Beeld en Geluid in cijfers
Keuzes maken
Het Nederlands Instituut voor Beeld
en Geluid is ontstaan in 1997 door
een fusie van het omroeparchief, het
filmarchief van de Rijksvoorlichtings
dienst, de Stichting Film en Wetenschap
en het Omroepmuseum. Beeld en
Geluid heeft 52 depots:
13 depots met objecten, bij elkaar
20.000 voorwerpen;
3 depots papieren archieven;
1 depot voor 2 miljoen foto's;
35 depots met audiovisueel
materiaal, waarvan 100.000 cd's
en lp's (inclusief 7 depots in Rijswijk
en 4 depots in Scheveningen).
Alleen al met de omroepproductie
groeit Beeld en Geluid met bijna
40.000 uur, oftewel één petabyte,
per jaar. Jaarlijks groeit de collectie
met:
27.500 uur radioprogramma's van
de landelijke publieke omroepen;
8.000 uur televisieprogramma's van
de landelijke publieke omroepen;
2.500 uur radio- en televisie
programma's van de commerciële
omroepen;
Alle STER-spotjes;
Uitzendingen in de Zendtijd voor
Politieke Partijen;
10.000 muziek cd's en dvd's.
het zeer geavanceerde omroeparchief van
de BBC, dat heel veel doet aan de ont
sluitingskant, biedt (nog) geen digitale
workflow voor hergebruik door
professionals."
De rol van omroeparchief stelt hoge eisen
aan het instituut. "Onze productie is
conform de prestatiecontracten die zijn
afgesloten met de publieke omroep",
vertelt Westerhof. "Dat legt de lat hoog.
Omroepen moeten direct over het
materiaal kunnen beschikken. Dat
betekent bijvoorbeeld dat we de uitrol
van software 's nachts laten gebeuren en
dat we elk weekend stand-by diensten
draaien.
De collectie van Beeld en Geluid groeit
enorm. "Over een jaar of vijf moeten
we kijken welke analoge dragers
Een blik op het interieur van het gebouw van Beeld en Geluid. Architectenbureau Neutelings Riedijk
ontwierp het schitterende gebouw op het Mediapark (foto Liek Bouma).
waarvan de content al gedigitaliseerd is,
bewaard moeten blijven", vertelt Hans
van der Windt, manager Depot en
Acquisitie, tijdens een rondleiding langs
de volle stellingen in de depots. Want
hoewel bij de bouw rekening is
gehouden met een natuurlijke aanwas
van vijftien jaar, groeit de collectie
fysieke dragers veel sneller. "Steeds
meer bedrijven en archieven weten ons
te vinden. Bovendien genereert het
immense project Beelden voor de
Toekomst, waarin bedreigde collecties
door digitalisering worden veiliggesteld
voor de toekomst, veel nieuwe dragers.
Momenteel worden films gescand en
opgeslagen op DigiBeta videobanden.
Later kunnen we sommige verouderde
dragers afstoten die niet meer
afspeelbaar, maar wel gedigitaliseerd
zijn. Daardoor komt weer ruimte vrij."
Er moeten dan ook keuzes worden
gemaakt: wat ga je digitaliseren, wat
niet? Digitalisering is een kostbare zaak;
het kost namelijk heel veel tijd. "We
moeten eveneens keuzes maken in ons
televisiearchief, dat het grootste deel
van de collectie bestrijkt. Wat bewaren
we? Nieuws nemen we bijvoorbeeld
integraal op, maar in spelprogramma's
maken we een selectie. Van talkshows
nemen we alles op, om na een paar jaar
te bepalen wat we ervan gaan bewaren.
Dramaseries nemen we volledig op.
In het verleden kon dat niet: de banden
en opslag ervan waren erg duur,
waardoor de producenten niet alles
bewaarden."
Hoewel Beeld en Geluid alleen het
materiaal van de publieke omroepen
archiveert - commerciële zenders zoals
SBS en RTL regelen hun archivering zelf
- heeft het instituut wel enig
referentiemateriaal van de commerciële
omroepen opgeslagen, al is het in kleine
mate en in een lage bitrate op VHS, DVD
en MPEG2. "Dat doen we omwille van
het tijdbeeld", zegt Van der Windt.
"Zo nemen we ook elk jaar in week 10
en week 40 integraal acht zenders op
in lage resolutie." Dat gebeurt al vanaf
seizoen 1993/1994. In de periode
daarvoor, van 1987 tot 1992, werd zelfs
dagelijks opgenomen. Daarnaast
beheert het instituut ook collecties die
afkomstig zijn van de Rijksvoorlichtings
dienst en maatschappelijke organisaties.
Het instituut beschikt al over een groot
aantal films over het Koninklijk Huis,
overheidsvoorlichtingsfilms,
wetenschappelijke films, maar ook het
werk van Nederlandse
documentairemakers in het programma
Materiaal op de filmtafel: het bekijken van
filmlassen (foto Marco Hofste).
12 2010 nummer 9