Gastheerschap Behalve dat er bijzondere boeken worden getoond, is er altijd aandacht voor behoud en beheer en spreken we over bevochtigers, ontvochtigers en brandblussers, over handschoentjes en vloeipapier. Wanneer ik theatraal de niet meer noodzakelijke witte handschoentjes aantrek om te gaan bladeren, is de toon gezet. Meteen is duidelijk wie de baas is en bijna smekend wordt gevraagd of ik een bladzijde wil omslaan. Atlassen doen het altijd goed bij deze rondleidingen, vooral die van de gebroeders Ottens die halverwege de achttiende eeuw de beste inkleurders in dienst hadden. Na de pracht en praal van de voorzijde vraag ik vervolgens aandacht voor de achterkanten van de kaartbladen, waar - mits contemporain ingekleurd - de agressieve groene verf door het blad gedrongen is en daar groenbruine sporen heeft achtergelaten. Na inktvraat is dit een toenemend probleem, een nog niet te stoppen proces. Dan volgt het verhaal over het slopen van kaartenboeken omdat een losse prent in de handel nu eenmaal meer opbrengt. Er is altijd wel iemand in het gezelschap die een ingelijste kaart cadeau heeft gekregen, voor trouwe dienst, een jubileum of afscheid. Recent ingekleurde oude kaarten laten natuurlijk die doorslag niet zien. Met andere woorden: wie zo'n nepper cadeau krijgt weet meteen hoe de trouwe diensten worden gewaardeerd. Er zijn twee soorten reacties. De ene helft lijst bij thuiskomst de kaart meteen uit, de andere helft durft de confrontatie niet aan. "Dat doe ik mooi niet", zei laatst een bezoeker tegen zijn vrouw. De Rembrandtkenner had opeens genoeg van al mijn achtergrond informatie. Bert Sliggers Column Vroeger kwam je op een archief voor een archief, in de bibliotheek voor een boek, in een museum voor een tentoonstelling. Nu zijn er overal lezingen, cursussen, workshops, congressen, zelfs excursies buiten de deur, vriendenverenigingen, vrienden blaadjes, reducties en ga zo maar door. Waren er voorheen aan de balie alleen saaie en slecht vormgegeven inventarissen te koop, nu hebben sommige archiefdiensten een goed geoutilleerde winkel waar de hele lokale en regionale geschiedenis aangeschaft kan worden. Wie slecht ontbeten heeft, kan in heel wat archiefinstellingen heerlijk lunchen. Wie een middeleeuws handschrift niet kan lezen wordt meteen doorverwezen naar een cursus oud-handschrift. Aan de tentoon stellingen in het Nationaal Archief kan menig museum nog een puntje zuigen. Langzaam vervagen de grenzen tussen al deze erfgoed instellingen die steeds beter inspelen op de vergrijzende, maar ook verwende samenleving. Steeds meer gepensioneerden verruilen het bankstel voor een studiezaal om vaak via stambomen af te dalen in ons collectieve verleden. Ik weet zeker dat heel wat van die onderzoekers het daar meer naar hun zin hebben dan thuis. Laatst fluisterde zo'n archieftijger mij toe dat ik eigenlijk op zijn plek zat. Het zijn van die types die ook het hardst "ssssttt" roepen wanneer een nieuwkomer net iets te luid zijn reden van bezoek ventileert. Museum. Dat kan 's avonds zijn als intermezzo tijdens een chique diner, waar men bijvoorbeeld ook even Rembrandt-etsen mag bekijken op de hand. Dat gebeurt in een fraaie stijlkamer met dito achttiende- eeuwse kunstkast waar de Rembrandtjes voor het oprapen liggen. Opvallend is dat de heren voornamelijk geïnteresseerd zijn in de prijzen ("wat doet zo'n etsje nou?") en de dames het meer over de artistieke waarde hebben ("wat knap gedaan"). Stevige innemers kunnen (zelfs halverwege de maaltijd) al tamelijk vervelend zijn door hun niet terzake kennis over Rembrandt te spuien. En wanneer het plassende vrouwtje voorbij komt zijn ze niet meer te houden. Er wordt dan heel wat afgelachen maar niet om mij. Onze gastvrijheid kent natuurlijk wel zijn grenzen. Die trek ik daarna in de bibliotheek. Ook musea brengen tegenwoordig heel wat meer dan alleen exposities. Zo heb ik de eer soms mensen rond te leiden in de bibliotheek van Teylers Tekening: Peter Vlot. nummer 1 2011 37

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 37