Archieven, open u! We zouden kunnen stellen dat het goed gaat met de digitale ontsluiting van de Nederlandse archiefcollectie. In hoog tempo worden de collecties van Nederlandse archiefdiensten gedigitaliseerd en bijna elke archiefdienst beschikt inmiddels over een toegang via het internet. Ook worden er middelen gerealiseerd waarmee de digitale dienstverlening wordt uitgebreid en archiefonderzoek makkelijker wordt. Archieven komen daarmee binnen bereik van een groter publiek. Publiek dat misschien niet zo gemakkelijk de drempel van een archiefdienst overstapt en dat nu eerst thuis, via het internet, kan kennismaken met het aanbod van archieven. De praktijk Karin van der Heiden en Ivo Zandhuis I Nieuwe gebruikers komen met nieuwe vragen en er wordt dan ook steeds meer gevraagd van de digitale dienstverlening van archieven. Zo verwachten we interactief met archiefwebsites te kunnen omgaan: zelfstandig zoeken en vinden, reproducties bestellen en stukken reserveren, een eigen virtuele ruimte waar gebruikers materiaal groeperen, ernaar verwijzen, zelf materiaal toevoegen en zelfs 'crowdsourcen'. Archiefdiensten laten zich goed informeren over hoe ze het beste kunnen voorzien in de infor matiebehoefte van hun bezoekers en er wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe functionaliteit die daarin voorziet. Virtuele studiezalen, digitale historische werkplaatsen of MijnArchief- varianten zijn vormen van digitale dienstverlening waarmee archiefdiensten tegemoetkomen aan de wensen en behoeften van nieuwe en grote groepen online archiefbezoekers. Tot zover het goede nieuws. Want steeds vaker blijkt dat de realisatie van die publieksvriendelijke functionaliteit nog lang niet zo eenvoudig is. De reden daarvoor is dat de beschrijvingssystemen er niet op zijn ingericht om op een flexibele manier gegevens beschikbaar te stellen. Dat lijkt tegenstrijdig met het doel van die systemen maar is wel te verklaren. We zullen het nader toelichten, maar eerst het volgende. De meeste archief-diensten hebben ervoor gekozen om de digitale beschrijvingen van hun collectie in beheer onder te brengen bij een (of meerdere) Gelukkig heeft het Regionaal Archief Leiden begrepen dat het zoeken van informatie niet alleen maar hier (dat wil zeggen in de studiezaal) gebeurt, maar ook thuis of zelfs onderweg. Dit blijkt uit de introductie van 'mijnRAL' op hun website (foto: Regionaal Archief Leiden/Jan Lagas). leveranciers van gespe-cialiseerde informatiesystemen. Dat heeft veel voordelen, want de archiefdienst hoeft dan niet zelf een systeem te ontwikkelen en te onderhouden. Maar het heeft ook nadelen: de archiefdienst is afhankelijk van de leverancier. Gelukkig wil de leverancier ook voorzien in de behoefte van zijn klanten, daarom werkt hij - vaak samen met hen - aan de ontwikkeling van nieuwe functionaliteit waarmee digitale dienstverlening kan worden gerealiseerd. In de meest eenvoudige situatie bouwt de leverancier van de systemen waarin de collectie is beschreven, ook de website van een archiefdienst. De data uit het beschrijvingssysteem kan dan direct en eenvoudig in de website worden opgenomen en het is een efficiënte manier om nieuwe functionaliteit te realiseren - die voor de korte termijn voldoet. Ook als een aparte websitebouwer wordt ingeschakeld voor het ontwikkelen van de website, worden vaak afspraken gemaakt om de data zo eenvoudig mogelijk van het beschrijvingssysteem in de website te krijgen. Er wordt in beide gevallen een goede, snelle oplossing gekozen, die gebaseerd is op de integratie van de beschrijvingssystemen en 20 2011 nummer 3

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 20