Een doorwrocht rekenmodel voor digitaliseringskosten erf Goed Neoe ri_an Archiefinstellingen willen benchmarken op het gebied van digitaliseringsprojecten.1 Maar voor onderlinge vergelijking van een specifiek onderdeel - zoals de kosten - zijn zinvolle getallen nodig. Om inzicht te krijgen in deze kostenstructuren ontwikkelde DEN in samenwerking met Erfgoed Nederland een doorwrocht generiek rekenmodel. De veelomvattendheid ervan is bijna paradoxaal: alvorens een helder inzicht te verkrijgen, moet lang en diep in de cijfers worden gedoken. Inzicht in kosten D Stapsgewijs Meer informatie: Door Romy Jochems I In 2008 herpakte Erfgoed Nederland de doelstellingen van de voormalige DIVA werkgroep benchmarking en startte een pilot rondom de reeds geformuleerde digita liseringscategorieën (kranten, beeldbanken en genealogische data). De vragenlijsten besloegen destijds diverse aspecten van digitaliseringprojecten: niet enkel de kosten, maar bijvoorbeeld ook organisatieprocessen en de aanpak van marketing. Al gauw bleek deze reikwijdte te breed, zodat de nadruk uiteindelijk kwam te liggen op de complexi teit van digitalisering enerzijds en de zo lastig te vervullen wens tot transparantie en afstemming in digitaliseringsprojecten anderzijds. Besloten werd om voor benchmarking in het kader van ICT-deskundigheid te focussen op de kosten, en verdere ontwikkeling van het rekenmodel leende zich daar bij uitstek voor. Sinds 2009 werkt Erfgoed Nederland hiertoe samen met DEN. Op basis van overleg met verschillende deskundigen is een erfgoed- breed te gebruiken generiek rekenmodel ontwikkeld, gebaseerd op de praktijk van digitaliseringsprojecten. Deze praktijk bleek weerbarstig, omdat de processen tussen instellingen te zeer verschillen voor onderlinge vergelijkbaarheid. Bovendien bleek het voor lang niet iedereen duidelijk waar welke kostenpost naar 'f HgltHl Hrd«1ind verwees (terminologie!), en, indien dit wel duidelijk was, waar de betreffende informatie binnen de eigen organisatie te vinden was. Met het generiek rekenmodel willen DEN en Erfgoed Nederland bijdragen aan het genereren van vergelijkbare gegevens over de kosten van digitaliseringsprojecten. Daarom omvat het rekenmodel veel velden. En hoe meer deze worden ingevuld, hoe beter de onderlinge vergelijkbaarheid. Bij het rekenmodel is een handleiding beschikbaar die de gebruiker waar nodig stapsgewijs begeleidt. Van de Basisgegevens (tevens het meest belangrijke onderdeel) naar in enigszins chronologische opeen volging: Voorbereiden, Vervoer, Scanning en fotografie, Metadata, Kwaliteitscontrole, Opslag online, Opslag archief, Webdienst ontwikkelen, Webdienst beheer, Promotie, Nazorg en Overige posten en een Risico berekening, om te eindigen met de totalen en grafieken. In deze grafieken is vervolgens zichtbaar welke post welk aandeel in de totalen heeft, én welk aandeel structurele en welke incidentele kosten betreft. Het model is nog in bètaversie. Door de keuze voor een spreadsheet is de gebruiker vrij stappen over te slaan of toe te voegen. Flexibiliteit is noodzaak één voor een gene rieke bruikbaarheid, maar een obstakel voor onderlinge vergelijking. Ook is het model 'bèta' in de zin dat het nog de nodige input vanuit de praktijk verwacht (zie kader). Wanneer het model daadwerkelijk in een benchmarkingstraject wordt ingezet, bestaat de mogelijkheid de spreadsheet om te bouwen tot Rekenmodel en handleiding kunnen worden opgevraagd bij DEN via Robert.gillesse@den.nl. Feedback op het rekenmodel is van harte welkom. Voor benchmarking kan contact worden opgenomen met de werk groep Benchmark van BRAIN via bureau@archiefbrain.nl. Zie ook www.erfgoednederland.nl/ aandachtsgebieden/archieven. webapplicatie. Het voordeel van een applicatie is de structuur (denk: 'belastingformulier'). Ook verzamelt een applicatie de resultaten op een voudige wijze. In de loop van 2010 creëert DEN in elk geval een beveiligde omgeving om al dan niet geanonimiseerde rekenmodellen te delen. Daarnaast wil het kenniscentrum gespeciali seerde rekenmodellen ontwikkelen. Het huidige rekenmodel omvat als gezegd een fiks aantal stappen. Maar zonder het nemen van deze stappen geen inzicht én geen zinvolle kengetallen. En zonder dat geen kennisver meerdering. Archieven worden dan ook aange spoord het model te gebruiken en de resultaten onderling te delen. 1 Instituut voor Onderzoek van Overheidsuit gaven, Eindrapportage Monitor ICT-deskundig- heidsbevordering 2008, 29. Romy Jochems projectleider Erfgoed Nederland. 29 2010 nummer 2

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 29