De archiefervaring van
Joris van Dierendonck
Reeds geruime tijd ben ik betrokken bij historische publicaties.
Als eindredacteur zijn er vele geschiedkundige artikelen door mijn
handen gegaan, met prachtige boeken en tijdschriften tot gevolg.
Maar zelf de archieven in duiken en actief onderzoek doen,
daar waagde ik me niet aan. Althans, tot voor kort dan.
Deze ervaring begint op een familiefeestje
in het najaar van 2009, toen mijn broer
Stefan en ik tot de ietwat beschamende
ontdekking kwamen dat we eigenlijk
maar heel weinig wisten van onze familie.
De kennis over onze roots reikte eigenlijk
niet verder dan de generatie van opa en
oma. Het vormde de aanleiding om zelf
op onderzoek uit te gaan. De start was
eenvoudig: veel verhalen zijn opgetekend
in de Van Dierendonckse Courant, een
krantje dat jarenlang hét centrale
informatiemedium vormde van onze
alsmaar uitdijende familie.
Een ander waardevolle inspiratiebron was
het door een verre verwant samengestelde
familiearchief, dat teruggaat tot het jaar
1304(!). Daar treffen we de toepasselijk
genaamde Adam van Dierendonck aan.
Deze 'stamvader' was afkomstig uit de
heerlijkheid Meulenbeke en als schild
knaap betrokken bij l'Ibéarts, een
Belgische militie die in de Gulden
sporenslag actief was. Klinkt behoorlijk
heldhaftig, maar helaas eindigt het
verhaal niet zo goed: Adam werd
vastgezet in een Franse gevangenis.
m
Later zijn mijn voorouders via Brugge
en Lissewege naar de Belgische kust
afgereisd om daar een bestaan als vissers
op te bouwen. En dat bleven ze eeuwen
lang, hard werkend zonder echt op te
vallen. Tot 29 oktober 1852, toen de
Oostenrijkse brik Pegno d'Amizicia voor
de Belgische kust schipbreuk leed. Bij het
Goedereese Gat strandde het schip, met
alle risico's van dien voor de opvarenden.
In grote haast werd een reddingsoperatie
opgezet. Het was in die tijd dat in
Brouwershaven een zekere Carolus
Franciscus van Dierendonck woonde,
die als loods op de Schelde werkte.
Samen met enkele collega's besloot hij
de ruwe zee op te gaan. De Zierikzeesche
Courant schreef daar later over: en
werd onverschrokken het besluit genomen
de in zoo hoogen nood zich bevindende
te redden, welke toen blijkbaar nog door
niemand werden geholpen."
Zo vertrok er vanuit Brouwershaven een
reddingsboot, evenals een uit
Hellevoetsluis. Een levensgevaarlijke actie:
de boot uit Hellevoetsluis sloeg om, waarbij
de negen opvarenden om het leven
1
'Redding op zee door loods-
schokker van Brouwershaven',
gesigneerd C.C. Kannemans
(1853), 131 x 220 cm
(coll. Gemeente Schouwen-
Duiveland).
kwamen. De boot van Carolus had meer
geluk, wist de Pegno d'Amizicia veilig te
bereiken en alle 26 opvarenden te redden.
Carolus speelde daarbij een prominente
rol en werd vanaf toen dan ook treffend
'Frits Stavast' genoemd. Hij kreeg maar
liefst drie onderscheidingen, namelijk van
de Zuid-Hollandse Maatschappij tot
Redding van de Schipbreukelingen, van
koning Willem III en de Oostenrijkse keizer
Franz Joseph I.
Het verhaal van onze voorouderlijke held
staat opgetekend in het Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, veilig bewaard voor
de eeuwigheid. Maar het is niet alleen
daar terug te vinden. De onderscheidingen
van Frits Stavast liggen in het Maritiem
MuZEEum Vlissingen en in het Maritiem
Museum Zierikzee hangt een enorm
schilderij van de heldendaad.
De zeeschilder C.C. Kannemans liet zich
inspireren tot een fraaie weergave van de
reddingsactie. Dit schilderij toont duidelijk
dat de Pegno in moeilijkheden zit, maar
dat de redding nabij is. Centraal in het
doek, op de voorgrond, trotseert een klein
bootje het wilde water. En wie goed kijkt,
ziet helemaal vooraan op de boot iemand
staan. Hij lijkt, althans in mijn beleving,
de zee uit te dagen. Fier rechtop en
onverschrokken: Frits Stavast, een
voorouderlijke held.
Joris van Dierendonck freelance
tekstschrijver, redacteur en communicatie
adviseur.
nummer 5 201 0 5