Een methode voor het
bergen van stokkaarten
In 2007 is bij het Stadsarchief Amsterdam een project gestart
om de berging van grootformaat objecten te standaardiseren.
Vorig jaar heeft in het Archievenblad al een overzicht gestaan
van de nu gebruikte standaarden. In dit artikel wordt het
laatste onderdeel van dit project gepresenteerd: het bergen
van grootformaat stokkaarten
De collectie stokkaarten van het
Stadsarchief Amsterdam telt 26
grootformaat kaarten, daterend tussen
1880 en 1940. Van alle grote formaten
is het bergen van deze kaarten, door
de aanwezigheid van de houten
stokken, de grootste uitdaging. Soms
wordt dit probleem opgelost door de
stokken te verwijderen en apart te
bewaren. De kaart kan dan op dezelfde
manier bewaard worden als de rest van
de grote formaten. Maar door het
verwijderen van de stokken wordt,
wellicht onbewust, de waarde van de
kaart slechts aan het beeld toegekend.
Wanneer de stokken niet worden gezien
als een intrinsiek onderdeel van de
kaart, wordt te weinig waarde gehecht
aan de stokkaart als geheel. In het
Stadsarchief Amsterdam worden dan
ook, voor zover mogelijk, drie
verschillende exemplaren bewaard van
dezelfde kaart: een losbladig exemplaar,
een tweede waar de kaart aan elkaar is
gezet en een derde exemplaar met
stokken. De stokken geven informatie
over het gebruik van het object en door
het geheel intact te laten, wordt
verzekerd dat deze informatie ook in de
toekomst wordt bewaard.
de stokken. Door de geringe diameter
van de stok ontstaan bij het rollen
horizontale plooien en knikken in het
papier. Daarnaast scheurt de kaart vaak
langs de stok omdat zij daar een scherpe
vouwhoek maakt. Verticale plooien
kunnen ontstaan door de druk van de
handen op het object tijdens het
oprollen. Het voorkomen van schade
was dan ook een van de uitgangspunten
voor het ontwerpen van deze nieuwe
methode voor berging van stokkaarten.
Daarnaast was het doel om aan te
sluiten bij de bestaande rolbergings-
methode die gehanteerd wordt voor de
overige grootformaat objecten van het
Stadsarchief. Het ontwikkelde bergings
systeem is deels gebaseerd op die voor
Japanse rolschilderijen, maar sterk
vereenvoudigd.
Werking
Het systeem werkt als volgt: een
zuurvrije koker wordt over de lengte1
voorzien van een sleuf waarin één van
de stokken geschoven kan worden. Het
is belangrijk dat de kaart geen scherpe
vouw vormt langs de stok of langs de
rand van de koker, en daarom wordt de
stok in de rol gepositioneerd met behulp
van een foam steun. Deze positionering
van de stok in de rol zal de kwaliteit van
de berging sterk bepalen, omdat zij voor
stabiliteit zorgt. Vervolgens wordt de
kaart om de koker gerold, met de
beeldzijde naar buiten. De opgerolde
kaart wordt bewaard in een doos
voorzien van steuntjes van foam, om
ervoor te zorgen dat de kaart vrij hangt.
De gekozen diameter voor de koker is
10 centimeter, een compromis tussen
het verbeteren van de berging van de
kaarten en de beperkte depotruimte.
De dozen waarin de kaarten geborgen
worden, kunnen eenvoudig opgestapeld
worden. Na inventarisatie van de
stokkaarten zijn we gekomen tot drie
rollengtes: 120, 200 en 300 centimeter.
Conclusie
Het door het Stadsarchief Amsterdam
ontwikkelde systeem voor het bergen
van de stokkaarten is relatief arbeids
intensief en neemt in vergelijking met
andere bergingsmethoden meer ruimte
in het depot in. De grootste winst is dat
schades die ontstaan door het te strak
rollen, sterk worden verminderd. Dat
maakt deze bergingsmethode uitermate
geschikt voor bijzondere collecties met
een beperkt aantal objecten waar men
zorgvuldiger mee om wil gaan.
De auteur wil graag Frederike Leffelaar
en Mike Manuputty bedanken voor hun
waardevolle bijdrage tijdens het
ontwikkelen van het bergingssysteem.
19
Cristina Duran Casablancas
De meeste schade aan stokkaarten
ontstaat door het oprollen om een van
nummer 5 201 1