Uitgelezen van de beslissers, zoals degenen die de documenten maakten. Maar ook de posi tie van de klerken, de techniek van het maken, de distributie van de documenten en de opvattingen over archivering zijn van groot belang. Horsman hanteert een degelijke aanpak. Hij analyseert het gedrag van het archive ringssysteem van Dordrecht en verklaart de 'disordres ende abuysen' op een volstrekt unieke manier door diep door te dringen in de mentaliteit en gebruiken van de betrokkenen bij het archiveringsproces. Goed beschouwd onderzoekt, beschrijft en analyseert Horsman de menselijke omgang met en invloed op administraties en archieven. Archiveren is niet alleen het bewust maar ook onbewust bewaren van documenten. De wanorde in het Dordts archief, bijvoorbeeld de vermenging van het stadsarchief en rechterlijk archief, is overigens niet alleen veroorzaakt door klerken maar ook door archivarissen. Tijdens de promotieplechtigheid noemde professor Ketelaar Horsmans onderzoek in archivistisch opzicht "baanbrekend". Dat is het wat mij betreft zeker. De geachte op ponent professor Biemans vond dat de ver wachtingen, gewekt in het begin van het boek over toepassing van het model voor toekomstig gebruik, niet zijn vervuld. In zekere zin is dat waar, omdat vergelij kend onderzoek niet is gedaan. Horsman: "Algemener geldende uitspraken over de werking van archiveringssystemen kunnen pas na onderlinge vergelijking geformuleerd worden." Horsman reikt de methode aan. Aanvankelijk had hij zich voorgenomen om verschillende casussen te bestuderen, maar dat vergt een inspanning die de kracht van één man te boven gaat. Bevestiging van de geldigheid van de methode wordt verkregen (of niet) door onderzoek van anderen. Tijdens de promotieplechtigheid kreeg Horsman de vraag of hij dacht dat zijn methode toepasbaar is voor alle archieven, niet alleen overheidsarchieven maar bijvoorbeeld ook bedrijfsarchieven. Daarop volgde een ferm "ja", maar ook dat zal pas blijken na meer onderzoek. Studenten van Peter Horsman kunnen de borst natmaken! René Spork Julia Romijn-Wixley en Aron de Vries, Eigentijdse toegankelijkheid. Rekening houden met de competenties van archiefgebruikers Onuitgegeven scriptie Archivistiek UVA, te downloaden via: www.archief20.org/ profiles/blogs/eigentijdse-toegankelijkheid i s Eigentijdse Toegankelijkheid Het begrip 'archief' is in de wereld van digitale informatie een containerbegrip voor alles wat niet onder het kopje 'actu eel' valt. Voor de online informatiezoeker bestaat informatie uit archieven die niet gedigitaliseerd zijn, eenvoudigweg niet. Voor iemand die broninformatie zoekt via zoekmachines en in gedigitaliseerde inventarissen stelt het resultaat op zijn zachtst uitgedrukt teleur: zij/hij denkt de bron voor zich te hebben en realiseert zich niet dat een beschrijving alleen maar een verwijzing naar de bron is. Deze verwijzing biedt vaak niet eens een samenvatting of analyse van de bron die de online infor matiezoeker wenst te zien. Hoog tijd voor de beheerders om zich op de hoogte te stellen van de archivistische competenties van digitale archiefgebruikers en zich te bezinnen op de gebruikersvriendelijkheid van de online presentatie van de primaire bronnen en de archivistische hulpmiddelen die zij aanbieden in een digitale onder- zoeksomgeving. Julia Romijn-Wixley en Aron de Vries sloten eind juni 2009 hun studie archiefweten schap cum laude af met een masterscriptie over digitale toegankelijkheid van archie ven. Zij constateren een gebrek aan een betrouwbaar meetinstrument waarmee competenties van digitale archiefgebruikers onderzocht kunnen worden. In hun scriptie leveren zij daartoe een eerste aanzet en onderzoeken kennis, zoekstrategieën, verwachtingen en resultaten van een groep meer en minder ervaren gebruikers van digitale archieftoegangen. Daarbij baseren zij hun interessante resulta ten op zorgvuldige analyse van statistische gegevens naar het gedrag van zeventien respondenten. Dat dit leidt tot een louter beschrijvend, dus niet representatief resultaat voor de groep van gebruikers van Nederlandse archiefinformatie, verzuimen zij in de conclusie en de aanbevelingen te noemen en te verantwoorden. Zij presenteren in hun onderzoek resul taten van interview en experiment, een methode waarbij zelfwaarneming van proefpersonen gekoppeld wordt aan een objectief controleresultaat, doorgevoerd door de onderzoekers. En de resultaten laten het zien: ook de ervaren archief- 36 2010 nummer 3

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 36