In memoriam
Jan Heringa (1919-2010)
Op 16 juli 2010 overleed in zijn woonplaats Haren (Gr.) Jan Heringa, van 1970 tot 1984 rijksarchivaris
in Drenthe. Hij speelde een vooraanstaande rol binnen de Rijksarchiefdienst en het Rijksarchief in
Drenthe. Daarnaast was hij een groot stimulator van het historisch bedrijf in Drenthe.
Rijksarchivaris in Drenthe
Drentse geschiedschrijving
Frank Keverling Buisman
Dr. Jan Heringa (1919-2010).
Jan Heringa werd op 30 december 1919
geboren in Utrecht, maar doorliep het
Barleus Gymnasium in Amsterdam. Na zijn
eindexamen in 1937 ging hij in Amsterdam
sociale geografie studeren. Door oorlogs
perikelen kon hij pas in 1946 afstuderen
in zowel sociale geografie als geschiedenis.
Hij werd in datzelfde jaar leraar in die
vakken aan het Praedinius Gymnasium
in Groningen en later (1951) in Emmen.
In 1952 trouwde hij met zijn voormalige
leerlinge Rolina Westra van Holthe, telg
uit een oud Drents geslacht. Zij kregen vijf
kinderen: drie dochters en twee zoons.
De jaren als leraar waren voor zijn weten
schappelijke carrière van belang. Hij was
begonnen aan een onderzoek naar de
plaats van de Republiek in het diplomatiek
verkeer in de zeventiende eeuw. In 1961
promoveerde hij cum laude op een proef
schrift, getiteld De eer en hoogheid van de
Staat, aan de Rijksuniversiteit Groningen bij
prof. jhr. dr. PJ. van Winter. Na enkele jaren
als wetenschappelijk medewerker gewerkt
te hebben, stapte hij in 1964 weer over
naar het Praedinius Gymnasium, maar
nu als rector. Die functie heeft hij zes jaar
vervuld. Hij beleefde er veel plezier aan
om jonge, leergierige mensen in hun
opleiding te stimuleren.
Na het behalen van het archiefdiploma
werd hij per 1 augustus 1970 aangesteld
tot rijksarchivaris in Drenthe én provinciaal
inspecteur der archieven, een combinatie
die toen niet ongebruikelijk was. Tot 1976
heeft hij beide functies uitgeoefend. Met
ongebreidelde werklust is hij in Assen aan
de slag gegaan. Met de komst van
ondergetekende, Paul Brood en Jan Ennik
in 1971 kon jeugdig elan binnengehaald
worden. Het archief moderniseerde in hoog
tempo en was na enkele jaren onder
Heringa's leiding van het lelijke jonge
eendje binnen de rijksarchiefdienst
uitgegroeid tot het paradepaardje van de
dienst. Vele nieuwe inventarissen, gidsen
en andere onderzoekshulpmiddelen zagen
het licht en er werden heel actief archieven
geacquireerd. Zijn herkomst als
'schoolmeester' verloochende hij niet.
Hij gaf zijn jonge medewerkers alle ruimte
om studies te volgen, docentschappen en
redactiefuncties op zich te nemen en op
organisatorisch en wetenschappelijk terrein
te groeien.
Ook binnen de Rijksarchiefdienst werd hij
prominent: binnen het Convent bekleedde
hij al snel een vooraanstaande positie. Dat
hij daarbij geregeld in conflict kwam met
de algemene rijksarchivaris, mr. A.E.M.
Ribberink, nam hij daarbij op de koop toe:
zijn principes en uitgangspunten waren
voor hem belangrijker dan een goede
verhouding met de directeur van de dienst.
Ook in de discussie die in die jaren binnen
de Vereniging van Archivarissen werd
gevoerd over de inrichting van het
archiefwezen in Nederland heeft Heringa
zich heftig geroerd.
Zijn gezondheid leed echter meer en meer
onder zijn dadendrang; het vele reizen naar
Den Haag deed zijn gestel ook niet goed.
Toen zich begin 1980 ernstige hartkwalen
manifesteerden, heeft hij de dagelijkse
leiding van het archief aan ondergetekende
overgedragen. Hij bleef echter formeel
rijksarchivaris tot zijn pensionering in 1984.
Na zijn terugtreden als rijksarchivaris kon
hij zich wijden aan zijn andere passie:
de bevordering van de Drentse geschied
schrijving. In 1985 ging een lang
gekoesterde wens in vervulling: het hand
boek Geschiedenis van Drenthe, met vele
prominente historici als medeauteurs en
hijzelf als verantwoordelijk hoofdredacteur.
Het was de kroon op zijn werk als degene
die er als geen ander voor gezorgd heeft
dat de Drentse geschiedenis een enorme
stimulans gekregen heeft en ook op
nationaal niveau weer meetelde. Heringa
zelf werd door zijn 'discipelen' in 1983
geëerd met een aan hem gewijde bundel
artikelen onder de titel Vergezichten op
Drenthe. Twee jaar eerder was hij be
noemd tot Officier in de Orde van Oranje-
Nassau vanwege zijn verdiensten in het
onderwijs en voor het archiefwezen, een
onderscheiding die hij node accepteerde.
Tot op hoge leeftijd bleef zijn belangstelling
voor zijn 'leerlingen' bestaan. Tijdens de
begrafenisplechtigheid op 22 juli sprak zijn
oudste zoon Aalt Willem in de Hervormde
Nicolaaskerk in Dwingeloo mooie woorden
over de man, die wel eens lastig kon zijn
- voor anderen en voor zichzelf - maar die
toch altijd trouw gebleven was aan zijn
eigen waarheid én aan degenen die hem
dierbaar waren. We hebben hem
vervolgens begeleid naar zijn laatste
rustplaats in zijn geliefde Drenthe.
Frank Keverling Buisman oud-archivaris
Rijksarchief Drenthe en ex-directeur
Gelders Archief.
nummer 8 2010 9