Scripties Archivistiek A en B Afgestudeerde archivarissen aan UvA en HvA in 2009 In 2009 behaalden acht studenten aan de Universiteit van Amsterdam het diploma Archivistiek A, waarvan zes samen met het masterdiploma Archiefwetenschap en twee samen met het doctoraaldiploma Communicatie en Informatiewetenschap. Het is ook een bijzondere lichting: twee alumni studeerden cum laude af en werden tevens onderscheiden met de F.J. Duparcprijs, één werd onmiddellijk benoemd tot Algemene Rijksarchivaris. Daarnaast behaalden in 2009 drie studenten (Malicki, Wilms en Zomerdijk) het diploma Archivistiek B, samen met het bachelordiploma Media, Informatie en Communicatie, aan de Hogeschool van Amsterdam.1 Martin Berendse Pauline van den Heuvel Marieke de Haan u E Pro' 'Verlichting'. Principles of provenance prospect Berendse constateerde bij zijn benoeming tot directeur van het Nationaal Archief een spanning tussen de verschillende kerntaken van het openbare archiefwezen. Het ene been staat in de historie en het andere staat in de administratie van het heden. Er leek een richtingenstrijd te zijn tussen 'erfgoed' of 'administratie', tussen 'breed publiek' of 'modern archiefbeheer'. Berendse maakt in zijn onderzoek gebruik van een positioneringdiagram, waarin plaats is voor zowel het aanspreken van een groot publiek als het uitvoeren van de klassieke taken op het gebied van archiefbeheer. Hij plaatst het schema in de historische ontwikkelingen van de archivistiek. Een theoretisch fundament waarmee hij de geboden uitdagingen van vandaag aangaat. Berendse concludeert dat een moderne archiefdienst altijd een meervoudige oriëntatie heeft, met bijbehorende spanning tussen de verschillende taken. (martin.berendse@nationaalarchief.nl) history en archieven: een (on)mogelijke combinatie? Een onderzoek naar de relatie tussen oral history en (vijf) archiefinstellingen Een aantal archiefinstellingen is gestart met de vorming en de opname van oral history collecties. Zij initiëren oral history projecten en voeren deze (samen met anderen) uit. Van Haagen onderzoekt aan de hand van een literatuurstudie en een vijftal casussen waarom archief instellingen oral history collecties opnemen. Wat is de relatie tussen deze collecties en andere archieven? Wat zijn de mogelijkheden en de problemen die zich voordoen bij oral history projecten? Van Haagen maakte een analyse van de oral history projecten die zijn uitgevoerd in Nederland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De casussen zijn vergeleken op basis van kenmerken uit het literatuuronderzoek en getoetst aan criteria die te maken hebben met de organisatie, de strategie, relatie- opbouw en projectontwikkeling van de archiefdiensten. Het onderzoek sluit af met aanbevelingen voor oral history vraagstukken binnen het archiefwezen, op het niveau van de organisatie, de collecties en het project. (haagje@xs4all.nl) FJ "Monumenta 2.0". Gebruik van technologische toepassingen voor het beschikbaarstellen van archieven R.C. Bakhuizen van den Brink beschreef de actoren van het Rijksarchief rond 1850. De eenzame archivaris die, als het echt nodig is, beperkt als wegwijzer op kan treden; de archiefbewaarplaats als een aaneenrijging van donkere lege zalen; en de enige bezoeker als een vreemdeling die een weinig warm welkom krijgt. Ruim 150 jaar later brengt de netwerkende archivaris 2.0 met nieuwe technologieën de schatten naar plaatsen waar de mensen in nummer 7 2010 25

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 25