er niet aan de authenticiteit werd getwijfeld. Een procedurele oplossing voor een technisch probleem. En een oplossing die leidt tot dezelfde conclusie als bij de eerste vraag: dat niet de ondertekening, maar de validatie daarvan zou moeten worden bewaard. De archiefrechtelijke insteek en de (procedurele) oplossing om de validatie te registreren sluiten naadloos aan. De bepaling uit artikel 24 van de Archiefregeling - waarin wordt voor geschreven dat van digitaal ondertekende documenten wordt vastgelegd wie de ondertekenaar11 is en wie dat wanneer heeft gecontroleerd - geeft aan dat deze strategie binnen het archiefrecht als afdoende oplossing wordt beschouwd. Helaas is bij de redactie van deze regeling besloten om dit voorschrift Frans Dondorp: "In een elektronische administratie is het onlogisch, onhandig en onnodig duur om een uitgaand stuk na het afdrukken en na ondertekening weer in te scannen om te kunnen beschikken over een 'ondertekend' exemplaar. alleen toe te passen op digitale handtekeningen (waardoor de lagere vormen van elektronische handtekeningen zijn uitgesloten)12 en alleen op digitale (te bewaren13) archiefbescheiden. Het procedurele argument uit de toelichting en het archiefrechtelijk systeem waarin elektronische en conventionele archiefbescheiden op dezelfde wijze worden behandeld, pleiten voor een brede interpretatie van dit artikel. Als dit artikel ook op andere ondertekeningsvormen toepasbaar is, is de veelvoorkomende praktijk waarin uitgaande papieren correspondentie wordt gescand om een ondertekend exemplaar digitaal te archiveren onnodig. Bovendien zou ook voor elektronische dienstverlening en parafering met lagere onder- tekeningsvormen (pincode, inlognaam, DigiD) alleen de in artikel 24 genoemde gegevens worden gearchiveerd. Daarmee zou een bottleneck voor digitalisering zijn weggenomen. 1 Als een overheidsorgaan het archiefstuk in elektronische vorm heeft ontvangen of opgemaakt, is een afdruk een reproductie in de zin van art. 7 Archiefwet. In de veel voorkomende praktijk waarbij e-mail wordt geprint en gestempeld voor het archief gaat het dus om vervanging en (zolang het origineel niet is verwijderd) om archivering van een kopie. Voor blijvend te bewaren materiaal gaat het boven dien om ongeautoriseerde vervanging als er geen machtiging voor vervanging is verkregen. 2 Een samenvatting van S. Huydecoper, R.E. van Esch, Geschriften en handtekeningen: een achterhaald concept?, ITeR-reeks nummer 7 (Alphen aan de Rijn, 1997) 119 e.v.; S. Mason, Electronic Signatures in Law (2nd edition; Tottel, Haywards Heath, 2007) 20 e.v.; UNCITRAL Guide to Enactment of the UNCITRAL Model Law on Electronic Signatures 2001. UN Pub nr. E.02.V.8 (New York, 2002) 19. 3 Zie paragrafen 7.2.2 t/m 7.2.5 van de NEN-ISO 15489-1:2001, voor overheden art. 3 Archiefwet ("goede, geordende en toegankelijke staat") en specifiek voor het blijvend te bewaren materiaal bij overheden art. 17 leden a en b, art. 20 sub b Archiefregeling. Onder het nogal algemene begrip 'betrouwbaar' kan ook identificatie van de ondertekenaar en onweerlegbaarheid worden verstaan gezien de brede uitleg in de Memorie van Toelichting bij de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer. 4 Art. 24 sub c. 5 Toelichting bij art. 24 sub c. 6 Het bekende "bescheiden ongeacht hun vorm" uit art. 1 sub c Archiefwet 1995. 7 Waarmee de vereisten uit het nieuwe art. 24 sub c Archiefregeling vergelijkbaar worden toegepast op het conventionele geval. 8 Toelichting bij art. 24 sub c. 9 De 'elektronische handtekening' is een juridisch begrip en de 'digitale handtekening' is een technische toepassing. 10 F. Boudrez, 'Digitale handtekeningen en archiefdocumenten', Computerrecht, 2006, 40. 11 De Archiefregeling spreekt (vermoedelijk ten onrechte) van de houder van de handtekening, waar de definitie in art. 3:15a BW alleen de ondertekenaar definieert. 12 Aangezien zowel het privaatrecht (art. 3:15a BW) als het publiekrecht (art. 2:16 Awb) alleen spreken van elektronische handtekeningen en de term digitale handtekening in de literatuur wijst op een specifieke toepassing, is het maar de vraag of het hier om een fout gaat. 13 De Archiefregeling is alleen van toepassing op blijvend te bewaren materiaal, ingevolge art. 11, 12 en 13 Archiefbesluit 1995. Frans Dondorp business developer bij Decos Software Engineering. Een uitgebreidere versie van dit artikel is te vinden op: www.decos.nl/ handtekeningenduurzaamarchiveren. Reageren? Mail naar: f.dondorp@decos.nl nummer 9 2010 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 31