te pakken. Hopelijk gaan deze geïnspireerde jongeren vervolgens niet naar een studiezaal van een archief, want dan komen ze van een koude kermis thuis. Daar is namelijk niet veel te beleven. Je moet het zelf doen zonder animaties die je helpen. In plaats daarvan moet je naar een medewerker achter een balie om een vraag te stellen en vervolgens ga je zelf op zoek naar het antwoord. Niet door interactief door gangen te lopen of van tak naar tak te springen, leven, op je eigen leven. Pas als je zelf verleden hebt, krijg je er interesse voor. De wijsheid (en de grijsheid) komt met de jaren. maar gewoon door papieren stukken aan te vragen, die te lezen en daar dan uit te halen wat je nodig hebt. No cheats available. Tja, dan kom je behoorlijk teleurgesteld naar buiten. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Er is een grote groep ouderen voorhanden, een groep die graag wil en de tijd heeft. Bovendien, en dat is helemaal mooi: ouderen kénnen het verleden! Ze kunnen ons helpen om informatie beter te maken, vollediger, aan te vullen met andere perspectieven. De alsmaar uitdijende groep van grijze genieters is een doelgroep met potentie. Een aanzienlijk deel van deze pensionado's is goed ontwikkeld, heeft zeeën van tijd, is niet helemaal onbe middeld en wil zich vaak toch nog een tijdje maatschappelijk nuttig maken. Daar zit pas muziek in! Als archieven moeten we daar veel meer energie in steken. Natuurlijk zijn er altijd zuurpruimen die roepen dat we misbruik maken van deze mensen, dat we op zoek zijn naar onbetaalde arbeid, dat we ze uitbuiten ten koste van mensen die op zoek zijn naar betaald werk. Niets daarvan! We geven die mensen een heel nuttige tijdsbesteding die zich terugbetaalt naar de hele samenleving. We moeten ze koesteren. Tekening: Peter Vlot. nummer 6 2011 35

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 35