Maar hij had mij niet nodig, zei hij. Daar, in Moissac, ontmoette ik haar die in 1975 mijn echtgenote zou worden: Ghislaine. We woonden in een boerderijtje op een groot stuk grond, prachtig ingekapseld tussen de bomen, dat ik had gekocht voor 15.000 francs van toen! En waar ik in 1973 van de gelegenheid gebruik maakte om te stoppen met roken." "Een roeping is iets dat je blijft achter volgen. In de beginjaren '70 informeerde ik al in Toulouse naar de mogelijkheden om Hebreeuws te leren en verder te studeren. En ik was de vaste organist in Castelsarrasin, het dorp ernaast. Ik begon te publiceren over de Romaanse monumenten waar Moissac wereldberoemd om is, de kruisgang met 76 kapitelen en het gebeeld houwde portaal. Ik wist toen nog niet dat het een levenswerk zou worden. Na enkele jaren journalistiek werd het me duidelijk dat dit het eindpunt van mijn carrière zou worden, en dus ben ik me verder gaan oriënteren. Ik heb altijd geroepen dat iedereen om de tien jaar eigenlijk iets anders zou moeten gaan doen om de uitdaging erin te houden. Mijn vader suggereerde toen een terugkeer naar Nederland en een baan in het archiefwezen. En zo vond in augustus 1979 de terugkeer plaats en begon ik aan de opleiding van de Archiefschool, toen in Utrecht onder leiding van Jos Wieland. Het was de tijd dat de studenten die nog geen baan hadden, eruit werden gepikt en geronseld voor de Rijksarchiefdienst. Ik mocht kiezen tussen de Rijksarchieven van Groningen, Den Haag en Maastricht. Dat was natuurlijk doorgestoken kaart, want ze konden op hun klompen aanvoelen dat ik Maastricht zou kiezen. Het werd dus het Rijksarchief in Limburg waar ik op 1 september 1980 begon." "Ondertussen was in 1979 onze dochter Marieke geboren. In 1982 volgde de tweede, Anne. Wij hebben ze altijd vrij opgevoed, niet zo streng als wij zelf zijn opgegroeid. Maar wel met grenzen en met normen en waarden. Onze dochters komen nog altijd bij ons thuis, dus de opvoeding zal niet al te slecht zijn geweest." Hoe is je loopbaan verder verlopen? "Op het Rijksarchief in Limburg werd ik geplaatst bij de afdeling Inventarisatie. Ik heb in de 30 jaar van mijn archief carrière verschillende archieven geïnventariseerd. Daarnaast heb ik veel gedaan aan publieksgerichte activiteiten en aan publicaties. In 1984 behaalde ik tussendoor nog het diploma kaart en atlasbeheer, en in 1997 het diploma 'hoger archiefambtenaar', toen 'Archivistiek A' geheten. Een bijzondere voorliefde had ik voor genealogie. Allereerst natuurlijk omdat ik wilde weten of onze familienaam misschien ook uit Frankrijk kwam. Verder En toen? "Mijn vader stelde mij voor in Nijmegen theologie te gaan studeren. Had ik dat gedaan dan was ik nu hoogleraar aan de Radboud. Maar ik wilde naar Frankrijk terug. Ik heb toen een tijd gewerkt bij mijn drukkerij in Moissac, en bij een vriend die een renaissancekasteeltje had gekocht, totdat ik een baan kreeg als regionaal correspondent bij de regionale krant La Dépêche du Midi. Bijna tien jaar heb ik voor deze krant gewerkt. Ik heb er geleerd een artikel op tijd in te leveren. Ondertussen had ik mij nog eens aangemeld bij de bisschop van Montauban om priester te worden. Toen was de roeping natuurlijk voorbij? Onwennig in rokkostuum, maar de bul stevig in handen, na de promotie op 26 april 1995 aan de (toen nog Katholieke) Universiteit van Nijmegen op een proefschrift over de abdij Moissac. Vertel eens over je vrouw en kinderen. nummer 1 2011 51

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 51