23 Archiefdingen: baken op de woelige baren van Web 2.0 Zet de tv aan, sla een krant open of kijk rond op internet: sociale media zijn 'hot' en overal. Begrippen als bloggen, Twitter, Wiki's of Flickr vliegen je continu om je oren. Geen idee wat het is? Of sterker nog: hoe je deze zogeheten Web 2.0-toepassingen zou kunnen gebruiken voor je werk? Geen nood: 23 Archiefdingen is je baken op de woelige baren van Web 2.0. "23 Dingen laat je in een aantal maanden kennismaken met de mogelijkheden voor het web. Het voordeel om deel te nemen is dat er geen voorkennis nodig is en dat zowel gevorderden als beginners ervan leren. Het is een laagdrempelige manier om spelenderwijs het web verder te ontdekken." Sterker nog, dat je kansen laat liggen als je er niets mee doet. Het idee komt uit de Verenigde Staten waar het cursusprogramma 23 Dingen is geboren. In het voorjaar van 2009 ging het Nationaal Archief aan de slag, op de voet gevolgd door een combinatie van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) en het Regionaal Archief Tilburg. Kartrekkers van 23 Archiefdingen zijn Rob Coers van Coers Internet Trainingen, Petra Schoen van het Nationaal Archief, Luud de Brouwer van het Regionaal Archief Tilburg en Christian van der Ven van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC). "Een hele prettige manier om kennis te maken en (meer) ervaring op te doen met moderne media, waarvan ik vind dat wij als informatieprofessionals op de hoogte moeten zijn. Het biedt tal van mogelijkheden om ons publiek te blijven trekken en op meerdere manieren met hen te communiceren. Ook de samenwerking met ons publiek kan minder formeel en sympathieker. Amateur en professional kunnen beter samenwerken en meer van elkaar leren, hetgeen de informatievoorziening ten goede komt." Zelf maakte ik kennis met 23 Archief- dingen als één van de coaches op het BHIC. Een leerzame ervaring, om verschillende redenen. Voorop gesteld omdat het voor mij één groot onont gonnen terrein was. Al bij Ding 4 - "Maak je leven eenvoudiger met RSS" - moest ik drie keer teruglezen voordat ik begreep hoe het werkte, laat staan hoe lang het duurde voordat ik door had waarom dit een verrijking van mijn leven zou zijn. Daarbij merkte ik hoe leuk het is om samen met collega's deze ontdekkings tocht te maken. Vragen die ik mezelf niet had gesteld, stelden zij wel en andersom. Op welke manier dan ook; je wordt er altijd wijzer van. Bovendien gaan alle cursisten direct aan de slag met een eigen blog en daardoor leer je niet alleen over een Web 2.0-toepassing, maar leer je ook je collega's op een andere manier kennen. "Je kunt een klant nu eenmaal niet laten wachten omdat er geblogd moet worden." Marilou Nillesen 23 Archiefdingen (www.23-archiefdingen.nl) is een online cursusprogramma dat - weinig verrassend - uit 23 'lessen' bestaat. Stapsgewijs maak je kennis met verschil lende Web 2.0-toepassingen. Niet door middel van een uitgebreide, theoretische uitleg; nee, je gaat er daadwerkelijk mee aan de slag. En ja, dat is even slikken voor iedereen die zijn wenkbrauwen fronst bij zaken als Twitter, maar je weet dan meteen wel echt hoe het werkt en of je archief er iets mee kan. Rob van Dijck, Kring van Archivarissen in Limburg Iedereen die dat wil, kan 23 Archiefdingen (gratis) volgen. Dat kun je dus in je eentje thuis doen, maar eerlijk is eerlijk, de ervaring leert dat het een stuk beter gaat als je dit in een groep doet. Gezamenlijk op je werk, zodat je kunt overleggen met collega's. Zodat er ook op de werkvloer het idee ontstaat dat het nog lang niet zo gek is, die sociale media. Thijs Hannen, Kring van Archivarissen in Limburg Hans Luhr, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis Tot zover de leuke kanten van de cursus, maar zoals bij iedere medaille is er ook een andere kant: het kost tijd. En dat is vaak de valkuil. Vrijwel iedereen begint nieuwsgierig en enthousiast om op een gegeven moment te merken dat het lastig wordt om die drive vast te houden. Omdat je mailbox overloopt, omdat er bezoekers 26 2011 nummer 1

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 26