De archiefervaring van
Aike van der Ploeg
Op 13 juli 1974 overleed Aike van der Ploeg. Voor mij, zijn klein
zoon, was dat een schok. Een aantal malen hadden opa en ik over
'vroeger' gesproken. Maar dat ik nou kan zeggen dat ik veel over
opa's eigen 'vroeger' meegekregen had, nee. Opa's 'vroeger' ging
over zaken als hunebedden, fossielen, maar niet over zijn leven.
Als ik nu nog meer wilde weten over zijn leven, kon dat niet meer
uit eerste hand. Dacht ik.
t ii i ii--.1 ^'i
■/.-Si-i- li-
ff
- f
L' AA--■ A L
ji^i^ V i-r' r*-r .r- -■■•-'- y'- pf ■JJT
,^r.^ i| T ,t\ i ..ij—7 ....-J. ..it- .'..-iix.'^'i ■t^'-i y O- - -A'-.r. j- i
AfL_* iVJ'CS,- L'1 ""T
i-.-./.'. i T-.ï- /j r'. .V-j-- -s t SvC.t -J
-> .-V 'L- L ±'-r> I O-'
--r- T"' I'V- -■--*< <■■----■ .u .-■■■'J,'- i -■ J*#.'1* -i,, i WJ^-I-:
r-i: "i^i .f" V I- J- -i .T j. *7 Li CCA'.- •Cy'-A-
- _,-.é ■- it - 9 - V"
*';S ■Mr-"
Brief van opa Aike van der Ploeg aan Harm Draaijer, 11 november 1937 (part. coll.).
Toen ik oma vroeg naar zaken uit opa's
verleden kwamen er verhalen naar
boven over moeilijke en mooie tijden.
Tijdens één van mijn bezoeken aan
oma trof ik oom Harm, een broer van
opa. Oom Harm en ik kwamen aan
de praat en op een gegeven moment
vertelde oom Harm dat hij nog ergens
een stapeltje oude brieven had, waar
ook nog brieven van opa tussen zouden
moeten zitten. Aangezien oom Harm
op nog geen kwartier lopen van oma
woonde, was het eenvoudig om een
bezoek aan oom Harm te doen, dus van
zijn uitnodiging om de brieven te komen
lezen werd meteen gebruikgemaakt.
's Anderendaags bleek dat oom Harm
inderdaad nog een stapeltje oude brieven
had. Ook een brief van opa aan zijn broer
was er nog.
Die brief van opa aan oom Harm vormt
voor mij een belangrijk document. Het
is een brief van 12 november 1937,
geschreven in Bleijerheide, een buurt
vlakbij Kerkrade. Opa had halverwege
de jaren '20 in de mijnen van Limburg
werk gevonden als bovengronds arbei
der. In de brief feliciteert opa oom Harm
met zijn aangekondigde huwelijk met
Annechien, door opa meteen al "beste
schoonzuster" genoemd. Even verderop
in de brief blijkt dat opa Annechien nog
niet kent, anders dan uit een mededeling
van opa's moeder dat "het allicht niet
meer zo lang zou duren". Meteen geeft
opa daarna een kijk op zijn verleden die
ik nog niet kende: oom Harm trouwde
pas op zijn 35ste, en opa had dat ook
pas op zijn 35ste gedaan. Hij had er
nog wel wat tegenop gezien, maar was
waarschijnlijk toch wel tevreden over
die stap: tot dusver had hij het altijd net
zo goed gehad als toen hij maar wat
omzwierf. Hij sprak inmiddels wel over
15 jaar huwelijkse ervaring.
Opa en oma en hun drie zoons hadden
het niet breed. Een bezoek brengen
aan Harm en Annechien in Klijndijk bij
Odoorn zat er vanwege de kosten niet
in. Misschien een jaar later, tot die tijd
moest de kennismaking met Annechien
worden uitgesteld. Ook Derk, opa's
eveneens in Limburg werkende broer,
zou om financiële redenen verstek moeten
laten gaan op Harms huwelijk. Een
huwelijkscadeau hoefde gelukkig niet;
Harm bleef thuis wonen en had alles
wat hij nodig had.
De brief maakt ook gewag van een
varken. Er was blijkbaar een levend
varken opgestuurd, een mooi lang dier,
vanuit Drenthe naar Limburg. Op welke
manier dat varken verstuurd was laat de
brief open, maar wel werd vermeld dat
de kosten die opa moest maken voor
die verzending maar liefst 2,20 gulden
bedroegen. Dat het varken levend was
aangekomen, is ook duidelijk: direct na
aankomst werd hij gevoerd en toen het
voer op was wilde het beest nog meer.
Een brief als deze geeft mij zicht op het
alledaagse leven van mijn grootouders,
uit de eerste hand van opa. Daarmee is
deze eenvoudige brief voor mij waardevol.
In 1974 had ik daarmee dus mijn eerste
echte archiefervaring.
Aike van der Ploeg Afdeling Relatiebeheer
Centrale Archiefselectiedienst, Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks
relaties.
nummer 4 2010 5