Petra Links Sinds de jaren negentig is in Nederland een versterkte aandacht merkbaar voor het behoud van particuliere archieven door het verschijnsel 'historische cultuur'. De Raad voor Cultuur pleit in haar rapport Het tekort van het teveel, net als de commissie Waardering en Selectie in haar rapport Gewaardeerd verleden, voor een nationaal beleid en wetgeving ten aanzien van het behoud van particuliere archieven. Wetgeving ter bevordering van het behoud van particuliere eigendommen kreeg in Nederland eerder vorm in de Monumentenwet en de Wet behoud cultuurbezit. In de wetten wordt geen onderscheid gemaakt tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. Tussen de werkwijze van de categoriale instellingen en de voorstellen van de Raad voor Cultuur en de commissie Waardering en Selectie zit een wereld van verschil. Waar de voorstellen het behoud van particuliere archieven willen bevorderen door van bovenaf wettelijke verplichtingen op te leggen aan de eigenaar, streven categoriale instellingen naar het behoud van archieven door het onderhouden van een netwerk waarin persoonlijk contact en het winnen van het vertrouwen van de eigenaren centraal staat. Bij de uitvoering van de voorstellen zijn problemen te verwachten, omdat particuliere archieven gegevens bevatten over het handelen en denken van de persoon of de organisatie (gevolgen voor de persoonlijke levenssfeer van de eigenaar). Zolang de eigenaar achter de bescherming van zijn archiefstukken staat hoeft dit geen problemen op te leveren, maar zodra de belangen van de eigenaar niet overeenstemmen met de belangen van de overheid zal dit tot conflicten leiden. Het persoonlijke karakter maakt het vrijwel onmogelijk om wetgeving te handhaven. De eigenaar van een archief kan het bestaan van een archiefstuk ontkennen, iets wat de overheid moeilijk kan weerleggen. Daarnaast vraagt handhaving van wetgeving veel inzet en geld van de overheid, welke in het geval van de Monumentenwet beperkt bleken te zijn. De voorgestelde selectiemethode - de Historische Maatschappelijke Analyse - is veelal ontoereikend doordat het belang van een particulier archief op macroniveau lastig te bepalen is. Frank van Meir van organisatie, beleid, processen en procedures, financieel beheer, personeel, databeheer, databeveiliging en aanwezige hard- en software, dat het duurzaam beheren van te bewaren digitale archiefbescheiden mogelijk maakt. In deze scriptie is, op basis van literatuur, onderzoek verricht naar beleid, processen, procedures en personeel van het e-depot. Hoe kunnen archief en DIV de toegankelijkheid van born digital archiefdocumenten in een e-depot borgen en verzorgen? De begrippen archief, metadata en context worden verduidelijkt in relatie tot duurzame toegankelijkheid. Van Meir heeft een representatiemodel ontwikkeld dat bijdraagt aan de duurzame toegankelijkheid van een e-depot. Het uitgangspunt van het model is de contextbenadering van een digitaal archief. De context van het archief document wordt vastgelegd in representaties en metadata. Tevens is onderzocht hoe archiefdocumenten en contextinformatie worden gemodelleerd. De toepasbaarheid van het representatiemodel is getoetst aan het bestuursarchief van de gemeente Breda. Hella Timmermans- Brandt Deze scriptie handelt over de wijze waarop kwaliteitszorg in het archief wezen vorm gegeven kan worden. Kwaliteitszorg bestaat al sinds 1945, maar komt in de archivistische literatuur voor het eerst aan bod in het Jaarboek Paradigma dat in 1999 verscheen. De scriptie geeft een beschrijving van het begrip kwaliteitszorg en van kwaliteitsmodellen. Kwaliteitszorg is te definiëren als het aansturen van een continu verbeterproces om zo aan de kwaliteitseisen te voldoen. Zij richt zich op alle middelen, zoals management, personeel, informatiesystemen of kapitaal. Timmermans-Brandt vergelijkt de ontwikkeling van kwaliteitszorg bij de erfgoedsectoren archieven, bibliotheken en musea. Het onderzoek a Archivaris Samuel Muller Fz., krijtportret van Jan Veth in 1895 (coll. Wikimedia Commons). de plaatselijke archivarissen en conservatoren een centrale rol. De stadsarchieven hadden met Grotefend en Jung (Frankfurt) respectievelijk Muller (Utrecht) archivarissen van nationaal gewicht aan het roer staan. Door dit vergelijkend onderzoek is het proces van afbakening beschreven en geïnterpreteerd. In de conclusie wordt een link gelegd met het heden. Daarbij is gekeken naar de invloed die nieuwe vormen van organisatie (bijvoorbeeld RHC's) en nieuwe technologieën (digitale databases en Web 2.0) kunnen hebben op de afbakening van verzamelgebieden van gemeentearchieven en -musea. Privépapieren in bewaring. Een onderzoek naar het hedendaags behoud van particuliere archieven in Nederland" Toegankelijkheid van een E-depot. Een representatie model dat bijdraagt tot duurzame toegankelijkheid." De e-overheid - digitale dienstverlening door overheidsorganisaties - is populair bij burgers en media. Dat geldt ook voor archiefinstellingen die werken aan digitaliseringsprojecten en het voorbereiden van e-depots voor de archivering van born digital archief documenten. Een e-depot is het geheel Kwaliteitszorg bij archieven. Een vergelijkende studie naar kwaliteitszorg binnen erfgoedsectoren" nummer 5 201 1 25

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 25