Tegennatuurlijk instinct
Dit staat in schril contrast met inspirerende
internationale ontwikkelingen die
tegelijk gaande zijn. President Obama's
eerste daad in het Witte Huis was de
ondertekening van een openbaarheid
initiatief dat een nieuw tijdperk van
de transparante overheid inluidde.
"In the face of doubt, openness prevails",
heet het daar. De Amerikaanse federale
overheid werkt met een digitaal register
van beschikbare documenten die online
te raadplegen zijn. Beschermde informatie
kan met een online formulier worden
opgevraagd. Ook de EU-instellingen
kennen zo'n register, en in hun
voetspoor inmiddels meerdere Europese
landen als Ierland en Estland. Het Britse
coalitieakkoord van Cameron en Clegg
kent een apart hoofdstuk over
transparantie van de overheid om van
te watertanden. Onder het motto dat
openheid draagvlak voor de noodzakelijke
heftige bezuinigingen creëert, introduceert
het de verplichting om alle topsalarissen
- alle bestedingen van de centrale
overheid boven de 225.000 pond en van
de lokale overheden boven de 500 pond -
online te verantwoorden, evenals alle
overheidsaanbestedingen en contracten.
Transparantie is voor Nederlandse
bestuurders een tegennatuurlijk instinct.
Je organiseert ermee je eigen potten
kijkers terwijl menigeen de kaarten
graag tegen de borst houdt. Ambtenaren
houden daarenboven hun bestuurders
graag uit de wind. Maar een op
democratische legitimatie gestoelde
macht kan zich die houding ten
overstaan van een steeds kritischer en
wantrouwiger publiek niet veroorloven.
Zo'n bestuur organiseert de haar
controlerende tegenmachten uit
overlevingsinstinct. Het nieuwe
Nederlandse politieke klimaat zou
de stap moeten durven zetten naar niet
zozeer alleen minder bestuur, als wel
betrouwbaarder en transparanter
bestuur. In zo'n overheidsapparaat dat
de luiken durft open te zetten is een
cruciale rol voor de archivaris weggelegd.
De archivaris is eigenlijk de bestuurs-
dienaar van het publieke belang bij
openbaarheid. Dat vergt niet alleen
nieuwe wetgeving en apparaats
organisatie, maar vooral ook een
mentaliteitsverandering.
Voorstellen
waarvoor ik mij de komende kabinets
periode hard wil maken:2
Veranker het burgerrecht op toegang
tot overheidsinformatie. De regenteske
invalshoek die openbaarheid formuleert
als overheidstaak, is achterhaald.
Openbaarheid is geen dienst die
de overheid naar eigen goeddunken
verleent; de overheid is van ons en
we hebben er recht op om te weten
wat zich achter haar muren afspeelt.
Dit recht op toegang tot overheids
informatie wordt uitgangspunt van
de Wob en de Archiefwet. Het hoort
bovendien in de grondwet thuis. Ook de
Beroepscode voor archivarissen moet de
openbaarheid van overheidsinformatie
als uitgangspunt verankeren.
Introduceer een onafhankelijke
openbaarheidswaakhond. Anders dan
de meeste landen om ons heen heeft
Nederland geen onafhankelijke
waakhond die toeziet op de transparantie
van onze overheid. Er is wel een
algemeen rijksarchivaris, maar die gaat
niet over de Wob. Deze ziet toe op de
openbaarheid van overheidsinformatie
als die is overgebracht naar de openbare
archieven. Een onafhankelijke informatie
commissaris die opkomt voor de
openbaarheidsbelangen van burgers is
dus hard nodig en kan de kar trekken
voor de broodnodige mentaliteits
verandering. Hij kan oordelen over
informatieverzoeken als de burger nul
op rekest krijgt bij het bestuursorgaan.
Hij geeft voorlichting aan het publiek
over het indienen en afhandelen van
informatieverzoeken. Hij doet
aanbevelingen voor de actieve (digitale)
openbaarmaking van informatie. Voor
toezicht op de transparantie van de
overheid krijgt hij controlebevoegdheden.
Versterk de positie van de archivaris.
De archivaris moet binnen de overheid
fungeren als het openbaarheidsgeweten
en daartoe extra tanden krijgen. Laat de
beheerders van de openbare archieven
periodiek rapporteren aan Tweede Kamer,
Provinciale Staten en gemeenteraden
over de stand van digitalisering,
overbrenging en openbaarmaking. Laat
burgers die voortgang online volgen.
Achterstanden moeten publiek
verantwoord worden, want die benadelen
ons allemaal. Een archivaris met het
publiek belang bij openbaarheid als
primaire taak houdt ambtenaren, die
nu vaak slecht op de hoogte zijn van
de eisen van openbaarheid, bij de les.
Maak overheidsinformatie
toegankelijk via een digitaal register.
Met de digitale technieken is
toegankelijkheid en inzichtelijkheid van
beschikbare informatie makkelijker dan
ooit. Websites van overheden zijn nu
vaak incompleet, onoverzichtelijk en
niet actueel. Overheden moeten naar
internationaal voorbeeld met een
digitaal register op hun website inzicht
geven in de documenten die ze hebben.
Documenten die al openbaar zijn kunnen
via het register meteen worden bekeken
en bij niet-openbare informatie kan
online om inzage worden verzocht.
Maak documenten automatisch
openbaar. De wettelijke verplichting om
informatie ook actief te openbaren en
niet alleen op verzoek is nu nauwelijks
meer dan een aansporing, waardoor
overheden de vrijheid hebben om alleen
te openbaren wat hen uitkomt, op een
moment dat het hen uitkomt. In de
digitale informatiemaatschappij kan
en hoort dat anders. Overheden stellen
jaarlijks een informatieplan op voor
toegang en digitalisering van hun
dossiers, waarover de algemeen rijks
archivaris toezicht houdt. Bepaalde
categorieën informatie, zoals
organogrammen, agenda's en besluiten
van formele vergaderingen,
wetsvoorstellen, convenanten,
deskundigenadviezen, wetenschappelijke
rapporten et cetera worden verplicht
automatisch openbaar.
Breng overheidsinformatie versneld
onder beheer van het openbare archief.
Het huidige systeem van overbrenging
van bestuursorgaan naar het openbare
archief na ommekomst van twintig jaar
is in het digitale tijdperk achterhaald.
Informatie moet sneller onder openbaar
beheer komen ten dienste van het
publiek, bijvoorbeeld na verstrijken van
een regeerperiode of na afronding van
een dossier. In de praktijk wordt in
sommige gevallen al versneld
overgebracht, dus het kan.
Derubriceer periodiek staatsgeheime
documenten, zoals ook de eerder
genoemde commissie-Davids als
aanbeveling meegeeft. Overheden
bestempelen grote categorieën
informatie als vertrouwelijk of geheim,
zonder dat, zoals in andere landen,
wettelijk is geregeld welke soort
informatie op die wijze aan de
openbaarheid mag worden onttrokken.
Ik licht een aantal voorstellen toe,
In de praktijk geven ministeries,
nummer 10 2010 31