r
r
Particuliere archieven
Hoewel het openbaar
archiefwezen op lokaal
niveau veelvuldig
particuliere archieven
verwerft, ontsluit en
beschikbaar stelt, valt
een substantieel deel van
ons nationale geheugen
niet onder de Archiefwet.
En daarmee loopt dat
materiaal gevaar, zeker
in een digitaliserende
maatschappij.
Geen incidenten
Stimuleringsfonds
Dat er een fonds moet
komen, staat voor ons als
een paal boven water.
Niet iedereen heeft overigens kritiek:
Eric Ketelaar roept bravo bij de ideeën
van de Raad over revitalisering van
het Centraal Register van Particuliere
Archieven, een stimuleringsfonds voor
de sector, de nadruk op de drieslag
van geheugen-, herinnerings- en
gewetensfunctie van archieven, de
archivistische implicaties van het gebruik
van sociale media, het belang van
research en development en de
continuïteit van de archivarissenopleiding.
Het is goed om eerst aan te duiden welk
karakter een advies van de Raad dient
te hebben. Altijd moet het wat voorop
staan, en niet het hoe. Het is in eerste
instantie niet de taak en rol van de Raad
om de operationele uitwerking van
voorgestelde oplossingen aan te dragen.
Dat geldt dus ook voor dit advies.
Inderdaad besteedt het advies veel
aandacht aan de particuliere archieven.
Dat onderwerp stond ook centraal
in de adviesaanvraag van de minister:
"Hoe ziet u de verantwoordelijkheid
van de rijksoverheid voor de verschillende
(soorten) archiefcollecties in Nederland?"
Hoewel het openbaar archiefwezen
op lokaal niveau veelvuldig particuliere
archieven verwerft, ontsluit en beschikbaar
stelt, valt een substantieel deel van ons
nationale geheugen niet onder de
Archiefwet. En daarmee loopt dat
materiaal gevaar, zeker in een
digitaliserende maatschappij. Bovendien
is de zorg voor particuliere archieven
zeer versnipperd. Uit de vraagstelling
van de minister blijkt dat OCW erkent
dat particuliere archieven onmisbaar
zijn voor een evenwichtig samengestelde
Archiefcollectie Nederland en dat er
serieus nagedacht wordt over de
implicaties van deze erkenning. Uitgebreid
aandacht geven aan particuliere archieven
leek ons daarom terecht.
In het veld leeft de vrees dat de aandacht
voor particuliere archieven ten koste
gaat van de grote en maatschappelijk
zwaarder wegende problematiek van
de betrouwbaarheid en duurzaamheid
van overheidsarchieven. Dat acht de
Raad niet waarschijnlijk. Zijn eigen
adviezen van de laatste jaren, gevoegd
bij rapporten van de Erfgoedinspectie
en de Algemene Rekenkamer, doen
recht aan de zwaarte van die problematiek,
en ook het overheidsbeleid van de
laatste jaren doet dat. Dat de Raad
in het Besteladvies een ander accent
legt, wil zeker niet zeggen dat de Raad
voortaan zal zwijgen op het punt van
de duurzame betrouwbaarheid.
Onze mening dat de overheid die
bescheiden selecteert waarop zij zich
wil verantwoorden en deselecteert waar
zij het lastig of ongewenst vindt dat te
doen, is - helaas - niet gestoeld op
incidenten. Het in 2008 door de Raad
voor Cultuur en de Raad voor het
Openbaar Bestuur uitgebrachte Advies
Informatie: grondstof met toekomst
waarde signaleert dat de overheid
structureel onvoldoende aandacht geeft
aan de ontwikkelingen van onze infor
matiesamenleving. Zo zijn overheids
instellingen die structureel aandacht
hebben voor archivering van e-mail
eerder uitzondering dan regel. In de
praktijk maakt de overheid daarbij dus
wel degelijk een keuze: het archiveren
van e-mail is niet belangrijk voor onze
verantwoording.
Ten slotte nog een belangrijk aspect
van ons advies: het pleidooi voor een
stimuleringsfonds voor de archiefsector.
Wie dat fonds gaat beheren, is een
'hoe-vraag' die niet op de weg van de
Raad ligt. Dat er een fonds moet komen,
staat voor ons als een paal boven water.
Sinds de ingrijpende hervorming van
de rijkssubsidies voor cultuur en de
invoering van de zogenoemde Basis
infrastructuur, is het voor de archief
sector nauwelijks nog mogelijk om
rijkssubsidie te verkrijgen voor
de instandhouding van een stevige
infrastructuur. De Basisinfrastructuur
is opgebouwd volgens een model
dat de kunstensectoren past, maar
in de erfgoedsectoren knelt en wringt.
Dat is schadelijk voor een gezonde
ontwikkeling van de sector. Die zou er
dan ook goed aan doen om het advies
op dat punt stevig te omarmen in de
aanloop naar de nieuwe subsidieronde
2012-2015, waarvoor de voorbereidende
beschietingen in deze formatietijd
al vroegtijdig zijn begonnen.
Nanci Adler, André Dijkhuijs, Daan Hertogs,
Marianne Loef namens de Raad voor
Cultuur, Algemene Commissie Archieven.
nummer 7 2010 23