Uitgelezen
Groot
Verhalenboek
van Maastricht
te verzamelen, maar daardoor zal een
lezer van het Archievenblad wel eens de
verbinding met het archivistisch discours
missen. Naar mijn smaak hadden VBE
de verhouding archiveringssysteem-ver
antwoordingssysteem wat meer mogen
uitdiepen en hadden zij ook mogen aanha
ken bij archivistische concepten die vanuit
de 'scholen' Pittsburgh University (Bearman
c.s.), Monash University (Upward, Mc-
Kemmish) en University of British Columbia
(Duranti c.s.) naar voren zijn gebracht.
Auteurs als Bearman en Duranti worden
wel meermaals aangehaald, maar de
verschillende contexten van hun ideeën
blijft verscholen. Het concept van de
literary warrant - afkomstig van Bearman
en uitgewerkt in een dissertatie door
Wendy Duff - komt bij VBE niet aan
bod. Dat had zeker gekund, gezien de
boodschap van de literary warrant: een
adequate archivering is meer dan enkel
een probleem van de archivaris, maar
raakt de gehele organisatie vanwege
het verantwoordingsbelang. Ook zou ik
graag wat meer hebben gelezen over
waarom de auteurs de ISO 15489 - toch
afkomstig van de records continuum-
denkers van down under - door hen
wordt omschreven als een standaard die
"met een cultuurhistorisch uitgangspunt
[is] opgesteld".
Het boek van VBE is geen makkelijk
leesbaar handboek. Het staat daarvoor
te vol met definities en theoretische
exercities, die getuigen van de jarenlange
studie door beide auteurs. Maar aan de
andere kant maken de descriptieve op
sommingen van de definities, keurig in
tabellen gepresenteerd (zie bijvoorbeeld
blz. 89 e.v.), de dissertatie tot een ware
Fundgrabe, tot een bijna encyclopedisch
naslagwerk (zeker als geput kan worden
uit een doorzoekbare digitale versie van
het werk). Het hoofdstuk 9 waarin aan
de hand van 'gevalsstudies' de modellen
van het verantwoordingssysteem en het
metadataschema worden getest, is voor
ieder die vanuit een praktische invals
hoek een reikende hand wil hebben bij
het beter inrichten van het verantwoor
dingssysteem een ijkpunt van eigen
kennis en kunde. Het is voor de lezer
een toets of hij/zij de studie van VBE
heeft doorgrond en of hij/zij ermee aan
de slag kan gaan in de praktijk.
Mogelijk komt het tot omwerken van dit
proefschrift tot een bondig en boeiend
handboek, waarbij de gevalsstudies ook
dan verhelderend kunnen werken. Bij een
handboek passen ook beter de uitgebrei
de citaten waarmee nu de hoofdstukken -
bijna als een soort appetizer - beginnen.
In een proefschrift heb ik meer behoefte
aan een andere opening, aan meer nadruk
op het archivistisch discours. De multidis
ciplinaire benadering heeft de dissertatie
eerder breder dan dieper gemaakt,
waarbij ik zeker niet wil suggereren dat
diepgang ontbreekt. In de aanvang van
mijn recensie noemde ik het proefschrift
ook een Odyssee, een verslag van vijf
tien jaar studeren, werken en observe
ren. Is het hoogtepunt van de Odyssee
de thuiskomst van de held? Graag zou
ik van Van Bussel en Ector, beiden terug
in archivistica, nog eens graag een
artikel lezen waarin zij speciaal voor de
lezers van een archivistisch vakblad hun
zoektocht naar herinnering kernachtig
samenvatten.
Leon Gruppelaar archivaris Regionaal
Archief Nijmegen.
Rolf Hackeng (red.), Groot verhalen
boek van Maastricht. Sprokkels uit
het archief
Uitgeversmaatschappij Walburg Pers
(Zutphen 2010) ISBN 978-90-5730-653-2,
256 blz., 19,50.
Sprokkel uic Jier orthtef
VY,W, Pp-, t-tT
De historie van Maastricht wordt niet
alleen bepaald door monumenten en
stadsgezichten, maar wordt voor een
belangrijk deel mede gevormd door
verhalen. Grote en kleine gebeurtenis
sen die het leven van alledag kleuren en
die van generatie op generatie worden
doorgegeven. Al vanaf 1992 publiceren
medewerkers en vrijwilligers van het
gemeentearchief Maastricht en later het
Regionaal Historisch Centrum (RHCL) in het
huis-aan-huisblad de Maaspost deze ver
rassende archiefvondsten. Een wisselend
aanbod van deze verhalen waarin het ver
leden tot leven komt is eveneens op de
website van het RHCL na te lezen. Met het
verhalenboek wordt een selectie van vijf
tig sprokkels in boekvorm gepresenteerd.
De titels van de stukjes spreken zeker tot
de verbeelding en maken nieuwsgierig,
40 2010 nummer 4