r;: m ta Sr-, F"- Wl t l- IAj Stadia in het project Dwarsdoorsnede van de bevolking -All 1. Alle jaarrekeningen zijn doorgenomen om de hoofdstukken die betrekking hebben op een of andere vorm van ledenadministratie op te sporen. 2. De titels van de geselecteerde hoofd stukken werden ingebracht in een database. 3. Gekoppeld aan deze hoofdstuktitels werden vervolgens in de database alle namen getypt die onder dat hoofdstuk voorkwamen. De titels, beroepen en plaatsnamen bij iedere naam werden in afzonderlijke kolom men genormaliseerd opgenomen om het zoeken te vereenvoudigen. 4. Het BHIC heeft kleurenscans laten maken van de rekeningen ten behoeve van de presentatie op internet. 5. Ten slotte heeft het BHIC de database ingelezen in zijn eigen zoeksysteem en een koppeling gemaakt tussen de database en de scans. Afbeelding 2: blad met inschrijvingen. de leden buiten de stad werden verzorgd door tussenpersonen (procuratores of provisores) met hun eigen registratie. De administratie van de provisoren is op een enkel stuk na (zie afbeelding 1) geheel verdwenen. Van de ledenregisters die daaruit centraal werden opgemaakt, is geen enkel exemplaar tot ons gekomen. Door een gelukkig toeval zijn de jaarreke ningen waarin de ledenregistratie minu tieus werd overgenomen, wél bewaard. Dankzij deze rekeningen hebben we zicht op de leden van de broederschap tot 1620. Tot dat jaar zijn de rekeningen redelijk compleet; die van de periode 1621 tot 1642 zijn verdwenen. Vanaf 1642 kende de broederschap geen gewone leden meer naast gezworen broeders, maar bestond ze enkel uit 36 leden, van wie 18 van protestantse en 18 van katholieke signatuur. De rekeningen in kwestie beslaan enkele meters. Alleen daarom al is het niet eenvoudig daarin een bepaalde naam te vinden. In 2004 werden de inventarisatiewerkzaamheden aan het archief van de broederschap door het BHIC afgerond. Een van de mogelijke verdiepingen in de toegankelijkheid van het archief was het openleggen van de rekeningen. Daarbinnen speelde de regis tratie van de leden een belangrijke rol. Om zeer omslachtig onderzoek naar leden in de rekeningen te vereenvoudi gen zijn de schrijvers van dit artikel in 2005 begonnen met een scannings- en indiceringsproject. Ze werden daartoe in de gelegenheid gesteld door een subsidie van de Stichting Tilmanshof aan het BHIC, dat sinds 1998 het archief van de broederschap beheert. Het project omvatte een aantal stappen: Om met het eenvoudigste te beginnen: er zijn 18.571 pagina's genummerd en gescand. Het meest tijdrovend was het inbrengen van de gegevens over de leden. Er zijn ongeveer 88.000 namen ingevoerd in de database. Dit zullen ongeveer 40.000 verschillende personen zijn, omdat iedere persoon via een in schrijving en een doodschuld in theorie twee keer voorkomt in de rekeningen. Honderden genormaliseerde titels en beroepen zijn eraan toegevoegd. De leden kwamen uit alle klassen van de bevolking: de paltsgravin staat naast de goudsmid, de schevehoedenmaker günvAftiti&inmt tmüxfivtfigcr) prjaar yj jmiiJS' ngpiiiuig'u; c Afbeelding 3: verloop van de inschrijvingen. naast de kruiwagenkruier, de rentmees ter naast de knecht en de pastoor naast de begijn. Het gebied waaruit de leden kwamen was groot: de Nederlanden en het aanpalende Rijnland. 34 2010 nummer 4

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 34