Als het echter om oude kunst en architectuur gaat, is Heerlen veel minder rijk bedeeld. Dan blijven eigenlijk alleen maar de Gevangentoren en de Pancratiuskerk over. Die laatste heb ik pas leren kennen na de restauratie en herinrichting van 1969, eveneens door Peutz. Ik moet zeggen dat de kerk in mijn geheugen geen bijster goede indruk heeft nagelaten. Kil, grauw en rommelig, zo herinner ik me het gebouw. Enkele hoogstaande kunstvoorwerpen vielen echter wel op: de twee zestiende-eeuwse panelen uit het atelier van Pieter Coecke van Aalst, een middeleeuws Mariabeeld en een mooie Christus op koude steen van rond 1500. Kwaliteit verloochent zich nu eenmaal nooit! Met het bezoek aan de tentoonstelling van Maastrichts zilver in 1978 leerde ik dat de kerk bovendien beschikte over een van de mooiste renaissance monstransen van Limburg. Zelf vond ik de eenvoudige kerstgroep van Frans Timmermans altijd bijzonder: grof gesneden uit eenvoudige blokken hout, goed passend bij het sobere romaanse karakter van de kerk. Na mijn vertrek uit Heerlen op achttien jarige leeftijd bezocht ik de kerk veel minder. Wel kwam ik enkele jaren geleden de twee frivole barokke houten panelen tegen op een expositie in Roermond. Ze hingen vroeger vies en grijs onder in de donkere toren en detoneerden voor mijn gevoel helemaal met de sobere kerk. Toen ik onlangs mijn moeder in Heerlen bezocht en nog even door de stad dwaalde, ben ik weer eens even binnengelopen. Stukje jeugdsentiment. En tot mijn verbazing merkte ik dat de kerk van binnen geheel was opgeknapt. Het interieur vormde een prachtige eenheid en maakte nu een ruime indruk. De ruimte straalde rust uit en de vele kunstvoorwerpen De Sint Pancratiuskerk in Heerlen (foto's John van Cauteren). nummer 5 201 1 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 31