Regionaal Archief Leiden huurt commercieel depot Het Regionaal Archief Leiden (RAL) is de eerste archiefinstelling in Nederland die een archiefbewaarplaats bij een marktpartij gaat huren. Tot op heden was dit het domein van de overheid. Hoe Leiden tot dit besluit is gekomen, vraagt Arjen Pels Rijcken aan Cor de Graaf. Geen risico's Twee eisen Cor de Graaf, gemeentelijke archiefinspecteur en tevens adjunct-gemeentearchivaris van Leiden (foto Regionaal Archief Leiden). Door Arjen Pels Rijcken "Verschillende culturele instellingen in Leiden hadden begin deze eeuw behoefte aan depotruimte. Vanuit het Regionaal Archief zijn we gaan inventa riseren en kwamen zo bij de Universi teitsbibliotheek, museum De Lakenhal en het Hoogheemraadschap Rijnland als mogelijke partners", zo begint De Graaf. Het idee was een gebouw op afstand, zoals in Dordrecht. Om kort te gaan: enkele jaren en een onderzoek verder haakten verschillende partijen om mo verende redenen af. "Dat was een fikse tegenvaller." Vervolgens berekende het RAL dat het zelf bouwen van een archiefbewaarplaats te duur zou zijn. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat er op de groei van de komende 25 jaar gebouwd zou worden. Nu kan het RAL de ruimte huren die nodig is en die later uitbreiden met extra depots. Ook de beperkte schaalgrootte maakt de realisatie van een eigen depot te duur. Ondertussen had het RAL kennisgeno men van de mogelijkheden die WAD in Alphen aan den Rijn gaat bieden. De Graaf: "In eerste instantie zagen we het helemaal niet zitten. Het was te ver weg vanuit Leiden, en belangrijker: mag je wel in zee met een commerciële partij?" Ook het risico van faillissement en allerlei huurverhogingen leken een obstakel. En wat zou er gebeuren als WAD het complex zou verkopen? Artist impression van het WAD in Alphen aan den Rijn, waar het Regionaal Archief Leiden straks depotruimte gaat huren (foto WAD Archief Depots). Kortom, veel onzekerheden. De juridische afdeling van de gemeente Leiden heeft echter kunnen vaststellen dat er géén juridische bezwaren zijn tegen het huren van een archiefbewaarplaats bij een marktpartij. De Archiefwet verbiedt het ook niet. Prijsverhogingen zijn contrac tueel geregeld. Ook bij een mogelijk faillissement zal het RAL geen schade ondervinden. En koop breekt geen huur. Dus ook daar was niks te vrezen. Overi gens is in het huurcontract opgenomen dat de Rijksgebouwendienst bij verkoop als eerste de kans krijgt om het complex te verwerven. Ten slotte heeft de af slankende overheid als doelstelling om steeds meer verantwoordelijkheden aan het bedrijfsleven over te dragen, zoals ook in het rapport van de Evaluatiecom missie regeling bouw en inrichting ar chiefruimten en archiefbewaarplaatsen (Commissie Regeling 13) staat beschre ven. "Uiteindelijk bleken alle bezwaren weggenomen te zijn." Het RAL heeft daar overigens nog wel twee eisen aan gesteld. De eerste voorwaarde was dat de Provinciale Archiefinspectie vanaf het begin betrok ken zou zijn bij de beoordeling van de tekeningen, de bouwvorderingen, om uiteindelijk na de oplevering een finaal oordeel te vellen. De tweede eis vloeit voort uit de eerste. Mochten de te huren archiefbewaarplaatsen uiteindelijk niet voldoen aan de wet- en regelgeving, dan zou het huurcontract ontbonden kunnen worden. De vraag komt op, of het simpele feit dat hier sprake is van een commerciële aanbieder nog gevolgen heeft voor de archiefinspectie. "Of de eigenaar van een depotcomplex nu een marktpartij is of een overheid, in beide gevallen wordt er door marktpartijen gebouwd op basis van de eisen van de regelgeving. Alleen komt in het ene geval het eigendom toe aan de overheid, en in het andere geval zal een marktpartij gaan verhuren aan overheidsgerelateerde partijen. In beide gevallen is men gediend bij een gebouw dat is goedgekeurd door de archiefin spectie," aldus De Graaf. Arjen Pels Rijcken directeur WAD Archief Depots. nummer 3 2010 33

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 33