Oral history in Noord-Brabant Nog geen vaste plek Nieuwe technieken Renate Bloks Tijdens mijn onderzoek heb ik me vooral gericht op oral history-projecten, uitgevoerd door Noord-Brabantse archiefinstellingen. Alle tien benaderde instellingen beant woordden de enquête die onderzocht of zij zich bezighouden met oral history en op welke wijze. De helft van de tien archief diensten heeft oral history-projecten gehad of wilde die opstarten. Aanleiding voor nieuwe projecten is bijvoorbeeld de Week van de Geschiedenis, met elk jaar een nieuw thema, en ook een groeiende vraag naar oral history in de regio. Daarnaast zijn er leemten ontstaan in het archiefmateriaal door de komst van gastarbeiders en andere Een uitzondering was het archief van Tilburg waar enkele taken zijn overgenomen door museum het Mommerskwartier, dat als missie heeft de mensen uit Tilburg en om streken te bevragen. Verder kan iedereen via de website www.geheugenvantilburg.nl ver halen over stad en omstreken achterlaten, niet alleen in tekst, maar ook door middel van film- en geluidsfragmenten. Uit de enquêtes bleek dat er vanuit de archiefdiensten in Noord-Brabant zeker belangstelling is voor oral history, maar dat deze vorm van geschiedvorsing nog geen vaste plek heeft gekregen. Daarnaast blijkt dat alle diensten een eigen methode heb ben om materiaal betreffende oral history te verzamelen en te bewaren. Hierdoor is het vaak onduidelijk welke projecten er zijn ge weest en hoe deze bewaard zijn gebleven. In de ouderenzorg worden in zogeheten reminiscentieprojecten letterlijk herinneringen opgehaald, waarbij men soms gebruikmaakt van kamers vol nostalgische objecten die werken als een trigger voor het geheugen. Voor de vaak dementerende oudere een bron van herkenning, voor de archivaris een mogelijke bron van informatie. immigranten. Om deze mensen toch te betrekken in de geschiedenis van de regio is oral history een nuttig hulpmiddel. De archiefdiensten zonder oral history- projecten meldden dat vooral praktische problemen ervoor zorgen dat oral history niet tot de taken van het betreffende archief behoort. Gebrek aan respectievelijk tijd, geld, personeel, kennis en materiaal werd vaak als voornaamste reden gegeven om geen oral history-projecten op te starten. Soms zijn de opnamen en de transcripten bewaard, een andere keer alleen de opna mes, de transcripten of samenvattingen van transcripten. Hierdoor wordt het moeilijk deze projecten als uitgangspunt te nemen voor nieuw onderzoek. Ik sluit mij aan bij Yvonne van Haagen wan neer zij pleit voor richtlijnen betreffende cre atie, selectie en waardering van mondelinge bronnen. Ik vind het belangrijk dat het resul taat van oral history-projecten goed bewaard wordt en eventueel voor verder onderzoek kan worden gebruikt. Daarom heb ik tijdens mijn onderzoek uitgezocht op welke wijze een goed interview wordt afgenomen en bewaard. Omdat ik hier niet de ruimte heb al mijn aanbevelingen op een rij te zetten, zal ik aangeven waar de belangrijkste richt lijnen via het internet te vinden zijn. Engelse websites als die van The Oral History Society (www.ohs.org.uk) en The Oral History Associ ation (www.oralhistory.org) geven duidelijke richtlijnen over oral history-interviews. In Nederland zijn die richtlijnen terug te vinden bij de website van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (www. minvws.nl) onder het project 'Erfgoed van de Oorlog'. Daarnaast is er genoeg literatuur verschenen waarin de basisregels voor een goed interview zijn opgenomen. In mijn onderzoek heb ik me tevens bezigge houden met de invloed van nieuwe technie ken op oral history. Tegenwoordig is er keuze uit verschillende opnametechnieken, zoals cd, minidisk en de nieuwste usb-recorders, maar ook dvd. Hoewel de woorden 'oral history' verwijzen naar mondelinge geschiedenis, maakt de dvd het mogelijk interviews op te nemen in beeld en geluid. Voorstanders van deze methode ('visual history') geven aan dat het interview hierdoor een extra dimensie krijgt, aangezien lichaamstaal (bewust en on bewust) invloed heeft op de manier waarop wetenschappers een interview analyseren. Tegenstanders geven aan dat camera's, on danks hun steeds kleiner wordende formaat, te veel aanwezig zijn tijdens een interview en daarmee een negatieve invloed hebben op het gesprek. Daarnaast is het omgaan met beelden ingewikkelder dan de omgang met geluidsfragmenten. Het voordeel van deze nieuwste technieken is dat zij allemaal digitaal zijn en daarmee via de computer kunnen worden opgeslagen, bewerkt en ter beschikking gesteld. Omdat het voor archiefinstellingen moeilijk is alle ontwikkelingen op technisch gebied bij te houden, worden in de toekomst instellin gen als DANS (Data Archiving and Network Services) steeds noodzakelijker bij de zorg om digitaal archiefmateriaal op veilige, toegan kelijke wijze op te slaan. Door up-to-date te zijn met alle nieuwe digitale ontwikkelingen zorgen zij ervoor dat het materiaal hieraan wordt aangepast en ter bezichtiging beschik baar blijft tot in de verre toekomst. nummer 1 2010 21

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 21