In memoriam
dr. Th.W. Jensma
Op 2 maart 2011 is in zijn woonplaats
Buitenpost dr. Th.W. Jensma,
stadsarchivaris van Dordrecht van 1967
tot 1989, overleden. Jensma werd
geboren op 25 februari 1932 als zoon van
notaris Watze Jensma en Anna Cornelia
Steinvoorte. Zijn moeder noemde hem
Theodoor Erik, daarmee brekende met
de vernoeming naar grootvader en vader.
Zelf herstelde hij deze omissie door in
1980 zijn voornamen te veranderen in
Theunis Watzes.
Jensma bracht zijn jeugd door in Franeker
en Leeuwarden en ging in 1951
geschiedenis studeren in Amsterdam. Hij
werd leraar aan het Cartesius Lyceum en
begon in 1961 een archiefopleiding aan
de Archiefschool. Bij Van Hoboken op het
Amsterdamse Stadsarchief regelde hij
een stageplaats. Na het archiefdiploma te
hebben behaald, werd hij er in november
1964 chartermeester. In de Amsterdamse
archieven vond hij materiaal voor zijn
proefschrift over de Doopsgezinde
Zending in Indonesië. Hij promoveerde
in 1968 maar had Amsterdam toen al
voor Dordrecht verruild. Hier was hij per
1 januari 1967 benoemd als opvolger van
mr. J.J. Beyerman, onder wiens bewind
het archief een periode van stilstand had
gekend.
Jensma was lid van het koor Schola
Cantorum, schaakclub Dordrecht, het
Dordtse Pyproockersgilde, de Rotary,
Diversa sed Una, de Fryske Krite, Fonds
van Dongen, Vrienden van de Grote Kerk,
Stichting tot behoud van de Nieuwkerk
en, met onderbrekingen, de vereniging
Oud-Dordrecht en stond dus midden in de
plaatselijke samenleving. Al wandelend
met hond Bijke, winkelend op de markt
of prekend (want de archivaris beschikte
op grond van zijn doctoraal bijvak kerk
en dogma-geschiedenis over een
preekconsent) was hij voor iedereen
aanspreekbaar. In het landelijk archief
wezen was hij actief als vicevoorzitter
van de Vereniging van Archivarissen,
docent archivistiek en paleografie en
examinator van de Archiefschool.
Dordrecht stond bekend als een uitstekend
archief en het was dan ook niet toevallig
dat hier in 1979 de in opdracht van de
VAN gemaakte film over het archiefwezen
in Nederland werd opgenomen. Uit die
film stamt het "dat zal mijn tijd wel
duren" als antwoord op de vraag naar
automatisering. Later trok Jensma zich
steeds meer op Dordrecht terug. Hij verliet
de stad in 1988 omdat hij zich niet kon
verenigen met de reorganisatie, waarbij
de culturele instellingen tot een Dienst
Kunsten werden samengevoegd. Per
1 maart 1989 werd hij afgekeurd, maar
toen had hij zich al in het Friese Twijzel
gevestigd. Later belandde hij in
Buitenpost, waar hij voor de vierde keer
trouwde, een theologiestudie voltooide
en actief was op kerkelijk en kerkhistorisch
gebied.
Jan Alleblas
Jensma bouwde in korte tijd het archief
uit tot een gerespecteerde instelling met
deskundig personeel en een voor die tijd
modern gebouw aan het Stek.
Hij benadrukte de educatieve taak door
het organiseren van tentoonstellingen,
het houden van lezingen en cursussen,
en het opzetten van een eigen tijdschrift
(Kwartaal Teken van Dordrecht). Ook
onderzocht hij de plaatselijke geschiedenis
- waarbij vooral de periode tot 1572 zijn
aandacht had - en schreef hij een aantal
boeken over onder andere de Grote Kerk
en de Kerkeraadsacten. Daarnaast
publiceerde hij archiefinventarissen,
tentoonstellingscatalogi - waaronder
Opstand en Onafhankelijkheid bij
"Een vulkaan in ruste; hij rookt en kan nog werken ook", schreef Jensma zelf bij dit portret op zijn
werkkamer (foto part. coll.).
de expositie in de Augustijnenkerk ter
herdenking van de Eerste Vrije
Statenvergadering - en de Gids voor het
gebruik van de archieven en
verzamelingen bij de opening van de
nieuwbouw aan het Stek in 1977.
In 2000 publiceerde hij zijn zeer persoonlijke
autobiografie Wat ik zeggen wou...
belevenissen van een buitenstaander.
Hoewel zijn gezondheid afnam, kwam
zijn overlijden toch plotseling. In een
indrukwekkende plechtigheid werd hij
begraven naast het graf van zijn vader
op de terp van Hogebeintum.
De archiefwereld verliest in hem een
gedreven archivaris die door zijn eerlijkheid,
weinig diplomatiek optreden en afkeer
van autoriteit bij sommigen niet geliefd
was, maar steeds het belang van 'zijn'
archief voor ogen had.
Jan Alleblas bibliothecaris van
erfgoedcentrum DiEP, Dordrecht.
nummer 3 201 1
11