iSTADS DORP Ut 5. Het algemene beheer binnen de groepswebsite wordt verricht door de MijnStadMijnDorp administrator. Binnen het HCO is hiervoor een MijnStadMijnDorp accountmanager aangewezen, die ook de contacten met de historische verenigingen onderhoudt; 6. Het technische beheer van het totale platform ligt bij de ontwikkelaars; 7. Op de laag collectiediensten zijn verschillende collectiebeheers systemen te vinden. Collecties binnen deze systemen zijn doorzoekbaar gemaakt voor de MijnStadMijnDorp zoekmachine. En de resultaten van een zoekopdracht worden getoond binnen de groepswebsite. In de toekomst kunnen nieuwe publieks diensten ontwikkeld worden die dezelfde zoekmachine kunnen aanspreken; 8. De collecties binnen deze systemen worden beheerd door de collectie beheerders zelf. Indien een historische verenging zich aansluit bij MijnStadMijnDorp, en deze heeft geen beschikking tot een collectie- beheerssysteem, dan kan deze gebruikmaken van het beheerssysteem OpenAtlantis; 9. De collectiebeheerders bepalen zelf welke collectie-items gevonden mogen worden door de zoekmachine, en getoond mogen worden via de groepswebsite. Ook bepalen de collectiebeheerders zelf wat binnen de collectiesystemen opgeslagen wordt. Een collectie kan op elk willekeurig moment worden toegevoegd en ook weer worden verwijderd. Iedereen blijft eigenaar van zijn of haar collectie. Crossmediaal Daarnaast is het niet ondenkbaar dat het publiek, via sociale media, nieuwe ideeën zullen aandragen voor versterking van het crossmediale aspect van MijnStadMijnDorp. Conclusie Het is belangrijk dat de doelgroep betrokken blijft bij de verdere ontwikkeling van MijnStadMijnDorp. Daarom zal er minstens twee keer per jaar een gebruikersoverleg plaatsvinden. Tevens zal de accountmanager van MijnStadMijnDorp geregeld de provincie in trekken om problemen, wensen en vragen te inventariseren en ervoor te zorgen de dat huidige en toekomstige gebruikers goed worden ondersteund. Met name de eerste publiekstoepassing van MijnStadMijnDorp is belangrijk. Deze groepswebsite moet de reikwijdte en de mogelijkheden van het platform goed laten zien en als voorbeeld functioneren. Een volgende publieks- toepassing zal van educatieve aard zijn. Het is een platform door en voor de gebruikers. De verwachting is dat in de toekomst ook de gebruikers eigen, verrassende publiekstoepassingen voor het platform gaan bedenken. Noten De beginpagina (homepage) van de groepswebsite (community website). publiek weer op kan reageren. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van technieken uit de social media (Web 2.0); 4. Tegelijk zal het HCO een initiërende rol spelen op de groepswebsite door projecten te starten waar alle historische verenigingen aan mee kunnen doen en die zullen leiden tot nieuwe themagroepen; In april 2010, een jaar voor de opleve ring van de conceptversie van het digitale platform, verscheen de eerste versie van het tijdschrift MijnStadMijnDorp. Er is gekozen voor dezelfde naam omdat het tijdschrift en het digitale platform elkaar crossmediaal moeten versterken. Dit zal onder andere op de volgende manieren plaatsvinden: Door bij een tijdschriftartikel extra bronnen beschikbaar te stellen via www.mijnstadmijndorp.nl, in de vorm van foto's, links, multimedia en extra teksten; Door de lezers de mogelijkheid te geven om via www.mijnstadmijndorp.nl te reageren op een artikel of foto, waar ook weer andere mensen op kunnen reageren. Hierdoor zullen levendige discussies ontstaan; Wanneer via de groepswebsite een interessant onderwerp wordt aan gekaart, kan het tijdschrift contact opnemen met diegene die het erop heeft geplaatst om er een artikel over te schrijven in het tijdschrift. Het tijdschrift geeft de ruimte om verhalen mooi te presenteren en de mogelijkheden om een verhaal meer diepgang te geven; Tijdschriftartikelen kunnen op www.mijnstadmijndorp.nl uitgroeien tot eigen themagroepen. Een eerste voorbeeld hiervan zal de groep Wehkamp zijn. Communicatie met de doelgroepen was (en is) binnen dit project de belang rijkste factor. Alleen daardoor was het mogelijk om een platform te ontwik kelen dat aansluit bij de verwachtingen. Dit zorgt ervoor dat de doelgroep het nu ook daadwerkelijk gebruikt. Dit blijkt uit het feit dat sinds de oplevering al regelmatig nieuwe groepen verschijnen, ondanks dat de groepswebsite nog niet bekend is bij het grote publiek. Daarnaast krijgt de accountmanager al regelmatig verzoeken van historische verengingen voor een eigen account op het collectiebeheersysteem OpenAtlantis. 1 Yola de Lusenet, Geven en nemen - archiefinstellingen en het sociale web (Taskforce Archieven 2008). 2 Wendy Oude Nijeweme-d'Hollosy, Visiedocument Mijn Stad Mijn Dorp - Versie 1.0 (Historisch Centrum Overijssel 2009). Wendy Oude Nijeweme-d'Hollosy projectleider digitaal platform MijnStadMijnDorp, Historisch Centrum Overijssel. nummer 6 2011 33

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 33