A R C Y E N Depots voor cultureel erfgoed Archieven in het veld - •p H Ju Ontwikkelpunten Stof tot discussie Opvallende visies ten opzichte van het vak van archivaris enerzijds en de relatie tussen leverancier en archiefdienst anderzijds. Ze vormen voldoende stof tot discussie. Schroom niet om informele bijeenkomsten, zoals de KVAN-dagen, aan te grijpen om elkaar ook over deze onderwerpen (nog) beter te leren kennen. Dat zou kunnen leiden tot teleurstellingen: "Een archiefsysteem is geen eiland binnen de organisatie, maar heeft vaak relaties met andere systemen en activiteiten in het archief, ook al zijn die niet altijd direct zichtbaar. Het is daarom belangrijk om bij automatiseringsprojecten alle relevante leveranciers te betrekken. Archieven zouden ook hun leveranciers moeten aanmoedigen, of dit zelfs van hen eisen, automatiseringsprojecten in een breder verband te zien. Dit resulteert in betere en geïntegreerde oplossingen in plaats van geïsoleerde applicaties." DEVENTit ziet de rol van de archivaris geleidelijk veranderen: "Archiefdiensten en archivarissen bepalen steeds meer zelf hoe collecties naar buiten worden gebracht. Ze stellen zich steeds minder afhankelijk op van de mogelijkheden en onmogelijkheden van specifieke collectiebeheerssystemen. Daarnaast wordt meer gekeken naar collecties en informatie die niet direct binnen de eigen organisatie beschikbaar zijn. Voor het verrijkende karakter op de eigen collecties is steeds meer oog." "De eigen collecties zijn steeds meer een beginpunt en geen eindpunt om historie in verschillende vormen naar buiten te brengen. Hiervoor is de toepassing van standaarden en gedachtevorming over hoe informatie uit diverse collecties te ontsluiten, soorten collecties en verschillende invalshoeken op de informatie, van groot belang." Pictura ziet daarbij wel enkele ontwikkelpunten voor archiefdiensten. Als een archiefdienst beter met haar klanten omgaat, kan zij beter inspelen op behoeftes: "Wat wij graag van onze klanten zien is dat ze voorafgaand aan projecten een zorgvuldig marktonderzoek doen. Wanneer een archiefinstelling helder heeft waar de behoefte van haar eigen klanten ligt, en deze gegevens aan de eigen doelstellingen koppelt, kunnen wij als leverancier van software ons product gerichter ontwikkelen." "Verder dienen archiefinstellingen hun expertise te verplaatsen. Waren de klanten in het verleden bezoekers van een studiezaal; tegenwoordig krijgen archiefinstellingen ook te maken met mensen die technische vragen hebben over digitale archiefstukken. Om hun klanten beter te bedienen, moeten archieven dus meer kennis in huis hebben." Ook De Ree gaat in op de relatie tussen de archivaris en haar klant: "Archiefdiensten en studiezaal medewerkers helpen dagelijks actief onderzoekers bij het vinden van de juiste informatie voor onderzoek en waarheidsvinding. Andere medewerkers zijn op tal van manieren bezig materiaal toegankelijk te maken voor onderzoek. Ze doen dit op kundige wijze. Beeld en genealogie krijgen naar ons idee veel prioriteit. Een discussie over welk materiaal op welke wijze toegankelijk wordt gemaakt, zou wat duidelijker gevoerd mogen worden. Geen eenvoudige opgave, maar als de discussie niet gevoerd wordt blijft de aandacht voor de vorm onevenredig groot. De KVAN zou hier wat ons betreft wel studiedagen aan mogen wijden. Een betere inhoudelijke ontsluiting van archiefmateriaal maakt waar dat archiefonderzoek zonder tussenkomst van de archivaris kan worden uitgevoerd. Een wezenlijke stap op weg naar een digitale studiezaal." Gabriëlle Beentjes redacteur Archievenblad en senior adviseur conservering Nationaal Archief. Hans Berende hoofdredacteur Archievenblad en plv. gemeente archivaris/archiefinspecteur bij de Gemeente Ede. René Spork redacteur Archievenblad en projectleider bij het Gemeentearchief Rotterdam. WAD nummer 5 201 1 17

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 17