Een stimuleringsfonds voor archieven Archieven in het veld De Raad voor Cultuur suggereerde in zijn Besteladvies Archieven van april vorig jaar om een fonds in het leven te roepen. De context was een pleidooi voor uitbreiding van de rijksverantwoordelijkheid naar ook niet-overheidsarchieven. Dat was in 2009 immers de vraag van de minister van OCW geweest: als ik niet naar instellingen maar naar collecties kijk, hoe ziet mijn verantwoordelijkheid er dan uit? Een wet om dat te borgen is daar geen zinvol medium voor. Geen wet Niet wachten maar handelen L Els Swaab Els Swaab (foto part. coll.). De visie die de Raad uiteenzette sluit aan bij die van de Commissie waardering en selectie (Gewaardeerd Verleden, 'cie Jeurgens') uit 2007. Ook archivalia van niet-overheden kunnen van grote historische en culturele waarde zijn. Ze bevatten immers de neerslag van de volle werkelijkheid waarop overheden reageren. Met dat complement verschaffen ze de noodzakelijke context om de onder de archiefwet vallende archivering van het overheidshandelen van betekenis te voorzien. Ze kunnen daarnaast ook van grote eigenstandige waarde zijn. Niet zelden behoren ze zelfs naar inhoud volledig tot het overheidsdomein, alleen niet naar eigendom. Denk aan de kerncentrale in Doodewaard, de nieuw ontstane onafhankelijke toezichthouders, zoals marktautoriteiten, en spelers in geprivatiseerde collectieve diensten als het openbaar vervoer, het loodswezen, de zorg of werk en inkomen. Het omgekeerde is ook waar. In overheidsarchiefinstellingen bestaan de archiefbestanden soms tot wel de helft uit bescheiden afkomstig van niet-overheidsarchiefvormers. Het is dus gepast te streven naar integratie van visie, beleid en instrumentarium op het gebied van archieven voor zowel overheids- als niet-overheidsterrein. Dat betreft deels een normalisatie van reeds aanwezige praktijken binnen de overheid, maar veel belangrijker zijn uitbreiding van en reflectie op de betekenis voor de samenleving van de archieffunctie in meer algemene zin. De rol van de bestelverantwoordelijke rijksoverheid heeft dan ook principieel twee kanten. Enerzijds moet die als een goed huisvader zelf zorgen voor en toezien op ordentelijke omgang met de documentaire neerslag van de hoofdlijnen van procesgebonden informatie binnen het eigen domein. Daar gaat de Archiefwet 1995 over, hoeveel commentaar men daar tegenwoordig ook op heeft. Anderzijds heeft de minister van Cultuur de taak om voorwaarden te scheppen dat hetzelfde ook elders gebeurt. Ook andere processen in de samenleving verdienen adequate documentaire neerslag. 's Rijks archiefdroom moet zijn dat er overal in de samenleving, waar nodig en waar mogelijk, zelf voor het geheugen, herinnering en geweten wordt gezorgd. Een wet om dat te borgen is daar geen zinvol medium voor. Het betreft immers een houding en het belangrijkste element daarin, de invulling van wat nodig is, moet de samenleving zelf ter hand nemen. Die houding kan, zo stelde de Raad al in zijn integrale erfgoedadvies Het tekort van het teveel (2005), vorm krijgen door de combinatie van zelf het goede voorbeeld geven met een vangnetrol bij evident te grote opgaven, aangevuld met adequate voorlichting en stimulering in den brede. En dan zijn we bij het stimuleringsfonds aangekomen. Kan de overheid met die bredere besteltaak niet even wachten? Het is nummer 3 201 1 17

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 17