ianvs j ki v k a NO.anarwic i töearcba v. u
Van der Does, als Neolatijns dichter
bekend als Dousa. Via hem betrad hij de
leidende literaire kringen en kwam hij
los van de rederijkerstraditie waarin hij
was opgegroeid.
Wat de administratie betreft, moeten
in de eerste plaats de talrijke soorten
registers genoemd worden die hij
toevoegde aan wat hij van zijn
voorganger had overgenomen. Ketelaar
heeft deze registers voor zijn bijdrage
aan de afscheidsbundel voor
Van der Gouw aan een nader onderzoek
onderworpen.11 Hij analyseerde daarvoor
een Vertooch dat Van Hout had geschreven
om zich te verdedigen tegen
aantijgingen vanuit het stadsbestuur.
Want Van Houts tomeloze energie en
bemoeizucht werd zeker niet door
iedereen gewaardeerd. Bovendien
bezorgde zijn persoonlijkheid hem nogal
wat vijanden - ook onder de regenten.
Zijn tegenstanders beschuldigden hem
van nepotisme en het onterecht
declareren van werkzaamheden die in
zijn vaste bezoldiging zouden zijn
inbegrepen.
Renaissanceproza
Maar niet alleen als secretaris,
registrator en archivaris heeft Van Hout
zijn sporen in het archief nagelaten. Hij
notuleerde vanzelfsprekend, maar droeg
ook inhoudelijk bij aan het beleid van
het stadsbestuur, bijvoorbeeld met een
rapport over de armenzorg (1577). Alle
biografen besteden substantiële
aandacht aan dit document, zowel
vanwege de vooruitstrevende ideeën als
de schrijfstijl.
Van zijn niet zeer omvangrijke literaire
werk is veel verloren gegaan; de
handschriften die hij aan zijn vriend
Petrus Bertius vermaakte, zijn verdwenen.
Iets van zijn poëzie is bewaard gebleven
gewone gemeente-secretaris aan het
woord is, maar een ambtenaar, die het
geval als kunstenaar heeft meegemaakt
en genoten."14
Geen wens vervuld
nieuwe frissche beelden, helder en
forsch van structuur. Hij is kunstenaar
zonder het te willen of te weten daarin."13
En een bladzijde eerder: "Men leze het
rapport over armenzorg, waarin passages
voorkomen, die tot het meest rijke en
schilderachtige proza der zestiende
eeuw behoren waarbij niet een
te beperkt (dat geldt waarschijnlijk ook
voor het beschikbare budget).
Handzaam is het boekje zeker, 128
bladzijden, en zeer leesbaar geschreven
Goed gedocumenteerd is het ook, met
duidelijke bronvermeldingen. Maar het
boekje verraadt de achtergrond van de
biograaf: literatuurhistoricus,
Leiden was na het Ontzet op 3 oktober
1574 sterk verarmd, de bevolking
teruggelopen tot 9.000 a 10.000
inwoners.10 Een kwart eeuw later waren
het er 30.000 a 35.000. De universiteit
(1575) gaf de stad allure en een
Europese reputatie. De textielnijverheid
beleefde een tweede bloei. De groei van
de stad noopte het stadsbestuur tot
maatregelen op het gebied van
huisvesting, ruimtelijke ordening,
gezondheidszorg en maatschappelijke
zorg. Dat alles stelde eisen aan de
administratie waarvan Van Hout de
architect en drijvende kracht was.
in Der stadt Leyden Dienst-bouc (1602),
dat onder andere lofzangen bevat op
historische gebeurtenissen. Het
onvoltooid gebleven Dienst-bouc is,
evenals zijn ambtelijke geschriften,
gesteld in een fraai renaissanceproza.12
In de woorden van Prinsen: "Van Houts
proza heeft een breed rustig
schilderenden zwaai, of het is geestig
gedetailleerd verhalend, of het is kalm
betoogend, scherp en nauwkeurig
zeggend, wat er te zeggen valt, rijk aan
Is met het verschijnen van deze nieuwe
biografie Groenvelds wens nu in
vervulling gegaan? Helaas niet. Daarvoor
was de opdracht die de Vereniging Jan
van Hout aan Bostoen gaf - om "een
nieuwe handzame biografie" te schrijven -
J-~ -"r*- J hi*ii fej-u ii 4,. j. k iiiiH ïrönWiai M i A4 ïsi Irfw Hh in ij-rfrur hrniüm.i i'
n,,.-Mi Kir— r ,.£..1Amt.. C* TM ■PBV' "i- "ET/*"
Mm-: ""2? I I
VT.TlIl
Portret van Noordwijkse jonker Van der Does, als dichter bekend onder de naam Dousa, met wie Van
Hout bevriend was. Gravure van Nicolaas Visscher, 1609.
34 2011 nummer 1