r Onderzoeksbevindingen Op basis van dit onderzoek kunnen we geen algemene conclusies trekken over de vraag of de routekaarten voor de selectie, de BSD's, uiteindelijk ook bieden wat zij beloven. Daarvoor was het onderzoek, waarin slechts een klein aantal inventarissen is betrokken, te beperkt van omvang. Uit het onderzoek rijst echter wel een beeld op van de problematiek waarmee selecteurs in het selectieproces te maken hebben. In alle onderzochte inventarissen schort het nodige aan de juistheid tussen de archiefbeschrijving in de inventaris en respectievelijk de selectiegrondslag aan de ene kant en de aangetroffen stukken aan de andere kant. In alle onderzochte inventarissen schort het nodige aan de juistheid tussen de archiefbeschrijving in de inventaris en respectievelijk de selectiegrondslag aan de ene kant en de aangetroffen stukken aan de andere kant. Slot door de balans tussen deze twee functies. De resultaten van dit verkennende onderzoek geven voldoende aanleiding om dit onderzoek in het volgende semester voort te zetten. Met de resultaten van deze onderzoeken hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan een betere afstemming tussen de processen van waardering en selectie. Noten 5 Inventaris van het archief van de technische en fysische dienst landbouw van het Ministerie van LNV, 1953-1995; Inventaris van archieven van het ministerie van Defensie (en de taak- voorganger ministerie van Oorlog), deel 1 (1898) 1945-1996; Inventaris van het archief van het Ministerie van Volks gezondheid, Welzijn en Sport en taak- voorgangers: Directie Verzetsdeelnemers, Vervolgden en Burgeroorlogsgetroffenen, 1946-1999; Inventaris van het archief van de Algemene Inspectie van het Korps Rijkspolitie van het ministerie van Justitie, 1945-1992. de directe relatie tussen de omschrijving van de handeling en de aangetroffen documenten gekeken. Uiteraard kon dit onderzoek slechts plaatsvinden ten aanzien van de bewaard gebleven archiefbestanddelen en niet met betrekking tot het vernietigde materiaal. De waarde van het onderzoek is alleen al om die reden beperkt. Een tweede beperking had te maken met de omvang van het onderzoek. In totaal zijn vier inventarissen onder de loep genomen.5 Op grond van het onderzochte materiaal in de verschillende deelonderzoeken stelden de onderzoekers vast dat in het merendeel van de gevallen sprake is van onvolkomenheden. De kwaliteits verschillen tussen de onderzochte inventarissen waren groot. In de inventaris die het slechtst scoorde, was in minder dan 10% van de onderzochte gevallen sprake van volledige juistheid tussen beschrijving in de inventaris, de genoemde selectiegrondslag en de aangetroffen documenten. In de inventaris die het best scoorde was dit in 45% van de onderzochte gevallen. Opvallend is het aantal slordigheden in de beschrijvingen ten opzichte van het aangetroffen materiaal. In een groot aantal gevallen kwam de datering in de beschrijvingen niet overeen met het aangetroffen materiaal (in een deelonderzoek betrof dit maar liefst 35% van de onderzochte gevallen), of had de beschrijving slechts betrekking op een gedeelte van de aangetroffen archiefstukken (20% van de onderzochte gevallen). In alle deelonderzoeken werd ook de slordige en vaak fragmentarische opbouw van de geselecteerde bestand delen genoemd. Dit valt met name op bij series (bijvoorbeeld notulen of besluiten) waar vaak grote hiaten in het aangetroffen materiaal worden geconstateerd. De tekortkomingen worden ernstiger als ook de selectiegrondslag in de vorm van de gewaardeerde handeling in de analyse wordt betrokken. In een van de deelonderzoeken bestond in meer dan 10% van de onderzochte gevallen geen relatie tussen de handeling die de grondslag voor selectie vormde en de aangetroffen documenten in de omslag. In een ander deelonderzoek werden grote vraagtekens gesteld bij het gebruik van soms wel erg algemeen geformuleerde handelingen. De soms in zeer algemene bewoordingen geformuleerde handelingen werden frequent gebruikt, zonder dat altijd duidelijk was of de geselecteerde documenten wel onder het bereik van de handeling vielen. In een van de inventarissen was meer dan 40% van de inventarisnummers op slechts twee B-handelingen gebaseerd en werd van sommige relevante B-handelingen geen neerslag aangetroffen. Een algemeen probleem dat in alle deelonderzoeken werd geconstateerd, is het grote aantal gevallen (in één deelonderzoek betrof dit meer 80% van de onderzochte situaties) waarin in de omslagen naast relevante stukken ook allerlei stukken werden aangetroffen die er op grond van de handeling niet zouden moeten zijn. Vaak ging het daarbij om archief bescheiden die onder zogeheten V-handelingen thuishoorden en op grond daarvan vernietigd hadden moeten worden. Waardering en selectie zijn duidelijk twee verschillende dingen. Dat is uit dit verkennende onderzoek meer dan duidelijk geworden. De kwaliteit van waardering en selectie wordt bepaald 1 Aan dit onderzoekscollege hebben deelgenomen: Frans van Eekelen, Sam Hoefnagel, Anja Hansen en Nico Vriend. 2 Brian P.N. Beaven, '"But am I getting my records?" Squaring the Circle with Terms and Conditions Expressed in Relation to Function and Activity', Archival Science 5 (2005) 315-341. Deze titel ontleende Beaven aan de wezenlijke vraag die Ian Wilson, Librarian and Archivist of Canada aan de managers van de Government Records Appraisal and Disposition Program stelde. Elders stelde hij: "It is not enough for us simply to do an appraisal and issue our authority for transfer or disposal, we need equally to ensure that the result is what we intended. Our commitment is not to a process but to the integrity of the official record. Are we certain that we are accomplishing what we set out to accomplish?" Zie Beaven, 315. 3 Zie bijvoorbeeld de drie deel rapportages van de Erfgoedinspectie over het project wegwerken achterstanden archieven. 4 Erfgoedinspectie, Inspectierapport over het project wegwerken achter standen archieven. Derde deelrapportage (2009) 12. Charles Jeurgens hoogleraar Archivistiek aan de Universiteit van Leiden en werkzaam bij het Nationaal Archief. nummer 10 2010 45

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 45