De archiefervaring van Bert van der Zwan CD Het archief heeft mij gered. Toen ik begin jaren tachtig als afge studeerd historicus toetrad tot de arbeidsmarkt, heerste er crisis net als vandaag de dag. Daarom was ik zo blij toen ik na ander half jaar werkloosheid een tijdelijk baantje kreeg bij het semi- statisch archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). ^/feccrnn{tuttiv Semi-statisch archief, het zei me weinig tot niets. Eenmaal aan het werk leerde ik snel bij. Ik werd dol op die oude papieren. Hoe ouder, hoe beter. Een verre wereld open baarde zich voor mij: chique gezanten met pluimen op hun hoed, bedienden in livrei, paspoorten met kleurrijke stempels. Een van de voorwaarden voor een aan stelling in vaste dienst bij BZ was een vakopleiding. Daarom schreef ik me in bij de Rijksarchiefschool voor de opleiding Middel baar Archiefambtenaar. Mijn eigen werk was mijn stageplek en stagebegeleiding kreeg ik van de Rijksarchiefinspectie. Als stageobject koos ik, in overleg met mijn cheffin bij BZ, het archief van het vooroorlogse gezant schap te Mexico, een overzichtelijk archiefje van amper twee strekkende meters. Mijn cheffin was een zeer resolute, ongetrouwde dame op leeftijd die zich nadrukkelijk met 'mejuffrouw' liet aanspreken. Ze vond dat ik de opleiding maar zo snel en probleemloos mogelijk moest afronden; het werk op BZ was belangrijker. Mijn stagebegeleider dacht daar, gesteund door zijn collega's en de directeur van de Rijksarchiefinspectie, anders over. Het ging om een bedrijfsmatige aanpak, zeiden ze. "Een dienstarchief van honderden meters, waaruit veel vernietigd kon worden," zeiden ze, was veel beter voor mijn ontwikkeling. "Komt niks van in", sprak mijn cheffin, "stuur die directeur maar eens langs." Toen ik kort daarna de directeur naar de kamer van mijn cheffin begeleidde, was hij nog vol zelfver trouwen. "Regelen we even", grijnsde hij. "Je hebt het zelf gewild", zei ik nog toen we aanklopten. Het was een kort onderhoud. De directeur kwam naar buiten met hoog rode konen en een afwezige blik in de ogen. Hij mompelde nog iets, maar ik kon niet goed horen wat. "Je doet Mexico, hoor Bert", zei mijn cheffin me even later vriendelijk geruststellend. Blijmoedig doorliep ik de opleiding. Ik leerde veel over zaken waar je niet alleen als archi varis maar ook in het dagelijkse leven echt iets aan hebt, zoals het onderscheid tussen stukken van algemene aard en stukken be treffende bijzondere onderwerpen en het be lang van institutionele geschiedenis. Ik haalde zelfs als eerste van mijn jaar het eindexamen, weliswaar met een vermanende aantekening voor paleografie, maar toch. Een carrière als archivaris lag in het verschiet. Maar de Rijksarchiefinspectie nam via de Archiefschool genadeloos wraak. Een aantal van de toenmalige medewerkers, waaronder mijn voormalige stagebegeleider, ontwik kelde zich in die jaren tot radicale hervormers van het vaderlandse archiefwezen. Herinnert u zich PIVOT nog? Hun eerste stap op die weg was de organisatie van de baanbrekende vakcursus 'Modern Archiefbeheer' aan de Archiefschool. Ik deed namens BZ gematigd enthousiast aan de cursus mee. Dit keer zakte ik als enige. Als ik geslaagd was, was ik trouwens ook de enige geweest. Hoe dat zat? De overige cursisten hadden alleen een eindgesprek en werden daarna uitgenodigd voor de 'diploma'-uitreiking. Ik niet: ik moest voor een examencommissie bestaande uit eerst drie, later twee en weer later uit nog maar één persoon verschijnen, en dat onder onsje leidde niet tot het gewenste resultaat. Een diploma, of meer een certificaat eigenlijk, kreeg ik niet! Een medecursist en tevens collega verscheur de daarop, uit protest, bij de uitreikingsplech tigheid zijn certificaat. Dat had niet bepaald een sfeerverhogend effect. Een rel was gebo ren en de Archiefschool verzocht BZ sancties te treffen ten opzichte van ons. Ontslagen werden we niet, integendeel. Mijn collega is nu consul-generaal in China en zelf ben ik in plaats van archiefbewerker de bedrijfshistori- cus van het ministerie geworden. Wel jammer dat de Archiefschool als insti tuut inmiddels verdwenen is. Dat is toch het eerste opstapje geweest voor mijn loopbaan. Wie weet hoeveel werkloze jongelui de Archiefschool, met de korte opleiding, aan een zinvolle bestemming had kunnen helpen in de hedendaagse crisis. Bert van der Zwan coördinator Historische Eenheid, Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij publiceert over de geschiedenis van het Nederlandse buitenlands beleid en het ministerie. nummer 1 2010 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 5