Uitgelezen
s
Gfsrhinfrnis min d; adwrariiur
(n <Jf logt Loiulm
Beatrix en Constantijn is een mooie uitgave
van de briefwisseling tussen Béatrix de Cusance
en Constantijn Huygens (en niet tussen onze
koningin en haar zoon, zoals je bij het horen
van de titel mogelijk denkt). Het boek is
verschenen in de Horizonreeks van het Instituut
Nederlandse Geschiedenis, die is bedoeld om
grotere bekendheid te geven aan zijn onder
zoeksprojecten. Deze uitgave is ontstaan door
de samenkomst van Ineke Huysman, die werkt
aan een biografie van Béatrix, en Rudolf Rasch,
die zich als musicoloog met de muzikale cor
respondentie van Huygens bezighoudt. Beiden
hadden, onafhankelijk van elkaar, de al deels
door J.A. Worp uitgegeven brieven opnieuw
getranscribeerd en vertaald. Door de nauwe sa
menwerking konden alle 79 brieven nu volledig
worden gepubliceerd met een goede inleiding
en korte toelichtingen. De brieven en gedichten
geven inzicht in de bijzondere relatie tussen de
twee tegenpolen en biedt een kleine inkijk in
de hogere culturele kringen van zeventiende-
eeuws Europa. Tegenover de keurige, uit een
ambtenarenfamilie afkomstige en erudiete
calvinist Huygens staat de katholieke, adellijke
en achttien jaar jongere Béatrix, die tien dagen
na de dood van haar eerste man met Karel IV,
hertog van Lotharingen, trouwde. Dit huwelijk
werd echter onwettig verklaard, omdat de
hertog reeds met zijn nicht getrouwd was.
Ondanks deze tegenstellingen, die niet alleen in
de inhoud maar ook duidelijk in de vorm van de
brieven naar voren komen, voelden beiden zich
zeer tot elkaar aangetrokken. Zeer geschikte
literatuur voor romantici.
Ernest Verhees
Pieter Bol en Jean Jacques Vrij, Sranan
famiri. Voorouders van Verre 5: Suriname
Centraal Bureau voor Genealogie (Den Haag
2009), ISBN 978-90-5802-074-1, 187 blz.,
19,50 incl. verzendkosten
(Vrienden CBG: 17,00).
In deel 1 tot en met 4 is beschreven hoe men
te werk moet gaan bij het onderzoek naar
de familiegeschiedenis van migranten uit
respectievelijk de Molukken, Marokko, Turkije
en de Nederlandse Antillen. In dit vijfde deel
is Suriname aan de beurt. Vanwege 's lands
historische achtergrond is het beoefenen van
de Surinaamse genealogie vrij complex.
Er wordt daarom ruim aandacht besteed aan
de verschillende migratiestromen en de ge
schiedenis van de diverse bevolkingsgroepen,
hun uiteenlopende culturele achtergrond,
de slavernij en het concubinaat. Er bestaat
een grote overvloed aan archiefmateriaal en
dat maakt dat in de overzichten van de voor
de Surinaamse genealoog in aanmerking
komende bronnen geen volledigheid kan
worden geboden. Men richt zich nadrukkelijk
op de beginnende genealoog en laat die
kennismaken met de meest voor de hand
liggende bronnen; voor thuisonderzoek in de
eigen familie en op internet, voor onderzoek
in Nederland en onderzoek in Suriname
en andere landen. De uitgebreide bijlagen
bieden zeer gevarieerde stof voor verder en
diepgaander speurwerk. De samenstellers,
die allen betrokken zijn bij de Stichting voor
Surinaamse Genealogie, hebben een prettig
leesbare gids samengesteld. Niet enkel
verhelderend voor Surinaamse genealogen,
maar zeker ook voor geïnteresseerden in de
geschiedenis van Suriname.
Fransien Smeets
Georges Martyn, Gretha Donker, Sjoerd
Faber en Dirk Heirbout (red.), Geschie
denis van de advocatuur in de Lage
Landen. Themanummer Pro Memorie
11 (2009) 1-2
Uitgeverij Verloren (Hilversum 2009),
ISBN 978-90-8704-135-9, 442 blz., 39,00.
Er is genoeg aanleiding geweest voor de
redactie van het rechtshistorisch tijdschrift Pro
Memorie om een themanummer te wijden
aan de geschiedenis van de advocatuur in de
Lage Landen. Zo is het in 2010 tweehonderd
jaar geleden dat Napoleon per decreet de
advocatuur reorganiseerde, nadat de Franse
revolutionairen haar afgeschaft hadden.
Keizer Napoleon plaatste de beroepsgroep
onder toezicht van de uitvoerende macht.
Koning Willem I behield de regeling, maar
na de Revolutie van 1830 bevochten zowel
de Nederlandse als de Belgische balies hun
autonomie.
De geschiedenis van de advocatuur in de
Lage Landen is nog een grotendeels onont
gonnen terrein. Het themanummer voorziet
niet in de leemte, maar het heeft het gat
minder groot gemaakt door talrijke facetten
van de geschiedenis naar voren te brengen.
Een geschiedenis van zowel na als vóór
1810, met aandacht voor professionalisering,
democratisering, de rol van politiek, ethiek en
poëzie. De nadruk in de uitgave ligt overigens
bij de zuidelijke Nederlanden. De belangrijk
ste reden hiervan is dat in België veel jonge
rechtshistorici met onderwerpen bezig zijn die
in zekere mate met de advocatuur te maken
hebben.
Hans Berende
Ineke Huysman en Rudolf Rasch, Béatrix
en Constantijn. De briefwisseling tussen
Béatrix de Cusance en Constantijn Huy
gens 1652-1662
Uitgeverij BOOM (2009),
ISBN 978-90-8506-819-8, 327 blz., 29,50.
B AT KJ X PÏÏ CUSANCI-
COHSTrtlïTIJ N HUÏCiÈNS
nummer 1 2010 33